21 Voorgevel van de Hervormde kerk te Steenbergen (foto: RDMZ Zeist). architecten4 en komt uit het betrekkelijk kleine aantal werken dat ons van hem bekend is, naar voren als een kundig bouwmeester. In Zierikzee zou hij op het financiële vlak overigens aanzienlijk minder bekwaam blijken, maar daarover straks. In dezelfde tijd dat Huijsers aan de Nieuwe Kerk werkte, verrees van zijn hand ook de Hervormde kerk te Steenbergen en kort daarna bouwde hij de Rooms-Katholieke Sint-Antoniuskerk te Breda. Opvallend is. dat hij dus zowel Rooms-Katholieke als Hervormde kerken mocht bouwen. Dit zouden we niet verwachten in een periode die wordt gekenmerkt door grote tegenstellingen tussen de Rooms-Katholieken en de Protestanten. Dat deze controverse ook in Zierikzee een rol speelde, blijkt onder meer uit de geruchten die kwade tongen na de ramp van 1832 hadden verspreid, ais zouden de Roomsen de hand hebben gehad in de brand. Tekenendis.datons ook over de reeds eerder hier aangehaalde kerkbrand die in 1838 Hoorn teisterde, iets dergelijks bekend is. Daar had een Rooms-Katholiek met leedvermaak verklaard dat de Hervormde Grote Kerk had gebrand 'als een ketter in de hel'. Maar om op Huijsers terug te komen: het was waarschijnlijk de secretaris van het college van kerkvoogden, W.D. de Jonge, die hem naar Zierikzee haalde. De Bredase architect zal hier ongetwijfeld hoffelijk door de kerkvoogdij zijn ontvangen en hij zal zelf ook zijn beste beentje wel hebben voorgezet. Niemand kon op dat moment in het najaar van 1832 nog vermoeden dat dit bezoek het begin zou blijken van een langdurige geschiedenis die de beide partijen op den duur lijnrecht tegenover elkaar zou brengen, een geschiedenis die eerst in 1848 (zestien jaar later!) tot de ingebruikneming van een nieuw kerkgebouw zou leiden. Over deze lijdensweg zal ik proberen kortte zijn. De heer Uil heeft een en ander op voortreffelijke wijze geschetst in zijn boek5, dat hier zojuist is gepresenteerdAan de tekst voor dit boek, die ik al enige tijd geleden mocht ontvangen, heb ik veel van wat ik hier te berde breng ontleend; ik ben de schrijver daarvoor zeer erkentelijk. In maart 1833 kwam Huijsers met een zeer gewaagd en ambitieus ontwerp: een grote ronde koepelkerk met een inwendige omgangdit zeker voor Nederland ongekende pian kon naar believen mèt en zonder toren aan de voorzijde worden uitgevoerd6. Behalve aan de Bredanaar, was ook nog aan drie ingezetenen van Zierikzee gevraagd ieder een ontwerp te leveren, maar deze drie, onder wie stadsarchitect A. Ribbe, vielen al gauw af. Het was Huijsers die de Nieuwe Kerk zou gaan bouwen. De kerkvoogden waren weliswaar gecharmeerd van het koepelkerkplan, maar men was toch wel bang dat dit te duur zou uitvallen. De architect zelf was hierover optimistisch. Toen de rijksoverheid echter duidelijk liet blijken niet in de kosten van een zo dure kerk te willen subsidiëren en toen een nieuwe inzamelingsactie ten behoeve van de bouw jammerlijk faalde, kreeg Huijsers opdracht een goedkopere kerk te ontwerpen. Een kruiskerk was het resultaat, met aan de voorzijde een door een fronton gedekte zuilenportiek zoals die uiteindelijk ook is uitgevoerd. Omdat de toekenning van rijkssubsidie bij de bouw van kerken destijds bij wet afhankelijk was gesteld van de goedkeuring der plannen door een ingenieur van Waterstaat, belandde het nieuwe ontwerp vervolgens op het bureau van de in Zierikzee. aan de Oude Haven, woonachtige Abraham Caland. Deze bekleedde op dat moment de functie van ingenieur van Waterstaat op Schouwen en Duiveland en was voorts lid van de raad van Zierikzee7. Hij vond het een goed plan en was vooral ingenomen met het 'sierlijk' voorkomen van de kerk, maar hij De Hervormde kerk te Steenbergen (foto: RDMZ Zeist).

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1988 | | pagina 21