20 Gapinge. bovenbouw. Ze zijn te vinden in Kruiningen, Noordwelle, Gapinge en Groede, terwijl de bekende Plompe Toren, het enige restant van het in de 1 6e eeuw gedeeltelijk verdronken Koudekerke ook deze vorm heeft. Bijna uniek is ook de toren van Nieuwerkerk, die een zeskantige onderbouw heeft met een kleinere ook zeskantige bovenbouw. Alleen de Haagse Sint-Jacobstoren heeft deze opzet ook. Later, tegen het eind van de 14e eeuw, worden de geledingen verlevendigd door blindnissen (toren te Nisse), een tendens, die zich ook in de 1 5e eeuw voortzet. Dan tracht men ook een levendiger resultaat te bereiken door het toepassen van blokjes Ledesteen en het aanbrengen van blindnissen met bakstenen en natuurstenen traceringen, terwijl de steunberen steeds meer in het toren lichaam worden opgenomen. Als voorbeeld geldt hier de uit de tweede helft van de 1 5e eeuw daterende toren van Kloetinge. Na 1250 komt de bakstenen Halle- kerk op, een kerk met twee of drie beuken, die alle even hoog zijn en die elk een eigen zadeldak hebben. Een vroeg voorbeeld hiervan is de kerk van Cadzand, maar ook die van Groede en natuurlijk ook de Nieuwe Kerk in Middelburg zijn hallekerken. Ook komen hallekoren voor o.a. te Veere en Kapelle. De kerk van Baarland werd tussen 1400-1430 tot hallekerk verbouwd, maar zowel de noord- als de zuidbeuk werden in de jaren 1774/1775 afgebroken. Ook Waarde heeft een hallekerk gehad, maar die ging helaas in 1 589 in vlammen op. Zoals bekend was de kerk in Zoutelande een hallekerk met twee beuken, de in 1831 afgebrande kerk van Westkapelle had er drie. Van de zeer vele gotische baksteen- kerken, die Zeeland gesierd hebben, is slechts een restant over en dat is vaak nog niet authentiek, maar het resultaat van herbouw in de 1 7e eeuw, waarbij heel lang gotische vormen toegepast bleven, en van latere restauraties in de 19e en 20e eeuw. Oorspronkelijk bestonden deze kerken uit een schip, al of niet met zijbeuken, een transept, een koor, een toren aan de westkant of op de kruising, een sacristie, die meestal gebouwd was tegen de zuidelijke muur van het koor en enkele malen een aparte doopkapel rechts van de westelijke ingang (Kapelle o.a.). Nu zien we nog maar enkele gave exemplaren, de functie ervan is na de „overname" door de Protestanten - het woord is fraaier dan de daad! - ook nogal gewijzigd. Men wist dikwijls geen raad met het koor, sloot het met een houten schot van het schip af, maakte er een school van, gebruikte het als rommelhok of brak het af, als de Geuzen dat al niet gedaan hadden. Zo missen bijvoorbeeld de kerken van 's-Heer Arendskerke, Kruiningen, Oudelande, Ovezande, Scherpenisse en Melis- kerke hun koor. Op andere plaatsen, in Hoedekenskerke en Hoogelande staat alleen het koor nog overeind. In Yerseke hebben alleen het koor en de dwarsarm alle slagen overleefd. Er zijn ook veel zijbeuken gesneuveld; door dit alles zijn er vrij veel grotere en kleinere zaalkerken overgebleven, Koudekerke (Sch.) Plompe Toren. Groede.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1984 | | pagina 20