4 hoofd van de Dienst Stadsontwikkeling te Amsterdam en Ir. P. Verhagen, de 'éminence grise' van de Nederlandse stedebouw en compagnon van de architecten Granpré Molière en Kok, als stedebouwkundige adviseurs aan te trekken. Haast en onzekerheid hebben steeds de wederopbouw gekenmerkt. Terwijl de burgemeester met de uitvoering van de plannen graag wilde wachten tot 'betere tijden', wilde de Ranitz terstond aan de slag gaan. Men stond dan ook voor de buitengewoon moeilijke opgave, die ook geen precedent had:het scheppen van een nieuwe stadskern, die passen zou bij de nog overeind staande 17e en 18e eeuwse bebouwing. Vóór 1940 had Middelburg drie functies; 't Een gedeelte van de Lange Delft ca. 1900. In het midden 'de Gouden Zon', 1639. was een regionaal verzorgingscentrum, een bestuurlijk en geestelijk middelpunt en, tot de Franse tijd, een haven van belang. Daarmee correspondeerden drie problemen, die zich na 17 mei presenteerden. Hoe moet het herbouwde Middelburg eruit zien? Hoe moet deze stad in de moderne tijd functioneren? Hoe dient de herbouw te worden uitgevoerd? Daarbij voegde zich een serie andere onzekerheden als daar zijn: zou men kunnen beschikken over voldoende arbeidskrachten en bouwmaterialen? Zou de bevolking tot herbouw willen overgaan en hoe groot zou de omvang van de stad in de toekomst zijn? (in 1940 had Middelburg maar 18090 inwoners!) Bovendien vreesde men, omdat het er op dat moment voor sommigen naar uit zag, dat Duitsland niet meer te verslaan zou zijn, voor nieuwe oorlogsschade. Gezwegen dan nog van de kwestie van de financiering. Doorgaan met het verleden Op dit punt aangeland, lijkt het ons verstandig u zo beknopt mogelijk te informeren over de bouwstijlen tussen de twee wereldoorlogen. Ertreden op vele gebieden voortdurend spanningen op tussen traditioneel en functioneel, geheimzinnig en zakelijk, romantisch en practisch. Door deze contrasten verkeerde de architectuur ook in die tijd in een Twee-stromenland: 1het Nieuwe Bouwen. Zowel stijlveranderingen als Functionalisme waren gevolgen van de Industriële Revolutie in de eerste helft van de twintigste eeuw. Deze nieuwe geest uitte zich in de levensstijl, mode, vormgeving en bouwstijl. Men gebruikte vaak staal, glas, beton, grote witte vlakken, lange horizontale lijnen, felle kleuren, abstracte kunst en asfalt. Het nieuwe bouwen was een verzamelnaam voor de activiteiten van de groep moderne architecten, van de stedebouwers, die "t idee van de functionele stad' voor ogen hadden. Ze hadden zich georganiseerd in de in 1927 door B. Merkelbach opgerichte architectenvereniging 'de Acht' in Amsterdam en 'Opbouw' te Rotterdam. De spreekbuis van deze groepering was het tijdschrift 'Acht en Opbouw'. In de C.I.A.M. (Congrès Internationaux d' Architecture Moderne) vonden zij een internationaal platform. Wij noemen hierbij een aantal beroemde namen: J. Duiker. A. Komter, A. Staal. B. Merkelbach. L.C. van der Vlugt. J. A. Brinkman, J.J.P. Oud, G. Rietveld en M. Stam. Om u er iets bij voorte kunnen stellen vermelden we o.a. 't Sanatorium 'Zonnestraal' te Hilversum (Duiker), 't Schroder huis te Utrecht (Rietveld), de Van Nelle fabriek te Schiedam (Brinkman en v.d.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1987 | | pagina 4