De kerk van binnen Van de antieke basilica tot 't moderne kerkgebouw 14 P.S.J. BEEKHOF-KOOLE Wie zich wil verdiepen in het interieur van kerken in heden en verleden, moet zich allereerst realiseren, dat de Christelijke eredienst steeds beheerst is geweest door twee polen. Enerzijds de Synagoge met 't lezen en de uitleg van de Schrift, anderzijds de Tempel met het offerritueel. In de loop van de kerkgeschiedenis treedt voortdurend een zekere spanning tussen beide op, nu eens valt 't accent op het Woord, dan weer op het Sacrament. En dat is in de inrichting van het kerkgebouw duidelijk te zien. Wij beginnen onze beschouwing bij het jaar 312 toen Constantijn z'n grote rivaal Maxentius bij de Pons Milvius versloeg en daardoor z'n keizerlijk gezag vestigde. Aan deze beslissende knokpartij was een merkwaardig visioen voorafgegaan: een kruis, dat voor Constantijns ogen verscheen en een mysterieuze stem: 'in dit teken zult gij overwinnen'. Onder de indruk van een en ander had hij de dure belofte gedaan alle godsdiensten gelijk te stellen, als hij succes zou hebben. Achter dit wat primitieve verhaal kunnen met gemak de nodige vraagtekens geplaatst worden, maar één ding staat vast: Constantijn, nu alleenheerser geworden, hield zich aan zijn belofte. Zodat de jonge Christelijke geloofsgemeenschap uit de catacomben en obscure zaaltjes tevoorschijn kon komen. Eerst vergaderd in een door een kleine absis gesloten rechthoekige ruimte verhuisde de allengs tot grote bloei gekomen Christelijke gemeente naar de basiliek, waarvan er in Rome en ver daarbuiten talloze stonden, o.a. Caesars Basilica Julia en de Basilica Ulpia van Keizer Trajanus. In de tijd van Constantijn ontstond naar deze en vele andere voorbeelden de Christelijke basiliek, waarbij zijbeuken aan de brede middenbeuk werden toegevoegd en deze laatste hoger werd opgetrokken om boven de zijbeuken direct licht te kunnen ontvangen. In 't begin waren deze bouwsels vrij primitief, maar ze groeiden, zoals een ieder bekend is, uit tot indrukwekkende ruimten met arkaden, tribunes en triforia, koren met kooromgangen en straalkapellen, met transepten en indrukwekkende west- en vieringtorens. Er gebeurde echter nog iets anders, dat, tot op de dag van vandaag, z'n consequenties heeft gehad. Door de gunsten van Constantijn en zijn opvolgers ontwikkelde de jonge Christelijke kerk zich geleidelijk tot een organisatie naar beproefd Romeins model, tot een bestuursvorm, waarmee de Romeinen eeuwenlang de toen bekende landen en volken hadden geregeerd. Er ontstond een haast onwrikbare hiërarchische opbouw, beginnend bij de gewone parochies, via dekanaten, bisdommen en aartsbisdommen tenslotte Interieur van de N.H.Kerk te Kapelle. Helaas is de dooptuin vervangen door een liturgisch centrum. Het koor dateert uit het begin van de 14de eeuw, het schip uit het begin van de 15de eeuw. Sedert het jaar 1503 was het een kapittelkerk. JfnMrfi

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1985 | | pagina 14