5 Het Rococo koorhek, ontworpen door Michiel Kalraaten gegoten door Adriaan Crantz, 1744 stergewelven gedekt, was 25 meter hoog en had door de vele grote gekleurde ramen muren van licht. Tijdens onze rondgang op de bewuste zaterdag in juni was goed te merken, dat onze donateurs genoten van de schoonheid van het gebouw. Dat lag mede aan de goede uitleg van bekwame gidsen, maar ook omdat een ieder voelde, dat alles klopte, de kerk is namelijk geheel in harmonie met zichzelf. Dat is te opvallender omdat enige stukken van het meubilair, o.a. het koorhek en de preekstoel, niet in de 15e, maar in de 18e eeuw (Rococo) thuishoren. Naar wij veronderstellen detoneren ze niet- iets, dat wél vaak voorkomt in grote Belgische kerken - doordat ze ook staaltjes van uitzonderlijke verfijning en vakmanschap zijn. Gelukkig is de kerk van Dordrecht aan de waanzin van de Beeldenstorm ontsnapt; niet alleen de Landvoogdes Margaretha van Parma heeft dit tot grote dankbaarheid gestemd, maar ook menig Dordts ingezetene, die te midden van veel religieus fanatisme het hoofd koel wist te houden. Met een beschrijving van de Grote Kerk te Dordrecht, een van de mooiste oude kerken, die ons land rijk is, zijn met gemak meerdere Bulletins te vullen, alleen al over de schitterende gewelfschotels in het schip, Maria-koor en hoogkoor (daar is de beschildering van het gewelf nog origineel) zou eindeloos veel te verhalen zijn. Wij bepalen ons nu echter tot een korte beschrijving van de preekstoel, het koorhek, 't orgel en 't glasraam in het zuider-transept. Om met het laatste te beginnen: dit raam geeft twee belangrijke momenten weer uit de geschiedenis van de kerk. 't Bovenste gedeelte toont ons de opening van de Nationale Synode van 1618, in de man met de lange baard is voorzitter Ds. Bogerman te herkennen, 't Onderste deel legt het moment vast, waarop Willem, de eerste Prins van Oranje, deelneemt aan het H. Avondmaal, dat na de overgang naar de Reformatie voor de eerste maal in deze kerk in 1572 werd bediend. In het midden leest men de spreuk: Concordia res parvae crescunt', door eendracht groeien kleine dingen. In deze kerk werden ook twee kinderen van de Prins gedoopt. Aan de oostzijde van het Maria-koor, in de zogenaamde Meerdervoortskapel, zijn ook drie mooie gebrandschilderde ramen te zien; zij symboliseren het leven, de dood en de opstanding, 't Linker raam heeft als opschrift 'in den beginne schiep God de hemel en de aardeen den mensch naar Zijn beeld'; het middelste symboliseert de dood. 't Derde draagt het opschrift 'Ik ben de opstanding en het leven. Die in Mij gelooft zal niet sterven', 't Onderschrift luidt: 'Ik maak alle dingen nieuw. Die overwint zal alles beërven'. Dit laatste raam - ook de twee anderen - is ontworpen door H. Veldhuis en gemaakt in het atelier 'Prinsenhof' te Delft. Het orgel is door de Vlaamse orgelbouwer Nicolaes van Haeghen in 1671 gebouwd. Het moest het mooiste orgel van Nederland worden, zo mogelijk nog iets mooier dan dat in de Sint-Pauluskerk in Antwerpen. De stijl werd aangepast aan die van de preekstoel. Het barokorgel is van zes wapens voorzien en wel die van de kerkmeesters Jan van Hallincq, Jacob van Beveren, Adriaen van Blijenburgh en Cornelis de Witt. Verder ziet men het wapen van Holland en dat van de stad Dordrecht; daartussen de spreuk 'Weest waakzaam, vertrouwend op God'. Alleen de sierlijk gesneden kas is nu nog bewaard. De Rotterdamse orgelbouwer Kam bouwde in 1859 een nieuw orgel in de oude kas, het heeft 51 stemmen. Het staat, zoals gebruikelijk, tegen de westelijke muur van het kerkschip. Vlak daarbij, ook op de traditionele plaats in de zuidwesthoek van het schip, was oorspronkelijk de doopkapel, eind 15e eeuw gesticht door het gilde van de ververs. Het mooiste bewaren we voor het laatst, dus noemen we eerst nog het koperen koorhek, dat het hoogkoor van de rest van de kerk afsluit. In 't begin van de 17e eeuw verhuisde de Dordrechtse familie Diodati naar Batavia. Daar werd de heer des huizes Philippe koopman en later directeur van het graanmagazijn van de Oost Indische Compagnie. Hij schijnt daar goede zaken gedaan te hebben, want na zijn overlijden vermaakte hij aan de Grote Kerk te Dordrecht een kapitaal van 37.425,-, dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1988 | | pagina 5