Kerk en toren
teNieuwerkerkin
Duiveland
7
had, in dienst van de Verenigde Oost
Indische Compagnie, spiegels van
vrachtvaarders gebeeldhouwd. Dat deze
vóóroefeningen in Dordrecht hun vruchten
hebben afgeworpen en tot een schitterend
resultaat geleid hebben, kan een ieder zien.
Aan de vier hoeken van de marmeren kuip
zijn vrouwenfiguren neergezet, die het
Geloof (metde Bijbel), de Hoop (meteen
anker), de Liefde (met een hart) en de
Standvastigheid (met een pilaar)
symboliseren. Op de panelen staan
voorstellingen uit het leven van Christus: de
doop door Johannes de Doper in de
Jordaan, de twaalfjarige Jezus te midden
van de Schriftgeleerden in de tempel en de
Bergrede, 't Vierde paneel, de achterkant, is
leeg, dit bevindt zich tegen een pilaar. De
namen van ontwerper en beeldhouwer zijn
te vinden op de voet van de preekstoel. De
houten kap is een ontwerp van Jan van der
Linden en is gemaakt door Hermanus
Boogmaker en Gerrit de WaalOver het
gieten van de leuning van het trapje, dat naar
de plaats van de dominee leidt, deed de
Dordtse geelgieter Pieter Rokkens zeven
jaar, maar toen presenteerde hij het kerkvolk
ook een kunstwerk, dat aan de volmaaktheid
grenst.
De preekstoel staat in een ruime dooptuin.
Ertegenover, in de regeringsbank, hebben
vanzelfsprekend overheidspersonen
letterlijk op het kussen gezeten.
Zoals wij ai eens eerder schreven is een kerk
als die van Dordrecht verbonden met de
geschiedenis van heel ons volk. Behalve de
Prins van Oranje hebben ook de Graven van
Holland, Maximiliaan van Habsburg, Karei V
en Philips II en de Graven van Egmont en
Hoorne, die op bevel van deze Philips op 't
schavot in Brussel het leven zouden laten,
hier rondgelopen, de Mis gehoord of een
protestantse kerkdienst meegemaakt. Ook
de stadhouders van Holland en Zeeland en
alle Oranje-vorsten hebben hier over de
plavuizen en grafzerken gewandeld terwijl
ze, naarwij hopen, overeen en ander
nadachten en opkeken naarde kieurige
rozetten van de rib- en stergewelven.
De lunch werd deze keer genoten in de
Raadskelder van het Stadhuis. In 1383
bouwden Vlaamse kooplieden op deze
plaats een beurs, die in 1544 tot Raadhuis
werd ingericht. Tussen 1835-1843 werd dit
gebouw onherkenbaarverbouwd in de
klassicistische stijl, die in de 19e eeuw zo
geliefd was.
De recente restauratie van de kerk van
Bergen op Zoom, de Sint-Geertruidskerk,
die we in de loop van de middag bezochten,
vond bij sommige donateurs waardering,
andere, stevig gehinderd door de radicale
ingreep in het kerkschip, spraken fluisterend
van 'een kikker na een nachtegaal'. Wie er
nog nooit geweest is, moet zelf maar gaan
kijken.
Wij kwamen circa vijf uur zeer voldaan in
Middelburg terug. Ons kopje drinken of
glaasje schoot er die middag bij in, er was
nergens iets te krijgen, want Nederland keek
toen gefascineerd massaal naar een voetbal
opt.v.
Bronnen:
- W. Nijman: 'Een rondwandeling door de Grote Kerk van
Dordrecht'. Uitg. D.J. van Brummen B.V. Dordrecht
1977.
- Prof.Dr. F. van der Meer: 'Keerpunt der Middeleeuwen
Aula pocket. Niet meer te koop inde boekhandel, wel te
leen in de Zeeuwse Bibliotheek.
