6
De kerk en het kasteel van Haamstede. De kerk, een pseudo-basiliek, dateert uit 1506.
dominee over 1 Cor. 13, de tekst 'Geloof,
Hoop en Liefde, maar de grootste daarvan is
de Liefde' die tot de dag van vandaag nog op
het schot staat. Maar er is nog meer te zien.
Aan de linkerkant is een globe geschilderd,
waartegen een geopende Bijbel rust. Erbij
liggen een gebroken juk en boeien.
Daarboven stelt een zwevend engeltje met
een lauwerkrans het christelijk geloof voor.
Rechts is een anker te zien, de christelijke
hoop, die op de rots der eeuwen steunt. In 't
midden staat een altaar met een hart erop en
daarboven de 'Zonne der Gerechtigheid', de
Sol Justitiae. De opengeslagen gordijnen
wijzen op het voorrecht van het Nieuwe
Verbond, geven dus aan, dat de vrije
toegang tot God gebaand is.
'Een oude kerk is de geschiedenis van heel
een volk'. Ook hieraan moesten wij bij ons
bezoek aan Haamstede denken. Want wat
zagen we daar? Een kerk, gebouwd in de stijl
van de Brabantse Gothiek (13e-16e eeuw en
later), twee doopvonten, de ene uit 1250, de
andere uit 1855, een houten schot uit het
begin van de 19e eeuw met een voorstelling
erop, waarvan letterlijk de
(kunst)opvattingen van die tijd afdruipen;
daarbij een 17e eeuwse preekstoel en
lezenaar, een 18e eeuwse
Ambachtsherenbank, een orgel uit 1920 en
een Avondmaalstafel uit 1937.
Men ziet dit soort kerkinterieurs op vele
plaatsen en dat kan ook allemaal best.
Kijken we nu nog naar enige details.
De preekstoel uit 1610, strak van lijn, al
renaissance, staat op een oude voet van
natuursteen in een ruime dooptuin, de
lezenaar is ook uit die tijd. De massief
koperen kronen zijn in 1660 opgehangen.
De Ambachtsherenbank (1743) die tegen
het houten schot staat, boven de graftombe
van de Ambachtsheren en Vrouwen, toont in
zijn barokke kuif links het wapen van de
familie Mogge-Collen met als hartschild dat
van de Heerlijkheid Haamstede; het rechter
wapen is van de familie van der Lek-de
Clercq. Wij hebben bij een vorige
gelegenheid het grafmonument van Mr.
Pieter Mogge in de Sint-Adriaan te Dreischor
gezien (zie Bulletin 14, blz. 12) en de heer
van der Lek de Clercq kwamen we in het
daarop volgende nummer in zijn villa
'Heesterlust' in Schuddebeurstegen. Rijke
regenten, die in de 18e eeuw een belangrijke
rol gespeeld hebben en daarvoor in die
Heren bank, naarwe hopen, dankbaar zaten
te zijn. Want 't was toen nog zoals het alle
eeuwen daarvóór ook geweest was: men
accepteerde gewoon, dat er Heren en
knechten waren.
De oude stenen doopvont, die op de juiste
plaats staat (in de Z. W, hoek) is afkomstig uit
de Vogezen, heeft vervolgens in één van de
kapelletjes in de omtrek van Haamstede
gestaan en werd tenslotte een voerbak voor
het vee. Tot het kerkbestuur hem in 1937
ontdekte en er een goede standplaats voor
vond in de kerk.
Job Adriaan Bolle heeft op 4 november 1855
de zilveren doopvont geschonken, een
present, dat hij vergezeld liet gaan van een
damasten kleed ten dienste van het