16 voor hun schuurkerk hadden laten bouwen. In 1931 tijdens de restauratie na de overname van het kerkschip door de katholieken, werden de beide orgels voorlopig gedemonteerd en opgeslagen. Als in het midden der dertiger jaren schip en koor gerestaureerd zijn, blijkt het orgel de laatste post op de begroting Waarschijnlijk onder druk van de financiële omstandigheden kiest men dan voor een uiterst merkwaardige oplossing: de oude orgelkas op het westelijke oxaal blijft staan, terwijl het pijpwerk, samengevoegd met pijpwerk van het orgel uit 1 775 en aangevuld met nieuw fabriekswerk, een plaats krijgt op een nieuwe koorgalerij boven de sacristie in de zijbeuk van het noordertransept. De dispositie werd naar willekeur gekozen, zodat er nagenoeg geen overeenkomst meer bestond met de oude opzet. Bovendien werd het pijpwerk volledig door elkaar gegooid en de samenstelling der vulstemmen geheel gewijzigd. In de jaren vijftig begon dit orgel zoveel gebreken te vertonen dat aan het begin van de jaren zestig tot algehele restauratie werd besloten. Onder supervisie van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en van de heer J. J. van der Harst namens de Katholieke Orgelraad werd een plan tot restauratie en uitbreiding opgesteld, dit laatste vanwege de belangrijke kerkmuzikale praktijk in deze grote kerk. De firma Flentrop te Zaandam kreeg de opdracht dit werk. dat in de jaren 1 970-71 zijn beslag kreeg, uit te voeren. Nadat de orgelgalerij in stijl was uitgebreid is het oude Isoré-orgel in ere hersteld: de windlade met oud klavier is gerestaureerd: in de onderkas, gezien het ajourwerk bedoeld om eens aan een tweede klavier plaats te bieden, werd een echopositief in de stijl van het oude werk aangebracht, waarop tevens een aantal oude pijpen die op de oude laden niet te plaatsen waren, zijn aangebracht. Achter de oude kas was plaats voor het aanbrengen van een vrij pedaal, dit laatste uitsluitend op pedalen van Vlaamse makers als Forceville, van Peteghem, Delhaye en anderen. De dispositie van het herstelde en uitgebreide orgel luidt nu: Hoofdwerk: 1Montre 8' bas nieuw 2. Bourdon 8' discant nieuw 3. Prestant 4' grotendeels oud 4. Flute 4' idem 5. Nasard 3' idem 6. Doublette 2' geheel oud 7. Quarte de Nasard grotendeels oud 8. Tierce idem 9. Mixture 4 r. helft oud 10. Cymbale 3 r. nieuw 1 1. Cornet 5 r. geheel oud 1 2. Sesquialter B 2 r. oud 1 3. Sesquialter H 2 r. oud 14. Trompette B/H 8' nieuw 1 5. Clairon 4' nieuw Borstwerk: 1Bourdon 8' 2. Quintadienne 8' 3. Prestant 4' 4. Flute 4' 5. Doublette 2' ged. oud 6. Larigot 1 Vï 7. Fourniture 8. Cornet 3 r 9. Régale 1 6' 1 0. Cromhorne 8' Pedaal: 1Bourdon 1 6' 2. Montre 8' 3. Flute 8' 4. Octave 4' 5. Bombarde 1 6' 6. Trompette 8' 7. Clairon 4' Klavieromvang C-d'" Pedaalomvang C-f Koppeling Hw-Bw Koppeling Ped-Hw; Ped-Bw. Het resultaat van de restauratie en nieuwbouw is een schitterend orgel van een geheel zuidelijk karakter, een kerk als de St. Willibrord waardig: rijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1984 | | pagina 16