Het graf van
rooms-koning
Willem II
3
M P. DE BRUIN
In het Bulletin nr. 5 van juni 1980 schreven
wij over de Abdij en de abdijkerken van
Middelburg. Wij begonnen dat artikel met de
plaatsing van drie beelden in de nissen
boven de Gistpoort in 1955 met in de
hoofdnis Willem II geflankeerd door
vrouwelijke figuren voorstellend de
gerechtigheid (met zwaard) en het geloof
(met kruis).
Dit is niet het enige monument dat ons
herinnert aan Willem II. In de Koorkerk
immers is nog een overblijfsel van zijn graf
aanwezig. Aan het eind van 1928 heeft dr.
W.S. Unger, de toenmalige stadsarchivaris,
over het wel en wee van dat graf een artikel
geschreven, waaruit wij uitvoerig hebben
geciteerd. Wij resumeren het in het kort. In
1817 slaagde mr. N.C. Lambrechtsen van
Ritthem, president van het Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen, er in
een nisgraf te vinden dat naar de kerk toe
was dichtgemetseld, maar langs buiten
door een gat in de muur te bereiken.
Lambrechtsen identificeerde het graf
onmiddellijk als dat van de rooms-koning
dat volgens de kronieken in 1542-1546 voor
hem was opgericht.
De in het nisgraf gevonden fragmenten van
een grafzerk en het gebeente van een man
werd overgebracht naar het museum van
het Zeeuwsch Genootschap waar het,
zachtjes gezegd, op weinig piëteitvolle wijze
bewaard werd tot de zeer ijverige
bibliothecaris van het genootschap,
Frederik Nagtglas, zich over de
overblijfselen ontfermde.
Na de restauratie van de Koorkerk door J.A.
Frederiks, die in 1904 begon en waarbij de
grafnis van 1817 werd teruggevonden,
duurde het nog tot 1928 eer de fragmenten
van de steen en de stoffelijke resten in de
nis werden bijgezet. Tijdens de
oorlogshandelingen van mei 1940 zwaar
beschadigd, volgde een nieuwe restauratie.
Tot nu toe dacht iedereen dat het hier om
het graf van Willem II ging. Het nieuw
bewerkte kunstreisboek zegt hiervan:
'Tegen de zuidwand resten van de
misschien 14e-eeuwse tombe van Rooms
koning Willem II, met zwaar beschadigde
romp van een ridderfiguur'.
Het geschiedenisonderzoek is evenwel een
bedrijf dat nooit stil staat. De kunsthistorica,
mevrouw E. Dhanens, heeft in een
uitvoerige studie met als titel: 'Het graf van
rooms-koning Willem II en de rol van Jan
Gossaert in de wederuitrusting van de
Koorkerk te Middelburg in Zeeland'
aangetoond, dat wij in deze kerk niet te
maken hebben met het graf van Willem II
maar van zijn broeder Floris de Voogd.
Deze overleed tijdens een toernooi te
Antwerpen in 1258. Hij stond bekend als
een levensgenieter, die van steekspelen
hield. 'Met groter haven ende met eren',
volgens Melis Stoke, werd hij in de abdijkerk
te Middelburg begraven. Door het vinden
van een eigentijdse beschrijving van het
gebeeldhouwde wandgraf voor Willem II en
zijn echtgenote Elisabeth van
Brunswijk-Lüneburg, opgericht in de jaren
1542-1546. is mevrouw Dhanens het
kunsthistorische pad verder opgegaan. Zij
heeft in haar studie ook de graftombe van
Willem II betrokken, die in 1492 met de
brand in de abdijkerk - de Koorkerk -
verloren ging. Om het geheel te
completeren heeft de schrijfster zich
uitvoerig bezig gehouden met de
iconografie van Willem en met de figuur van
de kunstenaar Jan Gossaert die de zorgen
had voor het interieur van de in 1492 zo
gehavende Koorkerk.
De beschrijving van het renaissancistische
wandgraf van 1542-1546 staat in een
grafschriftenbundeltje en dateert van 1559.
Vermoedelijke schrijver is de Valencijnse
genealoog-heraldist Jacques de Boucq,
wapenheraut van Keizer Karei V van de
Orde van het Gulden Vlies. Hij deed in
1559, wellicht naar aanleiding van het 23ste
Rooms-koning Willem II.
Zegel van rooms-koning Willem II.
kapittel van de orde - het laatste dat in de
Nederlanden werd gehouden -, Gent,
Brugge en de steden van Zeeland en
Holland aan. Behalve het wandgraf werd
ook het aansluitende epitaaf van de
overgrootmoeder van Willem II, gravin Ada
van Schotland (overl. 1208-1209),
echtgenote van Floris III, beschreven. Uit de
beschrijving van 1559 blijkt dat Jacques de
Boucq zeer geboeid is geweest door de
schoonheid van de monumenten. Hij neemt
de latijnse grafschriften geheel over. Dat
van Willem II luidt in vertaling: 'Voor de zeer
doorluchtige en onoverwinnelijke vorst en
vorstin, Heer Willem, koning der Romeinen
en van Germanië, graaf van Holland,