13
en moeilijkheden niet uit. De schuur-
kerk in Hulst stond op het eind van
de Overdamstraat.
Het kerkbezoek liep in de
gereformeerde gemeente op het eind
van de 1 8de eeuw onrustbarend
terug. De Hulster magistraat, als
opper-kerkmeester meende, dat één
van de oorzaken was dat de
predikanten de diensten veel te lang
lieten duren. Hiervoor werden dan
ook de nodige regels opgesteld, op
de overtreding waarvan boetes
stonden. Tegelijkertijd was er sprake
van een herwaardering van het
katholieke bevolkingsdeel, dat weer
zoals vóór 1 645 zijn bijdrage kon
leveren in het bestuurlijk en
maatschappelijk leven. Deze
ontwikkeling werd uiteraard duidelijk
in de hand gewerkt door het
concordaat van 1 801gesloten door
keizer Napoleon en paus Pius VII.
Uiteindelijk was er een klimaat
geschapen om over teruggave van
een deel van de St. Willibrord aan de
katholieken te praten. Al spoedig na
het concordaat staken de katholieke
kerkmeesters de hoofden bij elkaar en
begonnen plannen te maken om via
de prefect van het „Département de
l'Escaut" van de keizer de teruggave
van de in 1645 door de protestanten
afgenomen katholieke eigendommen
te verkrijgen. De bisschop van Gent
werd bij deze actie ingeschakeld. In
1806 was er in beginsel
overeenstemming bereikt met de
Consistoriale Raad van de
gereformeerde kerk in Axel, om een
gedeelte van de St. Willibrord ter
beschikking te stellen aan de
katholieken. Na veel geharrewar
kwam de overeenkomst tussen
protestanten en katholieken tot stand.
Op 24 januari 1 807 ontving het R.K.
kerkbestuur van de prefect bericht,
dat bij arrest van 1 5 oktober 1 806
aan de R.K. gemeente in Hulst in
medegebruik was afgestaan een
gedeelte van de gereformeerde kerk,
voorheen de St. Willibrord-
parochiekerk en wel het koor,
alsmede de zgn. „wandelkerk" of
transept. De door de katholieken
eveneens gevraagde twee laterale
kapellen, de zuid- en noordkapel,
bleven in gebruik bij de protestanten
als consistoriekamer en bergruimte.
Op 4 maart 1 807 verleende de keizer
zijn goedkeuring aan de
overeenkomst, waarna het katholieke
gedeelte op 6 april d.a.v. door deken
Goethals uit St. Gillis (Waas) voor de
H. Dienst ingewijd kon worden. De
katholieken waren na 162 jaar weer
terug in eigen huis. Om geen hinder
van elkaar te hebben werd tussen het
katholieke en protestantse deel van
de kerk een dubbele muur, gevuld
met turfstrooisel, gebouwd. De St.
Willibrord was hiermee een
simultaankerk geworden.
Herkocht en gerestaureerd
Het functioneren als simultaankerk
heeft geduurd tot 1 929.
P. J. Brand schrijft in zijn boek over
de geschiedenis van Hulst: „Tekenend
voor de goede verstandhouding in
Hulst tussen de Nederlands-
hervormden en de katholieken waren
de onderhandelingen, die geleid
hebben tot overdracht, op 25 oktober
1929 van het in protestantse handen
zijnde schip van de kerk, voor een
bedrag van f 1 20.000,-. In
onderlinge vriendschap en begrip
werd hierdoor het in 1 645 aan de
katholieke gemeenschap gedane
onrecht hersteld."
Wij zijn van mening dat enkele
kanttekeningen hierbij op zijn plaats
zijn. Reeds vanaf begin 1 927 werden
besprekingen gevoerd over de door
iedereen aangevoelde noodzaak van
een grondige restauratie van het hele
kerkgebouw. Uiteraard ontbraken de
financiële middelen om zonder
subsidie van de overheid dit te
realiseren. Het struikelblok was de in