4 wel 'Spaanse kapel' geheten, omdat ze 't Spaanse garnizoen destijds tot 'bidplaats' diende. We spreken nu alleen nog maar over de Markt van Lier, die tijdens de oorlog van 1914-1918 zwaar werd getroffen, maar waar de Tweede Wereldoorlog gelukkig aan voorbij ging. 't Roemruchte Begijnhof, waar de stapjes van juffrouw Symforosa begijntjen nog tegen de huisjes opklinken, hebben we op die bewuste dag niet bekeken. Wèl bezichtigden vele van ons de Zimmertoren 'het heelal tussen vier muren', die vroeger de Cornelius toren heette en een overblijfsel is van de 14e eeuwse tweede stadsomwalling. Daar heeft Zimmer zijn met talloze radertjes geconstrureerde jubelklok en wonderklok opgehangen, die ingewijden alles openbaren over de Greenwich-tijd, de tekens van de dierenriem, de getijen te Lier, de ouderdom en schijngestalten van de maan enz. In de rechter zijgevel figureren typen uit het Lierse volksleven en op 't middaguur trekt in een zijvenster een stoet van Belgische vorsten en Lierse burgemeesters voorbij. Aan zoveel vernuft kijkt een gewone sterveling z'n ogen uit, al is hier eerder sprake van 'kunstig' en 'knap' dan van kunst. De Sint Gummarus kerk De Bouwgeschiedenis. Daar onze onvolprezen Stichting haar aandacht vooral dient te richten op Zeeuwse of Vlaamse kerken, leggen we deze keer het accent op de Sint Gummarus, een grote kruisbasiliek in laat gothische Brabantse stijl met aan de westkant een onlangs gerestaureerde imposante toren, waaraan Hendrik Mijs al in 1378 begon en die z'n huidige vorm pas in de 18e eeuw kreeg. Om een kerk als deze goed te leren kennen. De Zimmertoren met zijn wonderbare klok. zou een bezoek van een dag of drie nog onvoldoende zijn. In de eerste plaats moet men zo'n gebouw in gebruik zien en in de tweede plaats kan een bezoeker in een uur nooit de schoonheid van de vele glasramen, kapellen, retabels, altaren, preekstoel, doxaal en koorbanken verwerkenMaar 't is dan ook de bedoeling van onze tochten een indruk te geven van al het moois, dat in onze regio te zien is, zodat u, nieuwsgierig geworden, 'eens op een dag' daarheen zult terugkeren. Aan de Gummarus hebben vijf generaties gebouwd, iets, dat bij de grote gothische kerken dikwijls het geval is. De middeleeuwer dacht er duidelijk anders over dan wij, die een snelle oplossing doorgaans prefereren en 'aan kant' willen zitten. Hele generaties hebben te midden van bouwketen, steigers en alle soorten van bouwmaterialen hun erediensten gevierd en we hebben de indruk, dat men een en ander verdroeg, uitziende naar het daverende feest, dat de kinderen of kleinkinderen ter gelegenheid van de wijding van de pas gebouwde kerk (kerkmis werd kermis!) zouden meebeleven. Merkwaardig genoeg is men bij de Gummarus met de toren aan de westkant aangevangen, men ging hierdus min of meer van west naar oost, terwijl men meestal met de oostpartij, het koor dus. begon. In 1423ging Jan II Keldermans zich met de bouw bemoeien, later bijgestaan door zijn zoon Anthonis. De O.L. Vrouwe kapel in de noordbeuk dateert al uit het begin van de 15e eeuw. Jan van der Heyden en Jan van den Hazeldonck namen tussen 1460-1476 het transept voor hun rekening. Andries I Keldermans en Herman en Domien de Waghemakere voltooiden in de jaren De wijzerplaat van de Zimmertoren. 1475-1515 't koor, de kooromgang met straalkapellen en de sacristieën. Maar in de 16e en 17e eeuw moest er nog aan deze collegiale kerk veel worden afgewerkt en gerestaureerd, iets. dat ook heden, gezien de toestand van het dak en de gewelven, aanbeveling verdient. Het interieur. Geleid door een vriendelijke gids betraden we het kerkgebouw. Direct viel ons het doxaal, uitgevoerd in steen van Écaussines en Avesmes op, dat door Frans Mijnsheeren en Jan Wisschavens tussen 1536-1538 gemaakt is. Staande tussen koor en schip, Gummarus als krijgsman in de pinakel bovenop, zijn we nog in de middeleeuwen. In nissen zijn de veertien kruiswegstaties te zien, in twee andere het circa 1850 door Ch. Geerts uit Leuven gebeeldhouwd 'Verraad van Judas' en 'de Opstanding'. De beelden van de vier Evangelisten en van twee westelijke kerkvaders werden in 1842 vernieuwd door J.F. van den Kerckhoven uit Antwerpen. De grote zilveren reliekschrijn van Sint Gummarus, 800 kg zwaar en in 1681 1682 door Wierick Somers lil vervaardigd, staat achter deurtjes, waarop het bekende wonder met de eikeboom geconterfeit is. In de kerk staan vele zogenaamde portiek-altaren o.a. dat van O.L. Vrouw van de witte Lelie (1666-1667) van Artus Quellinus de Oudere, een man, die gezien zijn werk van grote omvang en op vele plaatsen, twee levens gehad moet hebben. De preekstoel, waarvan de kuip gedragen wordt door vier van de zeven aartsengelen (Michaël, Raphael, Gabriël en Uriël) is ook van zijn hand, al werd hij daarmee van 1640 tot 1642 bijgestaan door Peter Verbruggen Sr. Er staan de symbolen van de vier Evangelisten (de mens, de leeuw, de os en de arend) op plus, in een medaillon, het gesneden portret van Gummarus. Een portiek-altaar van deze heilige is omstreeks

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1986 | | pagina 4