Kerkelijke Kunst in het Rijksmuseum
'Het Catharijneconvent' te Utrecht
14
- J. de Hullu: 'Iets over den wederopbouw van de kerk
van Groede in 1633-1634', z.j.
- B. Hunnius: 'Het Staatsche Vlaanderen of de
Zeeuwsche buise'. Middelburg, 1718.
- H. Janse: 'Kerken en torens in Zeeland'. Zaltbommel,
1969.
- H.Q. Janssen: 'Groede', in bijdragen tot de
oudheidkunde en geschiedenis, inzonderheid van
Zeeuwsch Vlaanderen, 1858.
- J.H. Kluiver: 'Historische orgels in Zeeland', in Archief
Zws. Genootschap. Middelburg, 1976.
- F Nagtglas: 'Zeeuws Vlaanderen, een achterhoek aan
den overkant', in Eigen Haard. 1876.
- J. Risseeuw: 'Geschiedenis van de hervormde kerk te
Cadzand, in mededelingen van de Heemkundige Kring
West Zeeuwsch Vlaanderen, 1971.
- G. Verheul: 'De oude dorpskerken beneden de grote
rivieren'. Bussum, 1983.
- E.H. Waterbolk: 'Van Biervliet naar Zorgvliet en verder,
in visies op Jacob Cats en zijn tijd'. Middelburg, 1978.
- informatiestencils van de kerken.
Met dank voor inlichtingen en adviezen aan D. Kunst te
Oostburg, J. Risseeuw te Cadzand en mevrouw A. van
Vliet te Groede.
P.S.J. BEEKHOF-KOOLE
Wanneer we de gang der geschiedenis
overzien en de beweging van de mensen
gadeslaan, ligt de voorzichtige conclusie
voor de hand, dat gelovigen van allerlei
kleur de neiging hebben te gaan
beeldenstormen. En dat niet alleen in de
kerk van een ander, wiens mening men niet
deelt, maar ook in eigen huis zet men nu en
dan met de kreet 'moderniseren en
vernieuwen' de zaak op stelten en moet het
interieur het ontgelden. Over de
Beeldenstorm van 1566 zult u zo zoetjes
aan wel alles weten, maar talloos zijn de
voorbeelden van beeldenstormen in eigen
kerk, waarbij men kostelijk kerkelijk
kunstbezit zonder enig mededogen vernield
(zie Bulletin 11blz. 14 en vlg.) of
schromelijk verwaarloosd of aan derden
verkwanseld heeft. Wellicht herinnert u zich
de jaren zestig nog wel, toen, als reactie op
de als stoffig ervaren neo-gothische
kerkinterieurs, de R.K.-kerk 'in geforceerde
dagmarsen' ging moderniseren, waardoor
een langdurige katholieke leefcultuur voor
een groot deel dreigde te verdwijnen. Men
zag toen zelfs jongens tijdens een
Popfestijn in oude lithurgische gewaden
zoals kazuifels en dalmatieken rondlopen
en beelden en bidstoelen stonden letterlijk
overal.
Maar ook de kerk van de Reformatie werd
en wordt nu en dan geteisterd door een
soortgelijke ijver, zoals wij al eens eerder
geconstateerd hebben. Wanneer
lithurgische vernieuwing daar gepaard gaat
met het verwijderen of doorzagen van 17e
eeuwse fraaie doophekken, koren door
houten schotten worden afgesloten of
volgestouwd met banken, stoelen of ander
gerief, is men in elk geval, hoe ■verlicht'
misschien ook, op een dwaalspoor. Want
het is over 't algemeen verstandig kerkelijke
inventarissen met aandacht, eerbied en
behoedzaamheid te benaderen.
Nu zijn er gelukkig altijd weer mensen, die
tegen onbezonnen acties in 't geweer
komen, niet omdat ze zo conservatief zijn,
maar omdat ze ogen hebben, die de waarde
van ons kerkelijk kunstbezit scherp
onderscheiden. Zo'n man was in de 19e
eeuw Victor de Stuers, die in samenwerking
met de beroemde architect Pierre Cuypers,
gealarmeerd aan duizend bellen trekkend,
het behouden van monumenten van kunst
en cultuur in gang zette. Wat het bewaren
van kerkelijke kunst betreft, hebben wij ook
zeer veel te danken aan de Utrechtse
geestelijke G.W. van Heukelum en later aan
Dr. J.J.M. Timmers en Dr. D.P.R.A. Bouvy.
Ook aan de secretaris van het Bisdom
Haarlem J.J. Graaf en aan de
oud-katholieke pastoor E. Lagerweij en Dr.
A.J. v.d. Ven.
Met het noemen van deze namen zijn we
Interieur kerk van Cadzand (naar het oosten gezien).