19 Preekstoel in de N.H. Kerk te Brouwershaven (1773). Rococostijl Preekstoel in de N.H.Kerk te Tholen (1648). schilderijen, beeldhouwwerken en kleden, triomfkruizen, sacramentshuizen en monstransen, talloze beelden van Maria en de Heiligen, knielbanken en biechtstoelen werden uit de kerken gedragen, voor zover de Beeldenstormers dit werk al niet hadden geklaard. Daarbij werd zeer veel moois en onvervangbaars vernield, anderzijds verschaften deze acties velen een gevoel van opluchting, omdat 't oude geloof voor hen verbonden was met een niet meer te verdragen dwingelandij. Ook de orgels werden aanvankelijk tijdens de eredienst tot zwijgen gebracht; soms werden ze toch op kosten van de stad onderhouden en nu en dan door een door de stad betaalde organist bespeeld. De stedelijke overheid, die, zoals reeds gemeld, een deel van de financiële last op zich had genomen, had er tenslotte belang bij, dat de kerk als representatief gebouw bleef bestaan. De inrichting leverde problemen op. De preekstoel, nu dus van 't grootste belang, werd bij grote kerken op ongeveer tweederde uit het westen aan de zuidzijde van 't schip neergezet (St. Maartensdijk, Kapelle o.a.), in kleinere kerken kwam hij vaak in het koor terecht (Oosterland, Nisse, Poortvliet, Biggekerke). Licht verplaatsbaar meubilair werd er in een halve cirkel omheen gezet, omdat de opstelling van vaste banken toen nog niet mogelijk was; tot 1810 werd er immers in de kerken nog begraven. Na verloop van tijd kwam er een doophek om de kansel te staan, later vaak verfraaid door mooie koperen doopbogen (St. Jacobskerk te Vlissingen). Binnen dit hek, in de dooptuin, stonden een lezenaar met een Bijbel voor de voorlezer of voorzanger en banken voor de ouderlingen, diakenen en voor de doopouders, want het doopbekken zat óf in een koperen ring, die aan de preekstoel was vastgemaakt öf stond aan de voet van de kansel. Men kan dit nog in verscheidene Zeeuwse kerken zien, in Baarland b.v. (zie omslagfoto van Bulletin no. 9). Er zijn vele mooi gesneden houten preekstoelen uit de 16de en 17de eeuw in Zeeland bewaard: in de Koorkerk te Middelburg, in de kerken van Kapelle, Vrouwenpolder, 's Heer Arendskerke, Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, Biggekerke, Meliskerke enz. Als versieringsmotief gebruikte men graag een uitbeelding van de vier Evangelisten al of niet met hun symbool (Engel. Leeuw, Os en Arend). Ook werden soms de welbekende deugden als allegorische vrouwenfiguren met één of meer attributen voorgesteld (de Liefde b.v. als een vrouw, die door vele kleine kinderen omringd wordt), waarbij merkwaardigerwijze deze vrouwen de plaats in gaan nemen van de vroegere Heiligen, die ook de mens tot een deugdzaam leven hadden aangespoord. De preekstoel bestond doorgaans uit een met een trapje te bereiken kuip met klankbord en lezenaar, terwijl de kandelaar, de koperen of zilveren doopschaal en de

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1985 | | pagina 19