5 Op de schitterende wandtapijten, te zien in het Zeeuws Museum te Middelburg, in opdracht van de Staten van Zeeland sedert 1 590 gemaakt, zijn de zeeslagen uit die dagen te zien, twee tapijten zijn nu nog in restauratie bij Freek Visser te Haarlem, 't Grootste tapijt, voorstellend de Slag bij Bergen op Zoom op 31 Januari 1574, Romero contra Boisot, werd geweven in het atelier van Francois Spierinck te Delft. Alle andere door de uit de Zuidelijke Nederlanden afkomstige Jan de Maeght en z'n zonen Hendrik en Laurens, die hun werkplaats hadden in de kapel van het vroegere Cellebroersklooster (ook wel het Engelse kerkje genoemd) te Middelburg. Op de tapijten, allemaal gemaakt naar ontwerp van de bekende zee-schilder Hendrik Cornelisz Vroom, zijn de slagen bij Rammekens, Lillo, Fort de Haak en bij Zierikzee te zien, terwijl een schoorsteenstuk met de Vader des Vaderlands erop Zeelands glorie symbolisch samenvat. Applaus voor de heer de Bruin, uit wiens mond ik bovenstaand verhaal met een enkele kleine kanttekening mijnerzijds mocht optekenen. Er bestaat, zoals onze donateurs zo Torengewelf met zitplaatsen in de kerk van Zoutelande. zoetjes-aan zullen weten, in heel Zeeland geen nederzetting, kloostermop of preekstoel, die hij niet heeft gezien en waarover hij niet omstandig en boeiend weet te verhalen. Heel tevreden liep de schare dan ook naar de bus om door ons mooie Walcheren, beschenen door een wazig rose licht, via de Munnikenhof en Grijpskerke naar Zoutelande te reizen, waar in „de Distel", in gezellig samenzijn, de lunch werd gebruikt. Een verzonken kerkje Toen was het in 1950 gerestaureerde kerkje van Zoutelande aan de beurt, dat we van binnen en van buiten goed bekeken. We staan hier iets langer bij stil, omdat deze kerk in onze Bulletins nog niet werd besproken. De opzet van de toren dateert uit 't eind van de 1 3e eeuw. Omstreeks 1500 werd de kerk verbouwd tot hallekerk door toevoeging van een noordbeuk, die samen met het koor na oorlogsschade in 1 573 afgebroken werd. Bij het dichtmetselen van de noordwand liet men de zuilen (met de bekende koolbladkapitelen) onder de scheibogen staan, waardoor deze aan binnen- en buitenkant zichtbaar bleven. De nieuwe consistorie-kamer met veelhoekige sluiting rust niet op de fundamenten van het vroegere koor. De ruimte onder de toren, bestaande uit twee kleine traveeën, is bij de kerkruimte getrokken. De 17e eeuwse preekstoel staat onder een orgelgalerij, waarop een 18e eeuws orgel staat, afkomstig uit de N.H. kerk te Heerlen. De kerk heeft nu een aardig portaal aan de Zuidkant. De oorspronkelijke ingang onder de toren, met een kraalprofiel van baksteen rondom, is voor een groot deel verzonken door zandverstuivingen, ook 't overige muurwerk, verlevendigd door spaarvelden, trof hetzelfde lot. Naar aanleiding hiervan sprak de heer de Bruin over de grote zandverstuivingen in de 14e, 15e en 16e eeuw, die duinen deden ontstaan, maar ook lieten verdwijnen, waarvoor het poten van helm noch het oprichten van muren aan de zeekant nauwelijks soelaas boden. Daardoor stoven hele gebouwen onder, moest men overgaan tot het opwerpen van dijken o.a. bij Westkapelle en Dishoek Dijkshoek). Wegen waren zeer slecht begaanbaar zodat het verkeer grotendeels per schuit langs de watergangen moest plaatsvinden. Middeleeuwse dijken waren omstreeks vier meter hoog; ze waren van zand met daarover een kleipakket. Walcheren, bekeken door een Engelsman Wij moeten ons Walcheren tot de 1 6e eeuw voorstellen als een tamelijk onherbergzaam oord. De al eerder genoemde Engelse gezant Cuthbert Tunstall, die in gezelschap van Margaretha van Oostenrijk, Karei V en diens zuster Eleanora in 1517 in de Abdij van Middelburg logeerde, beschreef de situatie daar in een brief aan Erasmus (zie „Margaretha van Oostenrijk" van Dr. J. de longh) „Er heerste op Walcheren zo'n afschuwelijke stank, dat iedereen er koorts van kreeg. Men moest God danken, dat de Koning eraan ontsnapt was. De Styx moest daar niet ver vanaf zijn, zo zwart was het water en zo weerzinwekkend. De inwoners gaven je de raad hun voorbeeld te volgen en je zoveel mogelijk te bedrinken om niet ziek te worden. Als je in de stad bleef, werden je neus, je longen en je hoofd gevuld met scherpe rook van de turf, die ze daar stookten in plaats van hout. Als je door een wandeling de walgelijke stad kwijt wilde raken, werd je pad bij de minste regenbui tot een modderpoel, waar je voeten in bleven plakken. Om bij de dijk te komen, de enige aangename wandeling die er was, moest je eerst 600 sloten oversteken, waarin de bewoners hun vlas plachten te weken en die erger stonken dan een riool. De hele streek lag twee vadem lager dan de zee en als de dijken hen niet in toom hielden, zouden de zeemonsters binnendringen...". De geachte ambassadeur zal wel wat overdreven hebben, vooral omdat ook toen al iedereen, die geen Engelsman was, als een misgeboorte werd gezien. Twee eeuwen later was Walcheren in elk geval een waar lustoord, Zeelands tuin, waar welgestelden hun buitenplaatsen bouwden. Langs Westkapelle, Domburg, Vrouwenpolder en Veere naar Vlissingen Intussen zetten we onze tocht voort richting Westkapelle, terwijl onze leidsman enthousiast verder ging met zijn toelichting. We zagen de grote Westkappelse vuurtoren staan, die bij een voormalige kerk met drie hallen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1984 | | pagina 5