22 Op dit plaatje in de in 1635 uitgekomen Nederduytsche Poëmata van Adriaan Hotter ziet men nog de huisjes voor dekerk afgebeeld. De beurs en de kerkuitbreiding zijn dan nog niet tot stand gekomen. komen. Uitgesmeerd over een periode van tien jaar (1948-1958) is onder leiding van de architecten B.V. van den Bergh en E.A. Canneman een ingrijpende restauratie uitgevoerd. Dat men er in die periode niet voor heeft gezorgd dat een zodanige opstelling werd verkregen dat vanaf alle zitplaatsen de kansel te zien is, lijkt ons een duidelijke tekortkoming. Trouwens, ook de crème-achtige kleur van de banken, in combinatie met het vele donkere eikenhout in het interieur, is niet hetgeen we ons hiervan zouden voorstellen. Nog altijd rusten de stijlen van het tongewelf op laat-gotische sleutelstukken. Voor het overige is van het oorspronkelijke karakter van het gebouw aan de binnenzijde niet veel meer terug te vinden. Sedert 1981 wordt de kerk weer versierd door koperen kronen, thans vier in totaal. In 1729 werden twee koperen kronen in de kerk aangebracht, die helaas in 1857 werden verkocht. In genoemd jaar kreeg de kerk gasverlichting. In 1927 werden de gaslampen vervangen door koperen gaskronen, die in het kader van de restauratie werden vervangen door moderne electrische lampen. De kleine, goedkoop uitziende lampjes op de galerij vormen nu een nogal schrille tegenstelling met de koperen kronen in het schip. Hopelijk is er in de toekomst aanleiding en gelegenheid om er een meer passend geheel van te maken. omringende tuin. Deze aantrekkelijke produkten van 17e eeuws vakmanschap dateren uit de periode van de uitbreiding, dus van rond 1650. De kanselbijbel is van betrekkelijk recente datum; ze werd in 1865 geschonken door Ds. J.H. Dumans bij zijn vertrek uit Zierikzee na een langdurige ambtsperiode. De twee regentenbanken, tegenover de kansel, zijn vermoedelijk tegelijkertijd met kansel en tuin geplaatst. Kort daarna heeft men aan weerszijden van de regentenbanken een kleinere bocht aangebracht, ieder met acht zitplaatsen, bestemd voor de vrouwen van de heren regenten. Verder dateren uit het midden van de 17e eeuw de fraai bewerkte eiken tochtportalen en de zware trappen naar de galerij. Op de begane grond, tegenover de kansel, stonden oorspronkelijk stoelen, die in 1914 werden vervangen door banken met een weinig aantrekkelijke vorm. De stoelen werden toen verkocht aan een plaatselijke restauranthouder. Aan opstelling en indeling van de banken, vooral ook op de galerij, is duidelijk te zien dat men gewoekerd heeft met de ruimte om aan het huidige aantal zitplaatsen van 800 te Zicht op de brede brug, de beurs en de Kleine- of Gasthuiskerk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1987 | | pagina 22