14 De trieste resten van de opgeblazen toren. (Streekarchivariaat voor Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland, Zierikzee) een groot aantal plaatsen naar Duitsland had moeten brengen, maar dat door de schipper tot zinken was gebracht. In Nederland is er nog één andere toren met een zeshoekige plattegrond, namelijk die van de St. Jacobskerk te 's-Gravenhage. Janse en met hem Westerhof menen een verklaring hiervoor te vinden door aan te geven dat beide kerken in de middeleeuwen onderhorig zijn geweest aan de abdij van Middelburg, waarbij Westerhof nog aantekent dat de Apostelen Johannes en Jacobus broers waren. Wij vinden dit een te gezochte verklaring. Aan de toren is in de loop van de jaren het nodige restauratiewerk gedaan. Voor zover bekend heeft de grootste restauratie plaatsgevonden in de jaren 1590 en 1591 De toren is toen van beneden tot boven vermetseld en van een nieuwe kap voorzien. Hiervoor werden in belangrijke mate oude stenen gebruikt, gekomen van 'de ouwe vervallen ruïnen ende fondamenten van het Clooster tot Sijon te Noordgouwe'. Aan deze restauratie herinnerden voor het eind van de laatste Wereldoorlog een paar steentjes aan de westkant van de toren, rechts een onleesbaar twee-regelig opschrift, links het jaartal 1591 De in 1943 op last van de Duitse bezetters uit de toren gehaalde klok, is na de oorlog weer teruggekomen. Deze klok heeft een doorsnede van 110 centimeter en weegt 800 kilogram. Op de klok staat het volgende opschrift: 'Michael Burgerhuys Me Fecit, Anno Domini 1645, Soli Deo Gloria' Verder in kleine letters de namen van een aantal bestuurders van de stad Zierikzee en van de Vierbannen polder. In mei 1946, een jaar na de bevrijding richtte men. om de klok te kunnen ophangen, op de Ring een klokkestoel op. 'Ik ben weer terug, wie helpt mij aan een toren?', stond er als opschrift op. Op die toren moest men dertig jaar wachten. De herbouw van de toren, waarvoor al direct na de bevrijding geijverd is, werd een slepende zaak. Uit de aard der zaak ging in 1945 en zeker na de ramp van 1953, woningbouw voor. Het werd jaren aan een stuk een moeizame ontwikkeling. De gemeente had een oorlogsschade geclaimd ter grootte van een half miljoen gulden: er werd geld ingezameld om dat bedrag aan te vullen, maar men kwam niet zo ver dat er een toren van gebouwd kon worden. In 1974 "keerden echter de kansen. Men slaagde er in om het resterende halve miljoen uit Den Haag los te krijgen. Aan het architecten-bureau Weyts te Bergen op Zoom werd door het gemeentebestuur opdracht gegeven tot het maken van een ontwerp. Uit drie mogelijkheden werd een toren gekozen die ongeveer gelijk is aan de oude. Op 2 juni 1975 begon firma A. de Kok te Bergen op Zoom met de uitvoering van het werk. De nieuwe toren is gebouwd op het fundament van deoudeen heeft dus hetzelfde zeshoekige grondvlak. Er is gekozen voor een bruinachtige handvormsteen, passend bij de kerk. Er zijn enige verschillen met de toren van vóór 1945. Een ingrijpende wijziging is het weglaten van de traptoren aan de noordkant. Aan de oostkant is een grote nis, die er op een passende manier aan herinnert dat kerk en toren oudtijds eén geheel vormden. Ook is boven de ingang een glas-in-loodraam geplaatst net zoals dat jaren geleden moet zijn geweest. De ingebruikneming van de toren werd verricht op 9 maart 1976 door de Commissaris der Koningin in Zeeland. Dr. C. Boertien. Er is een gedenkplaat onthuld, waarop een aantal feiten die betrekking hebben op de toren, staat vermeld. Het vreemde is evenwel dat de plaat aan de binnenzijde van de toren is aangebracht, zodat deze vrijwel altijd voor iedereen verborgen blijft. Het ware te overwegen om deze plaat inde buitenmuur van de toren in te metselen. Samen met de oude klok uit 1645 hangt nu in de toren ook een nieuwe, die gegoten is door de firma Eijsbouts te Asten. Deze doet alleen dienst als luidklok. Zij heeft een doorsnede van 86 centimeter en weegt 400 kilogram. Het opschrift van deze klok herinnert aan het torenfonds, dat vlak na de oorlog is gesticht. Het luidt: 'Door bevolking van Nieuwerkerk 30 jaar geleden mogelijk gemaakt, dat ik thans mijn stem over Nieuwerkerk kan laten horen. 1975'. Slot Besluiten we dit artikel met een gedicht van wijlen Joh. van Dijke, gemaakt nadat op 3 februari 1975 het besluit om de toren te herbouwen, door de gemeenteraad was aangenomen. Niet dat dit gedicht in aanmerking zou komen voor welke schoonheids- of literatuurprijs dan ook, maar het geeft in eenvoudige bewoordingen weer op welke wijze de bevolking zich er bij betrokken voelde en hoeveel waarde men hechtte aan dit tastbare bewijs van de dorpsidentiteit. 'De torenbouw. Met vreugde hebben wij het nieuws vernomen. Dat de Raad der Gemeente 't besluit heeft genomen, Om de toren op d'oude fundatie te bouwen. Zouden wij die nog gebouwd mogen aanschouwen? Wij hopen zo vurig te zien dat tafreel, Dat de kerk en de toren weer zijn het geheel Van het dorp. dat geschonden door oorlogsgeweld Als met de bouw van de toren die breuk is hersteld. Want ach, wat gingen in die tijd veel levens verloren, Ook schone gebouwen zoals onze toren. Verslagen stond ieder bij dit plekje grond, Terug uit de vreemde bij 't zien van deez' wond. Want dit zeskantig bouwwerk, zij wees ons de tijd, De klok werd geroofd, maar kwam terug, werd bevrijd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1988 | | pagina 14