G.J. LEPOETER
Toen we in het kader van de voorbereiding
voor dit artikel het dorp Nieuwerkerk aan een
iets meerdan oppervlakkig onderzoek
onderwierpen, kwam al snel de volgende
uitspraak van Van Swigchem in onze
gedachten: 'De dorpen zijn kwetsbaarder
dan de steden omdat zij kleiner van schaal
zijn en omdat het maar om een gering aantal
objecten gaat. Een paar verstoringen
kunnen reeds dodelijk zijn. In een veel
grotere hoeveelheid van bebouwing, zoals
een stad die oplevert, kan er heel wat
gebeuren voordat het punt is bereikt, dat het
oude karakter definitief verloren is gegaan.
Het zal dan ook zaak zijn bijzonder oplettend
te zijn ten opzichte juist van de oude dorpen
die de moeite nog lonen'.
Al is Nieuwerkerk dan één van de bekende
ringdorpen op Schouwen-Duiveland, waar
de gaafheid van vorm van de vroegere
nederzetting niet volledig teniet gedaan is,
veel vanhetoudeis verdwenen en wat er
voor in de plaats gekomen is, kan de toets
der kritiek vaak moeilijk doorstaan. Een
vergelijking met bijvoorbeeld Dreischor- zie
hiervoor Bulletin nr. 14-valt volledig in het
nadeel van Nieuwerkerk uit.
Hierbij dienen we dan wel direct te bedenken
dat de invloed van de overstromingsramp op
1 februari 1953 van doorslaggevende
betekenis is geweest. Citeren we in dit
verband uit het schokkende relaas
'Gekwelde grond': 'Nieuwerkerkdoor het
dal der schaduwen des doods. De
februariramp van 1953 kerfde een voor van
ellende over dit dorp, die niet uit te wissen is,
ook al herrees de gemeente uit modder en
puin tot schoner bloei. Veel immers van het
'oude Nieuwerkerk'zal nimmer terugkeren,
daar het door de zee werd verzwolgen. En
op de dodenakker rijen zich de kruisen
aaneen van hen, wier adem werd
afgesneden door het meedogenloos
watergeweld'. Inderdaad, door het dal der
schaduwen des doods: in één nacht 300
doden op een bevolking van 1800 zielen. Nu,
vijf en dertig jaar na dato, lijkt het vooral voor
een jongere generatie alweer zolang
geleden.
Oudste geschiedenis
De situatie ter plaatse roept vragen op,
waarop moeilijk een afdoend antwoord te
vinden is. Er is hier duidelijk sprake van een
dorp dat gebouwd is op een terp met een
forse oppervlakte en in de kern een hoogte
van enkele meters boven het omringende
polderland. Maar de kerk is hier niet, zoals
dat vrijwel altijd wel gebruikelijk is, gebouwd
op het hoogste deel van de terp maar in feite
op de westelijke helling hiervan. De Hoge
Kerkstraat, de naam geeft het al aan, aan de
oostzijde van de kerk loopt naar de kerk toe
duidelijk naar beneden. Het duidelijkst kwam
het hoogteverschil naar voren in 1953, toen
de kerk anderhalve meter in het water kwam
te staan en op het hoogste punt van het dorp
het water net tot aan de drempels reikte.
Dekker stelt in zijn standaardwerk over
Zuid-Beveland: 'Primair is de woonkern,
secundair de behoefte aan een kerk. Een
kerk kan pas gesticht en in stand gehouden
worden als er mensen zijn die dit op zich
nemen'. Ditzou in Nieuwerkerk kunnen
inhouden dat vóór de kerkstichting de op het
hoogste deel ontstane nederzetting al zo
omvangrijk en dicht bebouwd is geweest dat
men de kerk niet in het centrum van de
bebouwing maar er naast bouwde, er van
uitgaande dat dit in verband met
overstromingen toch een veilige hoogte zou
zijn. Geleidelijk aan heeft de kerk met de
naaste omgeving de centrumfunctie van het
oudere deel van het dorp overgenomen.
Westerhof schrijft het vage vermoeden te
hebben dat de kerk uit de 12e of 13e eeuw
iets noordelijker heeft gestaan. Dit
vermoeden is gebaseerd op het feit dat
dertig jaar geleden enkele honderden
meters ten noorden van de kerk restanten
van een begraafplaats gevonden zijn. Naar
ouderdom of verdere bijzonderheden van