10 koster liet ons evenwel weten, dat vervanging in zijn ogen geldverspilling zou zijn, omdat de gemeente best een uurtje in de week minder comfortabel kon zitten. De familie de Huybert, de Ambachtsheren van Burgh, hebben deze kerk gesticht en maakten haar bijna tot hun mausoleum: 'roemzucht van stervelingen' zouden Calvinistische 17e eeuwers dit genoemd hebben. Maar die heeft wèl enkele interessante monumenten opgeleverd. Pieter Anthoniszn de Huybert (1622-1697) was Heer van Burgh en Kraaienstein en ook jurist. Hij werd benoemd tot schepen, raad en thesaurier van Middelburg, hij was ook curator van de Latijnse school. Regenten, zoals hij, ontbrak het in die tijd niet aan functies. Hij is ook secretaris van de Staten van Zeeland geweest (1659-1664) en raadpensionaris van dit gewest (1664-1687). Tussen 1687-1697 was hij bovendien nog lid van de Raad van State in Den Haag en bezocht als gezant Zweden, Polen, Brandenburg en Denemarken. Aan deze Pieter de Huybert heeft de gemeente van Burgh haar kerk te danken. Achter de preekstoel, aan de zuid-kant in dit1 geval, is een monument voor deze Ambachtsheer met portretbuste te zien. Hij werd vereeuwigd door de vermaarde Haagse beeldhouwer Johannes Blommendael (1645-1703). Deze maakte ook de tegen de noord-muur hangende grote ovalen epitaaf met twee portret-medaillons van Pieters zoon Johannes, luitenant generaal van de cavalerie, overleden in 1701 en van diens vrouw Catharina Cornelia. De obelisk en krijgsattributen verraden 's mans functie en ambities. De muurtafels van David Pieterszn. de Huybert en van Barbara Theodora van Willigen, beiden overleden in 1719, en opgehangen tegen de oostmuur, zijn vermoedelijk uitgevoerd naar een ontwerp van J.P. Baurscheit Sr. (1669-1728). Diens zoon, J.P. Bauerscheit Jr. (1699-1768), afkomstig uit Antwerpen, is, zoals een ieder weten zal, op Walcheren en ook in België een zeer gezien bouwmeester geweest. De genoemde muurtafels flankeerden oorspronkelijk een gebrandschilderd raam van Cornelis van Barlaer (zie Bulletin 18, blz. 20 en vlg.) dat door de Staten van Zeeland aan de nieuwe kerk geschonken was, maar door de brand van 1924 verloren ging. Nu zijn daar ramen te zien, die heel duidelijk in het tweede kwart vande20eeeuw thuishoren. Bij ons bezoek aan de kerk stonden de epitafen aan de noord- en zuidkant weer in de steigers, ze hebben erg geleden door de brand in 1924. Onze expeditie werd besloten met een kijkje op Neeltje Jans en in Het Topshuis. Wat we daar zagen en leerden, zal onze gids, de heer M.P. de Bruin, u uiteenzetten. Want voor uitleg over stormvloedkeringen, dijken en dammen kunt u beter bij hem terecht! Voor deze bijdrage werden geraadpleegd - W.P.de Vrieze: '29 Verhalen uit de historie van Schouwens westhoek'. Uitg. 1982 blz. 7 en vlg. - J.P. van den Broecke: 'Middeleeuwse kastelen van Zeeland'. Uitg. Elmar B.V. Delft. - Peter Don: Kunstreisboek Zeeland. Uitg. P.N.van Kampen en Zn. 1985. - Encylopedie van Zeeland: deel I, blz. 258/259. deel I, blz. 552 t/m 555. deel II, blz. 562t/m565. - Claudine Chavannes-Mazel e.a. 'Langs de oude Zeeuwse kerken', Uitg. Bosch en Keuning N.V. Baarn. - Met veel dank aan neef van Santen! Toren en kerk van Burgh tussen 1924-1944. Toren en kerk van Burgh na de restauratie van 1947/1949 en van 1973/1974.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1987 | | pagina 10