De veelbewogen bouwgeschiedenis van
de Sint-Geertruidskerk te Bergen op Zoom
3
3&1
P.S.J. BEEKHOF-KOOLE
1583: 'Ongeregelde ende ongemanierde
jongens ende kinderen gooien weer
veel stuk'. Taxandria31, 1924.
Volgens de legende heeft Gertrudis, abdis
van het door Sint-Amandus te Nijvel
gestichte klooster, dochter van Pepijn van
Landen en zijn gemalin Itta, in 654 de kerk
van Bergen op Zoom gesticht. Zij was
bovendien patrones van de reizigers en
werd bij ratten- en muizenplagen te hulp
geroepen. Boven de ingang van de kerk
stond tot in de tweede helft van de 17e eeuw,
in goudgele letters, dan ook de tekst: 'Sancta
Gertrudis huius terrae quondam Domina,
interveni pro populo tuo' (Sint Gertrudis eens
vrouwe van dit land, kom tussenbeide voor
Uw volk)'.
Dit alles is natuurlijk door de tijd in nevelen
gehuld. Wél duikt in 1219 al een pastoor in
Bergen op Zoom op, die waarschijnlijk in een
simpel kerkje zijn dienst verrichtte: een
kleine west-toren, een eenvoudig schip met
transept en koortje. Na 1397, na een
ernstige stadsbrand, voegde men aan 't
schip zijbeuken toe.
't Oudste deel van de kerk is de toren, die uit
het 3e kwart van de 14e eeuw stamt, 3
geledingen hoog en met een eigenaardig
driehoekig venstertje boven de ingang.
In 1442 treedt in Bergen op Zoom 'Evert, der
kercken wercmeester' op. 'As men screef
1443 werd den eersten steen geleyt aan den
choorvan de grote kercke tot Bergen op
Zoom'. Hoewel aanvankelijk alleen aan een
nieuwe kooromgang gedacht werd,
veroorzaakte wederom een stadsbrand
(1444), gepaard met donder, bliksem en
verwoesting alom, dat er een heel nieuwe
kerk op de plaats van de oude gebouwd
moest worden. Dit gebeurde dan ook.
Everard Spoorwater, poorter van de stad
Antwerpen, waar hij volgens het plan van
Peter Appelmans (1419-1434) en Jan Tac
(1434-1439) de Onze Lieve Vrouw voltooide
en die zich sinds 1439 ook al bezig hield met
de Grote Kerk van Dordrecht, kon in Bergen
voor het eerst een basiliek neerzetten naar
eigen ontwerp en inzicht. Hij bouwde een
breder schip dan de vorige kerk had met
zijbeuken en zijkapellen, plaatste ook
kapellen aan weerszijden van het koor,
1472.
realiseerde ook de kooromgang en voltooide
in 1472 de kerk, die veel tot de luister van de
stad zou bijdragen.
Wie was Everard Spoorwater?
Laten wij, voordat wij de bouwgeschiedenis
van de Sint-Gertrudis kerk gaan volgen, iets
vertellen over de 15e eeuwse
bouwmeesters.
Terwijl een ieder wel bekend zal zijn met
Andries, Anthonis en Rombout Keldermans
of met Herman en Domien de
Waghemaeckere is, naar onze ervaring,
Everard Spoorwater (Everaert van (der)
Veeweyde of Spoirwater, Spoerwater of
Sporrewater) minder bekend. Toen hij, Mr,
Everaert, 'der stadmeester van Antwerpen'
naar Bergen op Zoom kwam, stond hij nog
aan het begin van zijn carrière. Later zullen
wehemzien optreden bij de bouw van grote
kerken en stadhuizen te Hulst, Haarlem,
Middelburg (raadhuis), Kortrijk, Veere
(stadhuis en O.L. Vrouwekerk), Brielle en
Alkmaar. Hij is omstreeks 1474/1475
overleden en is te Haarlem opgevolgd door
zijn neef Henric Spoorwater, elders door
verschillende leden van de
Keldermans-familie.
Dat 15e eeuwse bouwmeesters in hun toch
betrekkelijk korte leven zoveel tot stand
konden brengen en op zoveel verschillende
plaatsen aan de slag konden zijn. behoeft
toelichting. In de eerste plaats waren de
'architecten' van die tijd zeer ambulant en
mobiel. Ze waren kortere of langere tijd bij
een bouwwerk aanwezig, hielden zich daar
dan bezig met adviseren en visiteren,
'meten' en 'prisen' (prijs bepalen). Ze
beschikten op de bouwplaats over een
zogenaamde appelleerden de spil ervan,
een dagelijks opzichter en uitvoerder, die
geen eigen initiatieven mocht nemen, maar
moest handelen zoals hem door de
'gezworen meester verordonneerd was'.
Spoorwater kreeg van de stad, waar hij
werkte een jaarlijks inkomen van 12 gouden
Rijders of 15 Rijnse guldens, terwijl hij voor
elke dag, die hij op het werk aaanwezig was
(te Bergen van 1462-1463, van 1468-1469
en in 1472 tweemaal) 12 stuivers ving of wel
'vaetgens aels(bier)'. Hij had een vaste
route. Van Antwerpen ging hij, meestal langs
de waterwegen, naar Bergen op Zoom en
Dordrecht, daarna trok hij naar het noorden,
naar Haarlem en Alkmaar. Op de terugreis
deed hij Brielle, Walcheren en Hulst aan. Zat
men ergens met de werkzaamheden in
problemen, dan spoorde een koerier de
bouwmeester op, die zich dan ijlings naar de
bouwplaats spoedde, waar z'n hulp of advies
nodig was; hij was dus een reiziger met visie,
die steeds voorbijkwam. Hierbij kwam dan
nog, dat de bouwmeesters onderling weinig
rivaliteit toonden, er was zelfs wederzijdse
dienstverlening, een groep architecten
bouwde in feite een groep kerken. De
samenwerking tussen Meester Everard en
de Keldermansen was dan ook uitstekend.
Dit blijkt vooral uit het feit, dat Andries,
Matthijs en Anthonis Keldermans geregeld
werden betaald voor aan Spoorwater
geleverde diensten: steenleveranties,
bewerking van materiaal enz. Op 9
december 1471 besteedde Spoorwater ook
z'n ontwerp voor het oxaal van de kerk in
Bergen uit aan Andries en Anthonis
Keldermans, dat door Anthonis in 1478 werd
opgeleverd.
In de 2e plaats begon in Frankrijk al in het
begin van de 13e eeuw een ontwikkeling tot
een moderne kapitalistische bouwpraktijk,
die ook de kerkbouw in de Nederlanden
gedurende de 15e en 16e eeuw zou gaan
kenmerken. Vroeger beschikte de
bouwloods over een bestendige kern van
steenhouwers en metselaars, die tegen
dagloon werkten en hun werkstukken
signeerden met hun persoonlijk teken als
kwitantiemerk. Later kwam de zogenaamde
handelsgotiekop. Brokken onbewerkt
natuursteen werden uit de steengroeven in
Zuid-Brabant, Henegouwen, Namen en
Bentheim verscheept naar de
steenhouwerswerkplaatsen, die eerst in
Brussel, daarna in Mechelen gevestigd
waren. Daarheen moest de bouwmeester
tijdig zijn ontwerp en mallen zenden: naar
deze modellen werd de ruwe steen
gehouwen en, na transport, klaar voor het
gebruik, op de bouwplaats afgeleverd. Op