9
brengen aan autoverzekeringspremies -
voor iets dus waarvan toch ieder hoopt het
nooit nodig te hebben - dan het Rijk bijdraagt
aan restauraties', aldus Prof. Temminck
Groll.
Wij keren nog eens naar de Wederopbouw
van Middelburg terug en constateren dan,
dat daarbij de hoofdrol gespeeld is door een
sub-commissie van de Rijkscommissie voor
de Monumentenzorg, waarin dr. J. Kalf en
Prof. J.A.G. van der Steur zitting hadden en
door de leden van de Stedebouwkundige
Raad met de heren Verhagen, Schetteren
de Ranitz, de ontwerpers van het
herbouwplan, 't Overleg tussen beide
organisaties verliep op rolletjes.
De burgerij evenwel was minder gelukkig
met deze ongetwijfeld deskundige mensen,
omdat ze hen als 'import' zagen, die de
Zeeuwse belangen onvoldoende kenden.
Ze vergeleken hen zelfs met de 'verlichte
despoten', die in de 18e eeuw de burgers
hun wil oplegden onder 't motto, dat zij alleen
wisten, wat goed voor het volk was. De
invloed van de bevolking en van de
belangengroepen is inderdaad
buitengewoon klein geweest, wat Mr. v.d.
Veur, de Vrede van Utrecht van 1713
indachtig, deed spreken van 'over u, bij u en
zonder u', daarmee de woorden van de
Franse afgevaardigde, de Abt de Polignac,
tegen zijn collega uit de Republiek
herhalend.
Nu moeten we ons hierbij wel realiseren, dat
het hartje oorlog was, dat de Middelburgse
bevolking over 't hele eiland verspreid
woonde en dat de gemeenteraden volgens
verordening van Seyss Inquart hun
werkzaamheden per 1 september 1941
hadden moeten staken. Bovendien is 't van
belang ook in gedachten te houden, dat
deskundigen stijlloosheid kunnen
voorkomen, die dreigt als een ieder op eigen
houtje iets aan een bouwwerk gaat
toevoegen of veranderen. 'Een mens moet
nu eenmaal dagelijks iets zien, dat z'n hart
verkwikt'.
Tegen de zin van Ir. Ringers, die een
volstrekte centralisatie beoogde, werd de
Stichting Herbouw Middelburg opgericht,
die per 1 januari 1941 haarwerkzaamheden
begon, 't Dagelijks bestuur ervan werd
gevormd door directeur Verhagen, die de
technische en Mr. A. van der Weel, die de
administratieve kwesties voor hun rekening
namen.
In het bestuur zaten bovendien
burgemeester Walré de Bordes, wethouder
Paul, Graaf van Lynden
(contact-commissaris voor Walcheren), jhr.
de Ranitz, jhr. van Nispen en de heer
Zwagerman (namens de Stichting
Getroffenen Oorlogsgeweld Zeeland).
Bij de eerste problemen met de
aanbestedingen greep Ir. Ringers in en
beperkte de bevoegdheid van de Stichting
R.K. kerk en pastorie, omstreeks 1955.
tot de administratieve en esthetische
voorbereiding van de herbouw. De
uitvoering en de controle erop kwamen te
liggen bij een Bouwbureau onder leiding
van een gedelegeerde van Ir. Ringers.
De oprichting van de Stichting Herbouw
Middelburg betekende in zekere zin een
rustpunt. Want daar kon men tenminste
terecht voor alles, wat met de wederopbouw
te maken had, hier kon men technische en
administratieve adviezen krijgen.
Met de openbaarheid bleef het slecht
gesteld, zelfs de kaart van het nieuwe
stratenplan mocht van Ir. Ringers niet
gepubliceerd worden, informatie werd
nauwelijks gegeven. Toch wilde hij niet zo
zeerz'n machtspositie uitbuiten en voor
dictator spelen als wel de chaos op de meest
efficiënte manier te lijf gaan. Een efficiency
overigens, die ten koste ging van de invloed
van degenen, die serieuze herbouwplannen
hadden.
We naderen nu het critieke punt, waarop
veel is misgegaan. In een tweede
rondschrijven aan het architecten-team gaf
Verhagen richtlijnen aan voor de
venstergrootte en de roedeverdeling van de
te bouwen panden. Hij wilde daarmee
voorkomen, dat winkelhuizen grote
etalageruiten zouden krijgen, waardoor 'ze
hun wanduitdrukking zouden verliezen'.
Bovendien zou, naar zijn mening, door de
tweedeling van de gevel een horizontale in
plaats van een verticale geleding van de
straatwand ontstaan.
Bij deze plannen vond hij zowel de in juni
1940 op particulier initiatief tot stand
gekomen Stichting Getroffenen
R.K. kerk Middelburg, west-gevel.