22
Ambachtsherenbank te Nisse met mooi gotisch paneelwerk en schilddragende leeuwtjes uit 1500.
in het gunstigste geval, in stukken ergens
anders neergezet. De banken of stoelen
werden in lange rijen in 't schip geplaatst en
waren allen gericht op de preekstoel en tafel
aan de oostkant van de ruimte. De afstand
tussen de predikant en de kerkgangers
achterin de kerk werd zo weer groter, maar
de Rijksdienst vond het zo prima en
reageerde enthousiast. Men vond nl. dat de
oorspronkelijke ruimtewerking van 't
kerkgebouw zo weer hersteld werd en dat
alle aandacht op de koorpartij gericht
diende te zijn. Men noemde daar 'de
gestrekte asbouw de meest aangewezene'.
Een kentering trad in 1960 in tijdens
discussies over de inrichting van de
Sint-Jacobskerk in Den Haag.
Nieuwbouw-kerken zijn daarom nu ook
korter en breder, terwijl de inrichting gericht
is op de weer meer in het centrum gezette
kansel, de tafel en de doopvont.
Bij het gebruik van oude kerken speelt het
verlangen en streven naar een lithurgisch
centrum rondom kansel, tafel en doopvont
nog steeds een rol van belang. Daarbij legt
Tien gebodenbord te Wemeldinge. Wetgeving op de Sinai, geschilderd op het koorschot.
nauwelijks de verrichtingen bij het altaar
konden horen of volgen.
Daarin is een radicale verandering
gekomen al vóór het tweede Vaticaans
Concilie (1962-1965). Toen werd het
kerkschip bij nieuwbouw breder en korter
gemaakt en een eenvoudig altaar meer
centraal, vaak in de viering, goed zichtbaar
neergezet. De geestelijken draaiden zich
een halve slag om en een streven naar
eenvoud bracht andermaal een geweldige
'opruiming' teweeg onder beelden,
schilderijen en kerkstoelen. Wie een
modern katholiek kerkinterieur bekijkt, krijgt
sterk de indruk, dat 't voetvolk veel verder is
dan de hoge geestelijkheid te Rome.
Richten we tenslotte nog even de blik op de
ontwikkeling in het protestants
kerkinterieur
In deze kring kwam omstreeks 1930 de
lithurgische beweging op, die de in haar
ogen juiste verhouding tussen Woord en
Sacrament wilde herstellen. Prof.Dr. G. van
der Leeuw en zijn geestverwanten pleitten
in die dagen voor een groter accent op
't sacramentele karakter van de eredienst
en op de viering van het Avondmaal. Terwijl
in protestantse kring de gemeente altijd een
gemeenschap rond de kansel was geweest,
verhuisde in vele kerken nu de preekstoel
uit het schip naar de grens tussen schip en
koor, waar de Avondmaalstafel ook een
vaste plaats kreeg, 't Doophek werd daarbij
dikwijls opgeruimd, 't koorhek verwijderd of,
m, -vVtn i
hululiik»
(leXIl AilifW»fk