7 Schotse Huizen te Veere vlak na de restauratie van 1 907. Schotse Huizen in 1935. of beeltenis van een Heilige te mogen zien. 't Christemdom was tenslotte de moeder van het middeleeuwse leven. Over Veere had onze gids met gemak een ganse middag kunnen vertellen. Hij memoreerde o.a. de Montfoortse toren (uit 1 503) die tussen 1 621 en 1 636 nu en dan „in een grote val" in zee terecht kwam, in Smallegange weer geheel hersteld werd afgebeeld, maar in 1820 werd gesloopt. Met de Schotse huizen, waar de bus even stopte, was 't precies zo gegaan, de slopers stonden al op 't dak, toen Victor de Stuers ,,'t Lammetje" uit eigen middelen aankocht en liet restaureren. De „Vogel Struys" stond ook weer in de stelling, maar de heer de Bruin liet ons weten, dat op de gevelsteen uit 1561 geen struisvogel maar een dodo is afgebeeld. Trage kwakkel-waggel beesten, die op Mauritius eerst door Spanjaarden en Portugezen, later door Hollanders en Engelsen makkelijk werden gevangen en vervolgens opgegeten. Ze smaakten blijkbaar zo goed, dat deze diersoort na 1 680 was uitgestorven. We weten zelfs de naam van de man, die het laatste exemplaar verorberd heeft, dat was de Engelsman Benjamin Harry. In Bulletin 5 op blz. 22 en vlg. kunt u over de lotgevallen van de Onze Lieve Vrouwe kerk in Veere lezen. Gebouwd onder leiding van Anthonis en Rombout Keldermans domineert deze grote kerk het noordelijk silhouette van Walcheren. Een zorgenkind overigens, dat het Rijk al meer dan een eeuw (sinds 1881) in restauratie heeft. Met deze en andere restauraties werd overigens aan het verval van Veere „waar je op een gegeven moment vanwege de desolate toestand het gras hoorde groeien" een halt toegeroepen. De situatie is nu echter ook weer zorgelijk door de luchtvervuiling, die thans in vijftig jaar meer schade aanricht dan de vierhonderd daaraan voorafgaande jaren deden. De toren van het stadhuis (van Evert Spoorwater) stond daardoor ook weer in de steigers. In een rustig tempo reden we over de in 1669 aangelegde weg tussen Veere en Middelburg, oorspronkelijk een combinatie van voetpad, ruiterpad en een bestrate weg voor karren en koetsen. Uit de voor de „petite histoire" van een tijdperk zo belangrijke notariële acten diepte de heer de Bruin een ijselijke gebeurtenis op, die anno 1680, op een dag van sneeuw en ijzel daar plaats vond. De koets van seigneur van Citters(?), die op weg was naar Veere, ontmoette halverwege die van seigneur de Mauregnault met bestemming Middelburg. Niemand wilde of kon uitwijken, dus begonnen eerst de wederzijdse koetsiers elkaar voor „rotsack" uit te schelden, waarna ook beide heren uitstegen, 't Is daar toen met mond en daad een waar slagveld geworden, want hoge Heren in die dagen waren niet voor de poes en bijzonder op hun „ponteneur" gesteld. Op weg naar Vlissingen passeerden we de Koepoort, een sierpoort in de stijl van de Antwerpse barok. Hij is dan ook ontworpen door J. P. van

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1984 | | pagina 7