Enige aspecten
van del9eeeuwse
kerkarchitectuur
in Zeeland
1
verkommeren. De Rotterdammers zitten
intussen met een totaal verloederde
Lijnbaan in hun maag. En 'last', maar helaas
niet 'least' het door de wethouder en
plannenmaker Adri Duivesteijn
gestimuleerde nieuwbouwplan voor een
nieuw ('t derde al I) Stadhuis in Den Haag
midden in het Spuikwartier in het hart van de
stad. Er is, vermoeden we, geen Hagenaar
te vinden, die om zo'n geldverslindend
project gevraagd heeft of erom verlegen zit.
We nemen tenslotte de redenering nog eens
over van de al genoemde man, die vele jaren
als Professor in de Bouwkunde, z'n
studenten heeft begeleidwat we met onze
steden doen is een afspiegeling hoe erg 't is
wat we met de wereld doen. Wat nu aan de
orde komt is: 'in-leven-blijven'.
Wij doen verstandig, als we naar deze
woorden zouden luisteren.
Daarom verdienen een Stichting als de
onze, een al veel oudere vereniging als de
Bond 'Heemschut' en al degenen, die zich
hoe dan ook inzetten voor het behoud van
het stadsschoon en van waardevolle kerken
en gebouwen, de steun en de aandacht van
ons allemaal.
Geraadpleegde boeken en artikelen
- Jan de Heer: 'de Delftse School en de Katholieke
architectuurtussen 1945-1955'. Tijdschrift'Eltheto Nr.
64'.
- E.J. Hoogenberk: 'Het idee van de Hollandse Stad'.
Proefschrift Delftse Universiteitspers 1980.
- M.P. de Bruin: 'Ontwikkeling van de Volkshuisvesting in
Middelburg'. Uitg. Woningbouwvereniging 'Middelburg
1983.
- Encyclopedie van Zeeland, deel 1 blz. 211 en volg. deel 2
blz. 318 en volg.
- Universitaire Studiegroep Planologie. Project
Middelburg. 'De Wederopbouw van Middelburg
1940-1945'. door Sjoerd Cusveller, Marijke Gunnink,
Marleen Jacobs, Peter de Klaver. Patrick van Mil en
begeleidende docenten. Mei 1983.
In Zeeuwse Bibliotheek wel aanwezig, maar niet
uitleenbaar.
- Ir. H. de Lussanet de la Sablonière: 'Restauratie aan het
Abdijcomplex te Middelburg 1940-1971
Productie en distributie: Ministerie van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening. Den Haag. 1980.
- Prof.Dr.Ir. C.L.TemminckGroll: een introductie voorde
restauratie'. Inaugurele rede d.d. 4 april 1973 in de Oude
Kerkte Delft.
- Prof.Dr.lr. C.L. TemminckGroll: 'Doorgaan met de
toekomst'. T.H. Delft, afd. Bouwkunde. Febr./juni 1986.
- Het Maandblad 'Plan' voorontwerp en omgeving. 1984.
nr. 2. Artikel over de Wederopbouw van Middelburg, blz.
5t/m21.
- Raymond Salet: 'De Middelburgse Abdij. Meningen en
invloeden omtrent de restauratieplannen in '40-'45.
Uitg. Instituut voor Kunstgeschiedenis, Groningen.
Project Middelburg 1984.
IR. L. VAN DRUTEN
In 1963 werd in Vlissingen het Engelse
kerkje afgebroken. Ik was er ongewild
getuige van, want de school die ik toen
bezocht lag er recht tegenover en de lessen
waren ongetwijfeld saai. Vanuit de ramen
van het klaslokaal kon je het treurige
schouwspel prachtig volgen. Jammer vond
ik het wel, van dat leuke achthoekige
gebouwtje met zijn kleine torentje, je zou het
zo in je zak kunnen stekenWat ik toendertijd
niet wist, was dat het een werkstuk betrof
van een van de beroemdste Nederlandse
architecten uit de vorige eeuw, Pierre
Cuypers. Wat ik ook niet wist was dat
daarmee het enige gebouw van deze
bouwmeester in Zeeland verdween. Alsof
dat nog niet genoeg was, door zijn
vormgeving, we noemen dat centraalbouw,
was het uniek in het oeuvre van Cuypers.
