6 Altaarkleed uit de Koorkerk te Middelburg (Musea voor Kunst en Gesch. Brussel). de Voogd, Willems weduwe Elisabeth (1266) en Ada van Schotland, overleden 1208/1209. Branden behoren tot de normale katastrofes in de middeleeuwen. Ten gevolge van de brand van 1492 werd de Koorkerk dermate beschadigd dat nagenoeg heel het interieur verloren ging, ook het gotische praalgraf van Willem II dat in de loop van de tijd een belangrijke artistieke wederuitrusting had ondergaan. Een belangrijke abdij als die van Middelburg moest er voor zorgen dat de Koorkerk opnieuw en naar de eisen van de tijd werd ingericht. Die inrichting of wederuitrusting heeft een halve eeuw geduurd. De kroniek van Jan Reygersbergh van 1551 vermeldt dat in 1546 in opdracht van abt Floris van Schoonhoven de zeer schone sepulture var koning Willem II in uitvoering was. Behalve abt Van Schoonhoven, die zijn ambt bekleedde van 1539 tot 1549, hebben voordien de abten Jan van der Capelle, Maximiliaan van Bourgondië en Cornells van der Goes zich ingezet voor het herstel en inrichting van de Koorkerk. De kerkelijke functie van het gebouw noopte hieraan eerst te beginnen. Aannemelijk is dat ten tijde van de vergadering van het Gulden Vlies in 1505 het koor van gestoelte is voorzien. De belangrijke plaats die de Norbertijnen in de Zeeuwse samenleving innamen, zal de reden zijn geweest niemand minder dan Jan Gossaert genaamd Mabuse voor de nieuwe inrichting van de Koorkerk aan te trekken. De traditie wil dat hij vijftien jaar aan het grote altaarstuk (retabel) heeft gewerkt. Een lange periode maar afgewisseld door andere opdrachten en een reis naar Italië. Het grote altaarstuk met aan weerszijden twee zijpanelen oogstte algemeen bewondering o.a. van Albrecht Dürer die de Koorkerk in 1520 bezocht. De speurzin van mevrouw Dhanens leverde het opmerkelijke resultaat dat het altaarkleed kon worden geïdentificeerd met het antependium dat thans aanwezig is in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel. Het kleed vertoont vijf maaltijden vermeld in de evangeliën, samen de eucharistie symboliserend, met nadruk op de rol van discipelen en naaste medewerkers. Vermoedelijk is dit ook het onderwerp van het altaarstuk geweest maar dit wordt door de bronnen niet aangeduid. Aangezien evenwel de Norbertijnen actief waren in de parochiedienst en gericht op het terugdringen van de ketterijen over de transsubstantiatie, is dit geen te boude veronderstelling. Jan Gossaert, die in 1532 overleed, heeft volgens mevrouw Dhanens de ontwerpen geleverd voor het grafmonument van Willem II en zijn echtgenote Elisabeth. Door Bruiloft te Kanaan (detail altaarkleed).

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1986 | | pagina 6