13
De Sint Pieters of Oude Kerk, gelegen aan het Hofplein, gezien vanuit de Noordstraat. Kopergravure door J.C. Philips naar
een tekening van C. Pronk uit 1743. (Tegenwoordige Staat van Zeeland deel I)
jaar tot het tijdstip dat hij zich een goede
maatschappelijke positie had verworven. Er
werd een zoon geboren, die de namen
Johan Zelandicus Evertsen kreeg. Hij was
de eerste in het geslacht Evertsen die een
burgerlijke functie vervulde, namelijk Raad
en secretaris van de stad Viissingen.
De weduwe ontving niets. In 1676 deed zij
nog een verzoek voor een jaarlijkse
uitkering, zoals in Holland gebruikelijk was,
maar kreeg nul op het rekest.
Uit 'eer' voor de langdurige en goede staat
van dienst van de gesneuvelde Cornelis
Evertsen werd besloten, dat de overledene
'met een honorabele begraeffenis zal
werden vereert' en dat zijn lichaam te
Middelburg in een voor hem op te richten
tombe zou worden bijgezet. Op de tombe,
met beeldhouwwerk versierd, diende een
grafschrift te komen waarin de functie van de
overledene en de langdurige, bloedige
zeeslag met de daarop volgende
overwinning zou worden vermeld.
Dit besluit paste geheel in die tijd. De 17e
eeuw was classicistisch ingesteld. De uit
deugd voortkomende verdiensten
behoorden nationale erkenning te verkrijgen
en werden door de kunsten vereeuwigd.
Gedichten en redevoeringen raken spoedig
in de vergetelheid, een gedenkteken is
blijvend. Vandaar dat eerbare en dappere
personen, die hun leven gelaten hadden ten
profijte van de gehele natie, in de 17e eeuw
op kosten van de gemeenschap werden
vereerd meteen statiebegrafenis en een
praalgraf. De statiebegrafenis van Cornelis
Evertsen vond plaats op 5 juli 1666 in de
Oude Kerk te Middelburg en kostte 548:9:6
vlms. De begrafenisstoet moet
indrukwekkend zijn geweest. Hij bestond uit:
400 krijgslieden met slepend geweer; naast
de baar, gedragen door 14 kapiteins
waarvan 2 kolonels en 2 luitenant-kolonels,
liepen officieren van de admiraliteit;
bloedverwanten: heren Staten Generaal;
heren Staten van Zeeland: heren der
Rekenkamer; heren der Magistraten van
Middelburg, Viissingen en Veere; een groot
aantal belangstellenden.
De Staten van Zeeland ondernamen na de
begrafenis onmiddellijk stappen om te
komen tot de oprichting van een eretombe.
Uit de notulen van de Gecommitteerde
Raden van 22 juli blijkt dat de
raadpensionaris Pieterde Huybert enige
tomben, opgericht ter nagedachtenis van
enige admiraals in Holland, is gaan bekijken.
Tevens vond er een gesprek plaats met
Rombout Verhulst, meester steenhouwer te
's-Gravenhage. Naar aanleiding hiervan
werd besloten om aan Verhulst en aan
Tessinck, steenhouwer wonende te
Middelburg, te vragen verschillende
ontwerpen met kostenberamingen voor een
tombe te maken. Bovendien zouden enige
steenhouwers in Antwerpen benaderd
worden voor het maken van modellen met
begrotingen.
Hoeveel ontwerpen er zijn gemaakt is niet
bekend. In 'Levens-beschrijving van Johan
en Cornelis Evertsen' van J.C. de Jonge
wordt melding gemaakt van tekeningen van
de op te richten tombe vervaardigd door D.D.
Blieck. Van een uitvoering is echter niets
gekomen daar op 5 augustus 1666 Johan
Evertsen overleed tengevolge van een
verwonding opgelopen in de Tweedaagse
Zeeslag tijdens de Tweede Engelse Oorlog.
Johan, de tien jaar oudere broer van
Cornelis, had een zeer langdurige en
bewogen carrière achter zich liggen. Reeds
op 22-jarige leeftijd was hij kapitein. Hij
De afbraak van de Sint Pieterskerk in 1834 gezien vanaf het Hofplein naar het koor. (Atlas Zelandia lllustrata)