Ai eerder had men, in Middelburg, bij de
restauratie van de Nieuwe Kerk, de
neo-gothische gevels vervangen door 'echte
gothiek'. Beide voorbeelden zijn tekenend
voor de waardering die men tot voor kort had
voor de 19e eeuwse architectuur, geen
enkele dus. Tegenwoordig is dat gelukkig
anders, de architectuur uit de vorige eeuw
wordt meer en meer gerespecteerd al is er
op de manier waarop dit gebeurt wel het een
en ander aan te merken. Het valt echter
buiten het kader van dit artikel hier nader op
in te gaan.
Zeeland is een provincie die niet gelijk in
verband wordt gebracht met 19e eeuwse
kerkarchitectuur. Het aantal en de
verscheidenheid aan kerkgebouwen van
voor 1800 is indrukwekkend en leidt de
aandacht af van de kerken die na die datum
gebouwd werden.
Ook wordt bij de kerkbouw uit de vorige
eeuw vaak gedacht aan Rooms Katholieke
kerken, en Zeeland staat nu niet bepaald
bekend als een katholieke provincie. Toch
verdienen de Zeeuwse kerkgebouwen uit de
vorige eeuw onze aandacht. Misschien zijn
ze niet allemaal even fraai, ze vormen de
stenen getuigenissen van de roerige tijd die
de 19e eeuw op het gebied van de
kerkgeschiedenis was. Deze geschiedenis
verloopt voor de twee belangrijkste
hoofdstromingen, de protestantse en de
rooms katholieke verschillend. Ik zal ze dan
ook even beknopt en afzonderlijk
behandelen, te beginnen met de
protestantse.
Aan het begin van de 19e eeuw, om precies
te zijn in 1809, was 78% van de Zeeuwse
bevolking hervormd, 20% was Rooms
Katholiek en 2% was een andere, of geen
godsdienst toegedaan. De Hervormde kerk
was dus nog zeer belangrijk in die tijd. maar
daarzou toch spoedig verandering in
komen. Er waren twee oorzaken: de eerste
was de invoering van gezangen in 1807, de
tweede was de bemoeizuchtige houding van
de rijksoverheid. In 1816 trad het algemeen
reglement voor het bestuur der Hervormde
Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden in
werking. Het kwam er dus op neer dat
Koning Willem I de reglementen voor de kerk
vaststelde. Deze maatregelen, de
bemoeizucht en de gezangen leidden tot
ontevredenheid. De ontevredenen
scheidden zich in 1834 af van de
moederkerk en vormden zo de Afscheiding.
Het was in feite de eerste Gereformeerde
kerk. Een invloedrijk man in die jaren was
dominee Budding. (Zie Bulletin 10) Hij was
eender voortrekkers van de
afscheidingsbeweging en werd de
Maarschalk der Zeeuwse kerken genoemd
Toch was de Afscheiding in het begin geen
goed georganiseerde beweging, maar een
proces dat zich voltrok in kleine sektarische
groepen. Men beschikte aanvankelijk ook
niet over eigen kerkgebouwen, er werd in de
open lucht gepreekt, of men nam zijn
toevlucht tot landbouwschuren. Het streven
om naar een landelijk verbond van
gelijkdenkenden te komen, het
opbouwwerk, was een moeizaam karwei.
Toch bleef binnen de Hervormde Kerk de
ontevredenheid bestaan. Die leidde in 1886
tot een tweede afscheidingsbeweging. Deze
beweging, onder leiding van Abraham
Kuyper, wordt de Doleantie genoemd. De
beide afgescheiden groepen, de
Afscheiding van 1834 en de Dolerenden
(letterlijk betekent het 'de klagers')
verenigden zich in 1892. Hun
gemeenschappelijke naam zou luiden: De
Gereformeerde Kerken in Nederland.
Hoe verging het in deze tijd de Rooms
Katholieken in Zeeland? Tot 1795 mocht
alleen de Hervormde kerk als zodanig
herkenbaar zijn. Een echt kerkgebouw dus,
met een klok en een toren. Andere
kerkgenootschappen werden wel
getolereerd, maarzij moesten hun
godsdienstoefeningen in onopvallende
gebouwen of schuilkerken houden. Hieraan
kwam in 1796 een einde. De Nationale
Vergadering van de Bataafse Republiek
besloot: 'Dat geen bevoorrechte, nog
heersende kerk in Nederland meer kan, of
zal geduld worden. 'Natuurlijk waren de
Rooms Katholieken blij met deze maatregel,