16
begraafkerk voor Middelburg en bevatte de
graven van vele zeehelden, geleerden,
staatslieden en voorname Middelburgers. In
het praalgraf van de Evertsens werden nog
twee zonen van Cornelis en een zoon van
Johan bijgezet. Aan de wanden en de pilaren
van de kerk bevonden zich vele
wapenborden. Was iemand in de kerk
begraven dan werd vaak boven zijn graf een
bord waaropzijn wapen en het jaartal van
geboorte en overlijden, opgehangen. Voor
het ophangen van een bord diende men wel
te betalen. Na de komst van de Fransen in
1795 gaf de regering in 1798 bevel alle
tekenen van onderscheid uit de kerken te
verwijderen. In de Oude Kerk hingen niet
minder dan 428 wapenborden waarvan de
oudste dateerde uit 1583. De borden konden
door de families, die daar recht op hadden,
opgehaald worden, de overigen zijn kapot
geslagen. Aan het praalgraf van de
Evertsens werd het wapen van Oranje
vernield.
Op 30 juli 1809 landden de Engelsen met
een groot leger op Walcheren. Een groot
aantal Engelse soldaten moest in
Middelburg ingekwartierd worden waarvoor
men onder andere de Oude Kerk gebruikte.
Op 1 september 1809 waren er volgens het
dagboek van J.H. Schorer (de toenmalige
burgemeestervan Middelburg) 1800
soldaten in de Oude Kerk ondergebracht.
Dat het praalgraaf der Evertsens, in 1809
nog door Lodewijk Napoleon bezocht, enige
bescherming genoot mag blijken uit het feit
dat een Engelse soldaat die de neus van een
van de Evertsens had beschadigd hiervoor
streng werd gestraft. De kerk had veel te
lijden van de inkwartiering. Na het vertrek
van de Engelsen uit Walcheren, 23
december 1809. was de toestand van de
Sint Pieterskerk erbarmelijk. Herstel zou
zeer veel geld kosten. Door de steeds
zwaardere druk der Franse regering was
hiervoorgeengeld. Bovendien was de
Middelburgse bevolking sterk afgenomen
waardoor het aantal predikantsplaatsen
gedaald was van 12 naar 8 zodat men geen
behoefte aan het gebouw had en men niet tot
restauratie overging. Allen de daken werden
waterdicht gemaakt omdat de kerk, als enige
in Middelburg, nog gebruikt werd voor
begrafenissen. Bij het inwerking treden van
de nieuwe begrafeniswet van 1830, waarbij
begraven in de kerk verboden werd, kwam
hieraan een einde. De kerk had nu helemaal
geen functie meer. Op 12 december 1833
werd zij met toren voor afbraak verkocht aan
de heer Dirk Dronkers voor 19.300,--. In
1834 werd daarmee begonnen. Menig huis
op Walcheren is gebouwd van stenen
afkomstig van de Sint Pieterskerk. Op het
vrijgekomen terrein werd een plantsoen
aangelegd dat in 1890 door de hervormde
gemeente verkocht werd als bouwterrein
waarop de Hofpleinkerk (Gereformeerd) en
vijf huizen zijn verrezen.
De neogotische westgevel van de Nieuwe Kerk na de verbouwing in 1852 onder leiding
van architect G.H. Grauss (Zeeuws Documentatiecentrum)
De westgevel na de restauratie van rond 1905. (Zeeuws Documentatiecentrum)
y