7
hier slechts den wensch uitspreken, dat zij
deze achting in onze stad altijd mogen
behouden'.
Het is niet de bedoeling van dit stukje de
geschiedenis van de joodse gemeenschap
in haar geheel te schetsen, hoe interessant
ook, maar meer op de uitbreiding van het
aantal Hoogduitse joden in Middelburg te
wijzen aan het einde van de 17e eeuw. een
uitbreiding die geleid heeft tot het ontstaan
van de joodse begraafplaats aan de
Walensingel in 1704 en tot de stichting van
de synagoge op een terrein tussen de
Herenstraat en St. Jansstraat in 1705. Een
kleine synagoge, zoals die op en in de
brochure van 1905 is te zien. Voor een goed
begrip zij vermeld dat de begraafplaats aan
de Jodengang te Middelburg, dus buiten de
vesten, in de 17e eeuw werd ingericht voor
de Portugese joden. De Portugese joden
werden tot een hogere stand gerekend dan
de latergekomen Hoogduitse joden.
Verschillende Portugees joodse geslachten
zijn in de vorige eeuw in de adelstand
verheven.
In de al meer genoemde brochure zijn
verschillende akten afgedrukt die men tot de
'grondwettelijke' ordonnanties van de joodse
gemeenschap en synagoge te Middelburg
kan rekenen. In tegenwoordige taal eerst de
akte van 27 mei 1705: Voor de heren
schepenen van Middelburg compareerden
de heren Benjamin en Hyman Levi.
Hoogduitse joodse kooplieden wonende
binnen deze stad, die verklaarden over te
dragen aan de heren Marcus Jacobs,
Hendrick Moyses, Moijes Jacobs, Sampson
Jacobs, Hendrick Samuel Levi, Salomon
Isaacks, Hertog Levi de Jonge, allen mede
Hoogduitse kooplieden hier woonachtig, en
voorts aan de heren Levi Davids, vooralsnog
wonende te Amsterdam, en Samuel Levi,
Isaak Boas en Samuel Jacobs, allen
Hoogduitse joodse kooplieden wonende
binnen deze stad (ter acceptatie van de
heren Sampson Jacobs en Hendrick
Moyses als gevolmachtigden)zeker
nieuwgebouwde Kerk en Erve met een
achterhuisje daarbij staande waarin een bad
en fournays (stookplaats) met alle gevolgen
vandien, komende met een vrije uitgang in
de Herenstraat alhier, zijnde respectievelijk
het achtergedeelte van het huis en erve van
de 'overdragers' (Benjamin en Hyman Levi)
genaamd de Goude Tafel, staande in de St.
Jansstraat dezer voorschreven stadenz.
enz.
Deze akte wordt gevolgd door de
verkoopakte voor notaris mr. Pieter
Pedecoeur Junior, rechtsgeleerde en
openbaar notaris, residerende binnen
Middelburg, van 25 mei 1705. Hierin wordt
vermeld dat de verkoop heeft plaats
gevonden voor de somma van 1200 carolus
guldens waarvan op 30 maart 1705 een
contract is gepasseerd voor notaris Petrus
Dobbelaar. Edoch, in dat contract zijn
abuizen gemaakt waarom op genoemde 25e
mei een nieuw contract is gemaakt met een
tiental punten. In het tweede punt wordt het
bad genoemd: leder vrouwmens van de
voornoemde gemeente zal het voornoemde
bad mogen gebruiken op een behoorlijke tijd
zonder dat de eigenaars van het voorhuis en
erve van het huis de Goude Tafel hetzelve
zullen mogen weigeren of beletten. De
plaats van het bad was iets oostelijk van de
kerk. Het stond gratis ter beschikking van de
gemeenteleden na de maandelijkse
Interieur. 1905. Links boven de vrouwengalerij