12
van deugden, een vreugde van de goede
mensen, nu een gemis dat niet vergaat voor
deze generatie. Onvatbaar voor bederf,
hogelijk betrouwbaar, zeer verstandig en
met een groot beleid'.
Links zien we de inscriptie ter ere van Johan
Ockerse, 'toparcha Dryschor', heer van
Dreischor:
'Hij zorgde voor de bevolking en wist aller
liefde te winnen en als raadsheer in de
Staten van Holland en Zeeland heeft hij de
weegschaal van Vrouwe Justitia zo
gehanteerd, dat hij haar noch heeft
verbogen, noch omlaag heeft gedrukt, hij
die vasthield aan wat billijk was,
rechtvaardig in zijn bestuur was, zuiver in
deugden, rechtschapen van karakter'.
Of het werkelijk allemaal zo mooi geweest
is? We zullen het nooit weten.
Beide opschriften worden van elkaar
gescheiden door een naar beneden
hangende slinger, die bestaat uit
eikebladeren en eikels, symbool van kracht.
Boven de sarcofaag zijn de ovale
portretmedaillons van de broers te zien,
ondersteund door twee treurende putti.
Onder de portretovalen bevindt zich een
vreemd symbool: een gevleugelde
zandloper, omgeven door een slang die in
zijn eigen staart bijt. De zandloper verwijst
naar de tijd en de vergankelijkheid.
Wanneer we goed kijken, zien we aan de
ene kant de vleugel van een vogel, aan de
andere kant de vlerk van een vleermuis: de
tijd vliedt heen bij dag en bij nacht. De slang
die in zijn eigen staart bijt. vormt een cirkel.
Dit verwijst naar de eeuwigheid.
Tussen de sarcofaag en de opschriften in
bevindt zich een bekranst doodshoofd. De
dood wordt hiermee afgebeeld als
overwinnaar. De tombe wordt aan
weerszijden geflankeerd door twee
vrouwengestalten, links de personificatie
van 'justitia' (rechtvaardigheid), rechts, de
arm om een zuil heengeslagen, 'constantia'
(standvastigheid).
De portretovalen zijn als het ware tegen de
kolom aangezet die boven de tombe oprijst
en het monument zijn verticale accent
verleent. Het is een soort trofee, aan
weerszijden behangen met een aantal
kwartierwapens, bekroond door twee
leeuwen, die elk een schild vasthouden met
de wapenspreuk: 'nee timide nee tumide'
(noch vreesachtig, noch verwaten).
Mr. Johan Ockerse had het onderhoud van
het grafmonument veilig gesteld door een
obligatie van 500 Vlaamse ponden
beschikbaar te stellen. In 1763 zou deze
obligatie door de executeurs in de boedel
van Mr. Pieter Mogge aan het dorp
Dreischor worden afgestaan. Met de rente
hieruit konden de kosten van het onderhoud
van de totale grafkapel worden bestreden.
En zo is de burgerlijke overheid hiervoor
steeds verantwoordelijk gebleven.
Mr. Pieter Mogge was een neef van de
gebroeders Ockerse, zoon van hun zuster
Martina. Als enige erfgenaam van zijn oom
Johan Ockerse was hij automatisch heer
van Dreischor geworden. Hij verkocht de
heerlijkheid Dreischor in 1753 voor een
bedrag van 24,000,- aan Mr. Andries
Heshuyzen, waarbij hij de grafkapel aan
zich behield, 'zullende de verkooper er in
begraven mogen worden'.
Ais afgevaardigde van Zeeland in de
Staten-Generaal woonde Pieter Mogge in
Den Haag, waar hij in 1756 ongehuwd
overleed. Hij liet een vermogen na van meer
dan anderhalf miljoen gulden, in die tijd een
ongekend fortuin. Een bedrag van
420,000,- was bestemd voor een in zijn
geboortestad Zierikzee te stichten
universiteit. Deze plannen zijn nooit
verwezenlijkt. Verder stond in zijn testament
dat er voor hem een grafteken van minstens
12.000 - opgericht zou moeten worden.
Uiteindelijk kostte zijn monument,
ontworpen door Anthony Wapperom en
uitgevoerd door de Zierikzeese
steenhouwer Matthijs van Norgen,
13.200,-. Het monument, aanzienlijk
grootser dan dat van zijn beide ooms, kwam
overigens pas na een aantal jaren tot stand
omdat de ambachtsheer Mr. Andries
Heshuyzen aanvankelijk geen toestemming
wilde verlenen.
De opbouw van het grafmonument van
Pieter Mogge doet denken aan die van een
barokaltaar: beneden de tombe, daarboven
een representatieve voorstelling, dit alles
gevat binnen een 'aedicula'. in dit geval
bestaande uit twee pilasters, die een in het
midden gebogen kroonlijst dragen. Het
monument is in Lodewijk-XV-stijl
opgetrokken.
In het midden het portret van de
overledene, aangebracht op een ovaal
schild, dat door Mars en Venus wordt
vastgehouden. De strijdvaardigheid van
Mars en de lieftalligheid van Venus zorgen
voor evenwicht. Aan de voeten van Venus
een aan haar toegewijde duif en een
afgeknot myrteboompje als symbool van de
liefde. Aan de voeten van Mars een
pelikaan, die haar jongen voedt met haar
eigen bloed, als christelijk symbool. De
Het grafmonument van de gebroeders Cornelis en Johan Ockerse.