8
ook een school, die er nooit gekomen is; het
bejaardenhuis, dat daar nog maar een paar
jaar staat, detoneert net niet, maar past toch
niet al te best bij de stijl van kerk en pastorie.
Bekijken we nu de kerk, 't Is een basiliek met
een hoge lichtbeuk en een uit vijf grote
traveeën bestaand middenschip, waaraan
twee smalle zijbeuken toegevoegd zijn. We
zien hier ook een 'gereduceerd Westwerk',
uit dit soort gevel met drie klokken zal later
de westelijke klokketoren ontstaan, 't Orgel
en de zangerstribune staan aan de
binnenkant tegen deze westelijke muur.
Alles is van baksteen, de ronde zuilen zijn
van dat materiaal en ook de tongewelven,
die de zijbeuken dekken. Wel hebben de
zuilen kleine simpele kapitelen van
natuursteen. De zuil, die de grote
ingangspartij met de Petrus- en Paulusboog
domineert, heeft merkwaardigerwijze een
gestileerd knopkapiteel, dat ook, daar uit
Doornikse steen gehouwen, aan een zuil
van de Balanspoort te zien is, een
modelletje, dat uit de 13e eeuwse
Scheldegothiek (kerk te Aardenburg) stamt.
De kerk heeft een ziende bekapping, in de
Romaanse tijd gaf men liever de voorkeur
aan vlakke houten plafonds, maar dat idee
De oude in waterstaatsstijl gebouwde R.K. kerk in de Noordstraat.
«k
van Van Moorsel is in de goede bedoelingen
blijven steken. De halve steentjes, die aan
de buitenkant een decoratief effect hebben,
roepen de oude methode van steigeren met
vliegende steigers (zie Bulletin 12, blz.
25/26) in de herinnering.
De bouwmeester heeft bij deze kerk zowel
aan de Romaanse als aan de Gothische
bouwstijl gedacht. We zien rondbogen - de
rondboogfriesjes aan de west- en oostgevel
zijn puur Romaans - maar ook vele kleine
spitsboogramen, soms, in 't schip,
combinaties van vier tegelijk. Een
triomfboog, ook van baksteen, scheidt het
schip van het koor, dat vier treden hoger ligt;
in het hoogkoor, weer drie trapjes omhoog,
bevindt zich de marmeren altaartafel. Het
koor is betrekkelijk klein, omdat het hier om
een gewone parochiekerk gaat. Het wordt
afgesloten door een cirkelvormige absis en
verlicht door vijf smalle spitsboog vensters
met glas in lood in de vorm van
flessenbodems. In 1958 bracht de
kunstenaar Hans Heeren hier een
muurschildering aan: Christus omgeven
door twee op bazuinen blazende Engelen
(het oude motief van de Laatste Dag?)
De architect is ook met de plattegrond gaan
schuiven. Rechts van de ingang is een kleine
Maria-kapel ingericht, waar een mooie
replica? (daar is het laatste woord nog niet
over gezegdhangt van het vroeger zo
beroemde en vereerde schilderijtje van
Onze Lieve Vrouwe van de Polder, 't Is een
'Maria in gebeden' in de geest van Quinten
Matsijs en 't hangt daar, gered uit de brand,
sinds de bouw van de kerk.
In de vroeg-christelijke basiliek stond op
deze plaats vrijwel altijd de doopvont, die nu
in de noorderzijbeuk neergezet is. De
sacristie, traditioneel te vinden aan de
zuidzijde van het koor, ligt hier met de
Dagkapel aan de noordkant.
Aan de voet van de al genoemde triomfboog,
daar, waar het schip overgaat in 't koor, is
een lage afscheiding, een bakstenen
muurtje gebouwd, gecombineerd met twee
ambo's. Deze opstelling gaat terug tot de
inrichting van de vroegste christelijke
basilica's, men las vanaf de noordelijke
ambo het Evangelie, van de zuidelijke het
Epistel voor. Dat stenen muurtje is later
uitgegroeid tot de communiebank.
De eerste steen voor deze kerk werd op 12
april 1950 gelegd; de consecratie vond op 5
juli 1951 plaats door de toenmalige Bisschop
van Haarlem, Mgr. Huibers.
Daar er in onze provincie een betrekkelijk
klein aantal kerken in deze stijl te vinden is
(in Oostburg is er o.a. ook één uit 1949 van
architect F.H.M. Mol) spreken we de hoop
uit, dat het kerkbestuur zich zal realiseren,
dat het een in de toekomst uniek
monumentje beheert, dat vroeger of later op
de Monumentenlijst gezet zal worden.
Maar dan nog
'Nederland is bereid vele malen meer op te