20 bestekken van dezelfde heren, gebouwde kerken te Terneuzen en Lillo. Bij de oplevering vertoonden deze vele gebreken o.a. lekkende daken. De afdracht van de vrijwillige bijdrage van 2000,-, waarde Gecommitteerde Raden al in december 1659 naar vroegen, verliep niet zo voorspoedig. Een van de intekenaars was Jacob Cats, die veel betrekkingen had met Biervliet door het genot van tienden, die hij tijdens hetTwaalfjarig Bestand had gekocht van de St. Baafs- en St. Pietersabdij te Gent. Deze tienden waren een bron van geschillen. In 1659 verklaarden de Gecommitteerde Raden van Zeeland, dat zij de rechten van Cats over de tienden bij Biervliet zouden respecteren. Hierop liet Cats weten een vrijwillige bijdrage te zullen geven voor de opbouw van de nieuwe kerk te Biervliet. De magistraat verzocht op 9 augustus 1661 of men niet met 1.400,- kon volstaan. De Gecommitteerde Raden antwoordden, dat het ontbrekende bedrag ten spoedigste moest worden voldaan. Men bleef echterin gebreke want op 9 augustus 1662 bleek, dat de ontvanger-generaal het nog ontbrekende deel van de toegezegde bijdrage had gekort op een som geld die Frangois Ritsaert te goed had van de Gecommitteerde Raden. Ook Terneuzen en Lillo, die bijdragen in de bouwkosten van de kerken hadden moeten leveren, bleven in gebreke. De Gecommitteerde Raden begonnen hun geduld te verliezen en maanden de plaatselijke predikanten aan zonder uitstel te zorgen dat het tekort zou worden voldaan. Wanneer dit niet gebeurde dacht men er over dit in te houden op de salarissen van de predikanten. Jacobus Peudevin, de predikant van Biervliet, liet de Gecommitteerde Raden weten dat hem geen blaam trof. Het schrijven van Peudevin werd aan de magistraat van Biervliet voorgelegd met het verzoek hierop een toelichting te geven en het verschuldigde bedrag direct te betalen. Naar aanleiding hiervan verschenen de heren Peudevin en De la Palma op 2 maart 1663 voor de Gecommitteerde Raden om rekenschap af te leggen over de ingetekende penningen; zij wilden tevens weten bij wie het intekenboek berustte. Hen werd te verstaan gegeven dat de particulieren, die ingetekend maar niet betaald hadden, gesommeerd moesten worden snel te betalen en indien ze weigerden hen een proces aan te doen of beslag op hun land te leggen. Desondanks verzocht de magistraat in november 1664 kwijtschelding van de laatste 27 Vlaams van de toegezegde gelden. Dit werd afgewezen. De kerk is een eenvoudige zaalkerk met dakruiter geworden. Inde dakruiter werden op kosten van de Gecommitteerde Raden in 1660 een klok, afkomstig uit Terneuzenen Het raam Zeelandia (opname 1932). een uurwerk geplaatst. In de raamtraceringen en steunberen leeft de gotiek nog voort. Wanneer men de kerk binnentreedt vallen direct drie gebrandschilderde ramen in de oostgevel Het raam Biervliet (opname 1932). De drie wapens op de rechterpilaster ontbreken nog. op. Deze ramen zijn geschonken door de Prins, de Provincie en het stadsbestuur, (In 1474/75 schonk het stadsbestuur ook een raam met stadswapen aan de St. Nicolaaskerk). Reeds tijdens de bouw van de kerk zegden de Gecommitteerde Raden (30 september 1659) een raam met het wapen van Zeeland gelijk aan dat van Terneuzen toe. Zij hadden Terneuzen op 8 augustus 1659 een raam beloofd als dat van Zaamslag. Het raam te Biervliet moet, hoewel het niet gesigneerd is (in de 17e eeuw werden gebrandschilderde ramen zelden gesigneerd), vervaardigd zijn door de glasschilder Cornelis van Barlaer. Uit de notulen van de Gecommitteerde Raden blijkt dat Van Barlaer de maker van het Zaamslagse raam is. In 1660 verzocht hij betaling voor de hem in 1659 verleende opdracht en op 10 augustus 1660 kreeg hij 51:9:4 Vlaams uitbetaald. De andere twee ramen te Biervliet vertonen qua stijl, kleur en techniek zoveel overeenkomst met het Zeelandiaraam dat ze ook van Van Barlaers hand moeten zijn. De glazenier is te Middelburg geboren als zoon van Cornelis van Barlaer de Oude (overleden Middelburg 1643/44) en eveneens glasschilder. Van Barlaerwasvan 1662/63 en van 1666-1672 deken van het St. Lucasgilde te Middelburg en overleed daar in 1680/81Hij is vooral bekend omdat hij een van de weinige Zeeuwse glasschilders is waarvan werk bewaard is gebleven: de drie glasramen te Biervliet, een zwaar beschadigd raam uit de kerk van Schoondijke dat zich in het Zeeuws Het raam Willem van Oranje (opname 1932).

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1987 | | pagina 20