10 De tuingevel uit 1710, 't zgn. Cabinet de laTourd'Auvergne. Oudenbosch en Hoeven met alle nog onbedijkte landen ten noorden daarvan toe. De aankoop van Borgvliet was voor de homogeniteit van het gebied van Bergen op Zoom heel belangrijk. In 't land rondom Halsteren ondernam hij enige inpolderingen. Bovendien was hij gouverneur van de stad en kasteel Vilvoorden. Zijn domeinen brachten zoveel op, dat 'de jonge heer kon deelnemen aan groot vertoon'. Zijn avonturen waren dan ook zonder tal. In 1450 trok hij samen met enige Bergse notabelen naar Rome en het Heilige Land (Jeruzalemvaarders). In 1452 nam hij te Rijssel deel aan 't grote feest, de Voeu du Faisan, waarbij de gelofte gedaan werd samen met Philips van Bourgondië een kruistocht te ondernemen; bij verhindering moest men 'twaalf wakkere ridders' als remplaganten sturen. Ook heeft hij in 1459 een kruistocht tegen de Turken gemaakt, die op niets uitliep en was hij in augustus 1461 tegenwoordig bij de kroning te Rheims van Lodewijk XI, de latere vijand der Bourgondiërs. We moeten ons ook realiseren, dat hij niet alleen een tijdgenoot is geweest van Philips de Goede, maar ook van Karei de Stoute, Maria van Bourgondië en Maximiliaan van Oostenrijk, waarmee hij in 1473 tijdens een luisterrijk tournooi in Triër kennis had gemaakt. In het voorjaar van 1444 huwde Jan Marguerite de Sain1 on. Een vrouw werd door hem gezien a.s een roos, die men moest plukken', de speelman zat dus bij hen elk jaar op het dak. Deze Marguerite heeft hem dertien kinderen geschonken, zij overleed in 't kraambed van de laatste dochter Helena. Er wordt zelfs gefluisterd, dat hij 50 kinderen op de been heeft gebracht. Onder die dertien wettige nazaten zijn vele voortreffelijke mensen van allure geweest, die ook weer een belangrijke rol gespeeld hebben, hetzij als krijgsman (Cornelis), hetzij als hoge geestelijken; Henricus was b.v. bisschop van Kamerijk, Antonius abt van Saint-Bertin. Interessant is ook het feit, dat Erasmus als secretaris en vriend van deze laatsten optrad. Hij is 't waarschijnlijk geweest, die de Heren van Bergen 't begrip 'tolerantie' heeft bijgebracht, een grote deugd, die zowel Jan lil als Jan IV bovenmate, want ongewoon voor die tijd, gesierd heeft. In 1494 volgde zijn zoon Jan III van Glymes, bijgenaamd 'de Bourgondiër' hem in de Heerlijkheid Bergen op Zoom op. Deze is zeker de indrukwekkendste personage geweest, die stad en land van Bergen geregeerd heeft, 't Kasteel van Wouw liet hij door Anthonis Keldermans uitbreiden (1492) en vestigde zich daar geruime tijd na zijn huwelijk met Adriana de Brimeu. Terzelfder tijd werd de aanzienlijke bouw van de grote kruisbasiliek, gewijd aan Sint-Gertrudis, een heilige, die de koopstad voor muizenplagen moest behoeden. De drukke jaarmarkten, bezocht door mensen van allerlei slag en herkomst, veroorzaakten ook het uitbreken van vele epidemieën, zoals van pest of hete koorts, de zgn. sudor anglicus (1529). Vooral handelaars uit de Oostzeelanden brachten nu en dan deze ziekten mee. Hulp werd in zulke gevallen alleen geboden door tien tot twaalf Cellebroeders, ook wel Alexianen of Lollarden genoemd, die al in 1474 een klooster bewoonden aan de Oude Wouwsestraat. Cellezusters woonden al in 1397 in Bergen. Na Jans dood werd in 1495 een Begijnhof in gebruik genomen. Jan II werd mèt zijn stad een heer van aanzien. Bij de verdeling in 1458 van het 'gemijne land' vielen hem Gastel, De grote Hofzaal met de Christoffelschouw.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1986 | | pagina 10