22 decoratieve afsluitingen in hout. marmer of ijzer van de overige kerkruimte afgescheiden. Deze kapellen werden vanaf de 14e eeuw door particulieren gesticht en waren in veel gevallen aan een bepaalde patroon gewijd. Aanvankelijke beschikten ze over een eigen altaar, doch na de reformatie werden zij voornamelijk als begraafplaats van voorname families gebruikt. Inde middeleeuwen hadden de kapellen eigen inkomsten waaruit hun onderhoud betaald werd. Niet alleen aan St Anna of StAndries werd een kapel gewijd, ook aan St Sura werd gedacht. Haar kapel, aan de noordoostzijde van de kerk, doorstond de tijd niet. De fundamenten ervan zijn nog zichtbaar in het plaveisel ter plaatse. In het jaar 1572 werd de kerk door de hervormden in gebruik genomen. 'Den 5en october', volgens een kroniek van die dagen, Gewelfschotel in het O.L. Vrouwekoor Gezicht in het koor van de Grote Kerk te Dordrecht. Links de preekstoel van wit marmer van Asmus Frauen met een rococo klankbord. 'quamen Sondagsavonds de geuzen in de Grootekerck en leefden daerin seer oneerlijck, soo met haer gevoech (behoefte) te maken op altaren enz. Daegs daeraen werden alle priesters, minnebroeders en begijnen uyt de stad gedreven'. Dit betekende tevens het einde voor het weelderige uiterlijk van de kerk. De altaren, beelden en sieraden verdwenen, de beschilderingen werden met witkalk bedekt. Een tweede golf van vernielzucht overspoelde de kerk in 1795 toen alle wapenschilden van de grafzerken gehakt werden. In de negentiende eeuw werd de kerk verder onttakeldMen begon aan het begin van de twintigste eeuw te beseffen, dat het gebouw wat meer aandacht verdiende, hetgeen de aanzet betekende voor een algeheel herstel. Deze restauratie werd na het toekennen van subsidie in 1902 aangevat. Een tweede grote restauratie werd vorig jaar voltooid. Bronnen: De Groote Kerkte Dordrecht. J.L. van Dalen 1927. Kunstreisboek.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1988 | | pagina 22