19 Rubens? 1 700). Beelden: zittend Maria met Kind (1 880); zittende Anna met Maria; H. Ambrosius (1 840); H. Eligius (1 700); H. Willibrordus (1 700); Maria met Kindje: oude polychromie 1700, Spaans; Lindenhouten Kruis: corpus oude polychromie 1700, Spaans; houten plaquette: de verloving van Maria met Jozef 1800, Spaans. Aan de vijf biechtstoelen zien we houten beelden van Petrus en Paulus, beelden van David, de Moeder van Smarten, Ecce Homo, Vrouw met geselroede en doodshoofd (Margaretha van Cortona); Homo Viator (de Pelgrim), H. Hart, H. Hart Beeld in één van de zijkapellen: de H. Antomus van Padua. Hij draagt hier, zoals dat in de nieuwere kunst vrij gebruikelijk is. het Kind Jezus op de arm. van Maria, de Goede Herder. Het kerkportaal en de zangkoortribunen zijn uit oude fragmenten samengesteld. Aan de buitenwanden van het schip hangen veertien eiken medaillons: de twaalf apostelen, Christus en Maria. In het koor hangen verschillende bronzen kaarsenkronen. In de aparte kapellen zien we talrijke kruisbeelden en kandelaars, hoofdzakelijk uit de jaren 1 700-1 800. De sfeer in het koor wordt in belangrijke mate medebepaald door de glas-in-lood ramen. Waarschijnlijk het meest waardevolle, maar toch weinig opvallende glas-in-lood raam, is dat aan de westzijde boven het orgel. Dit is „Het laatste oordeel" van de bekende glazenier Joep Nicolas. Pijnlijk om te constateren is, dat zoals op vele andere plaatsen, ook in de St. Willibrord vandalen hun sporen hebben nagelaten: van de veertien schilderstukken die de Kruisweg uitbeelden, is enkele jaren geleden de elfde statie, voorstellende „Jezus aan het kruis gehecht", uit de lijst gesneden en ontvreemd. Een tekening is er ondertussen voor in de plaats gehangen. Onze opsomming van de beziens waardigheden in de kerk is niet meer dan een greep. Het zou te ver voeren om hierbij volledigheid na te streven. Slot Veel, heel veel, is er veranderd, ook in de katholieke eredienst. Stond vroeger de priester tijdens het opdragen van de mis vóór het hoofdaltaar met de tabernakel en met de rug naar de gelovigen, nu is dit volledig omgekeerd. Het hoofdaltaar staat tijdens de dienst verlaten. Een eenvoudig en sober altaar, geplaatst in de ruimte onder de toren, is het centrale punt geworden en de priester heeft zich 1 80 graden omgekeerd. Een oude priester vertrouwde ons toe er altijd nog moeite mee te hebben: „we staan nu", zo zei hij, „tijdens de viering van de H. Eucharistie met de rug naar Onze Lieve Heer, die we aanbidden". En: „als het alleen maar is om de kerkgangers te laten zien, wat de priester allemaal doet, is het toch wel droevig gesteld". Vermeldenswaard is dat Hulst één van de plaatsen is, waar nog - steeds op de eerste, de derde en eventueel de vijfde zondag van iedere maand - een gregoriaanse hoogmis wordt gevierd. Het gregoriaans, dat sedert de invoering van de volkstaal in de liturgie een twintigtal jaren geleden, een aanzienlijk minder belangrijke plaats in de misviering inneemt, is vooral als fundamentele cultuuruiting belangrijk om bewaard te worden. Schreef niet de beroemde Amerikaanse violist Yehudi Menuhin een brief aan de Paus van Rome, om op het behoud van het gregoriaanse zangritueel aan te dringen? Zou de kerk tijdens een dergelijke viering beter gevuld zijn dan met hooguit enkele honderden gelovigen, dan zouden we ons kunnen indenken dat de dagen van het rijke roomse leven nog niet helemaal verleden tijd zijn. Besluiten we met de woorden van pastoor Ant. Koopmans, de samensteller van het boekje „de schijnwerper op de basiliek van de H. Willibrordus te Hulst": „H. Willibrord, Patroon van de Nederlandse Kerkprovincie, Beschermer van onze goede stad Hulst, Patroon van onze geliefde en bijna 800 jaren oude Parochie, Gij hebt aan ons vaderland het licht van het Evangelie en de waarde van de innerlijke menselijke beschaving gebracht. Wij zijn u daarvoor zeer dankbaar en vragen U, dat Gij ons zult beschermen en bewaren, en dat Gij voor ons een lichtend voorbeeld en een machtige voorspreker zult blijven, om in de geweldige geestesstrijd van onze dagen het christelijk geloof te bewaren en uit te dragen." Nu we ons de laatste tijd intensief met de veelbewogen geschiedenis van dit prachtige kerkgebouw hebben bezig gehouden, zijn we ook deze woorden beter gaan begrijpen. Degenen die wat dit betreft ons voorbeeld zullen volgen - en hopelijk zijn dat er velen, want het is de moeite waard - zullen dit spoedig kunnen beamen. Bronnen: Encyclopedie van Zeeland. P. J. Brand, De geschiedenis van Hulst, Hulst, 1972. W. P. Dezutter, Beschilderde middeleeuwse grafkelders in Zeeuwsch-Vlaanderen, niet uitgegeven proefschrift - Rijksuniversiteit Gent, 1970. H. Janse, Kerken en torens in Zeeland, Zaltbommel, 1 969. J. H. Kluiver, Historische orgels in Zeeland, III, in Archief Zeeuwsch Genootschap, 1976. Ant. Koopmans, De schijnwerper op de basiliek van de H. Willibrordus te Hulst, Hulst, 1971. Met hartelijke dank aan pastoor H. de Munck.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1984 | | pagina 19