11 Dit kruispunt werd opgehoogd en diende als burcht tegen de steeds invallende Noormannen. Hier moet in de tiende eeuw al een grafelijk castrum gestaan hebben, 't 's Gravensteen, dat in 1217 al in het stadsrecht aangeduid en in 1254 als zodanig is genoemd. Een andere bron, "t Leven van Willibrord' uit 1103 spreekt al van een Mitthilburgensis portus, waarmee dus de handelsnederzetting wordt bedoeld, die, zoals vaker is voorgekomen, ontstaan was onder de bescherming van het grafelijk castrum. De Ringen van Middelburg Zoals u bekend zal zijn is de binnenstad van Middelburg opgebouwd door vier ringen. De eerste is de al genoemde grafelijke burcht. De tweede vereist nu een wandeling van krap een half uurtje: Lange Delft - Sint Pieterstraat - Balans - Wagenaarstraat - Hofplein - Lange Noordstraat. De Markt en de daarop gelegen Westmonster - of Sint Maartenskerk, in 1575 afgebroken, lagen toen dus aan de buitenrand van de stad en de Arne klotste achter de huizen van de Wagenaarstraat en Sint Pieterstraat: iets verder naar het noorden (aan het Hofplein) stond de uit de 13e eeuw aan Sint Pieter gewijde Noordmonsterkerk. Deze situatie bleef tot de tweede helft van de dertiende eeuw bestaan. In 1217 kreeg Middelburg, evenals Domburg en Westkapelle, van rooms-koning Willem li stadsrecht, dat in 1254 vernieuwd en uitgebreid werd. Op 7 februari 1254 sanctioneerde deze graaf, die in 1256, toen hij door het ijs gezakt was, door de west-Friezen zou worden doodgeknuppeld, ook een belangrijke stadsuitbreiding, die tot de derde ring zou uitgroeien. De Markt, de al genoemde kerken en 't Begijnhof kwamen nu binnen de wallen te liggen, alsmede het hele terrein, dat door de binnengrachten van Bierkaai tot Herengracht omsloten werd. De Spuistraat vormde de oostgrens van de steeds in betekenis toenemende stad. Tussen 1312-1317 werden aan de zuidkant de Gortstraat- en de Segeerstraatpoort meer naar buiten gebracht, de eerste tot 't eind van de Vlissingsestraat, de tweede tot de Goese Korenmarkt. In het derde kwart van de veertiende eeuw werden, om de tot haven afgedamde Arne beterte beveiligen, de beide Dampoorten ter hoogte van de tegenwoordige Schuitvlotstraat herbouwd, waarbij de cirkelvorm aan de oostzijde min of meer doorbroken werd. Men kan een en ander op de kaart van Jacob van Deventer uit 1550 duidelijk zien. Die derde ring maakte het verwezenlijken van een stadsplan mogelijk. Bovendien had men nu grond genoeg om, in geval van een beleg, door akkerbouw en veeteelt in de behoeften van de Middelburgers 'down town' te kunnen voorzien. Gedurende de hele middeleeuwen is de toestand in grote trekken zo gebleven Nu bekijken we de kaart van Pieter (de) Bast, die in 1594 gemaakt is. In die zestiende eeuw is er, zoals een ieder weet. veel gebeurder worden in Amsterdam, Haarlem en Utrecht in 't a.s. najaar tentoonstellingen ingericht over dit tijdperk. De zoveelste Europese burgeroorlog woedde toen, die. doordat hij gepaard ging met religieus fanatisme, een grimmig en langdurig verloop had. Waarbij we wél moeten bedenken, dat oorlogen in die dagen een veel minder totaal karakter hadden dan we in de twintigste eeuw meegemaakt hebben. Men zat binnen de stadswallen betrekkelijk veilig, tenzij een beleg je trof. 'Eet mij maar op', zei burgemeester Pieter v.d. Werf tijdens het beleg van Leiden (1574) tegen z'n wanhopige en uitgehongerde stadgenoten. Toch liep de bevolking van het platteland meer risico's, daar deze voortdurend bestookt, bestolen en afgeslacht werd doormuitende huursoldaten. Intussen gingen de ontwikkelingen verder en begon de in Italië geboren Renaissance zich over Europa te verspreiden. De kartons van Rafaël, de grote Italiaanse Renaissance schilder, hebben hierbij een rol gespeeld. Paus Leo X had deze kunstenaar opgedragen wandtapijten te ontwerpen voor de Sixtijnse kapel te Rome. Deze ontwerpen, kartons genoemd, werden naar Brussel gezonden naar de in die tijd vermaarde tapijtweverij van Pieter van Aelst. Maar niet alleen deze ontwerpen introduceerden de Renaissance in onze landen, maar ook de reizen, vice-versa, die Nederlandse kunstenaars naar het zuiden maakten èn de komst naar Middelburg van twee Italiaanse Renaissance ingenieurs en wel Donato de Boni en Alessandro Pasqualini. Zij begonnen aan een stadsuitbreiding aan de zuid- en oostzijde (vanaf 1549) met 't terrein ten zuiden van de Rouaanse kaai totaan de Segeerspoort, een gebied, dat in de 19e eeuw door de aanleg van het Kanaal door Walcheren onherkenbaar werd toegetakeld. Op 29 januari 1574 versloegen de Zeeuwse Geuzen de Spaanse vloot bij Bergen op Zoom, waarna Middelburg zich op 18 februari aan de Prins van Oranje overgaf; de Spaanse bevelhebber Mondragon bedong en kreeg daarbij een vrije aftocht voor hemzelf en voor de in Middelburg residerende geestelijkheid. De Norbertijnen uit de Middelburgse Abdij zochten toen hun toevlucht in een refugium te Breda. 't Beleg, dat van 1572-1574 geduurd had, brak tijdelijk wèl de middeleeuwse welvaart van de stad, maar handel en verkeer bloeiden na de overgang spoedig weer op, vooral na de val van Antwerpen (1585) toen vele zuid-Nederlandse kooplieden, onder wie de beroemde Balthasar de Moucheron en veel intellectuelen zich hier kwamen Engelse kerk en Simpelhuis in de 17e eeuw. naar een gravure in Smallegange sCronijk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1986 | | pagina 11