6 Gewelfschotel in het Maria-koor. De Visitatie, het bezoek van Maria aan Elizabeth. bestemd moest worden voor de aanschaf van een Avondmaalsstel. Zo geschiedde. De schilder Aert Schouman tekende de modellen van de bekers en schotels en de goudsmid Dirk Wor maakte ze van puur goud. Zo kreeg de kerk vier gouden bekers, één grote en twee kleinere gouden schotels. Naar ons werd verteld worden ze nooit gebruikt, zijnde te mooi en te kostbaar; dit bijzondere cadeau heeft dus eigenlijk z'n doel gemist. Maar er was nog geld genoeg over, dus werden van hetzelfde model, nu voor de Augustijnen- en Nieuwe- of Sint-Nicolaaskerk twee zilveren serviezen gemaakt, elk bestaande uit vier zilveren bekers en één grote en twee kleinere zilveren schotels. Nog was het geld niet op en 'soo sijn onse gedachten gevallen ter onsterffelijker Eere van de Heer Philippe Diodatiop een Koper Heek op een marmeren voet voor het Choor'. De 2.035-, die men bij deze onderneming tekort kwam. is later bijgepast door de heer Witte van Schooten, een familie-lid van Philippe Diodati. Als dank voor dit royale gebaarwerd hem een graf aangeboden vlak voor het koor recht voor het hek. ook in de katholieke tijd al een favoriete plek. 't Koorhek, ontworpen door Michiel Kalraat en in koper gegoten door Adriaan Crantz, kwam in 1744 klaar en staat op een voet van hardsteen en wit, rood en grijs marmer met boven de ingang het wapen van Diodati. Dit sieraad van de kerk had twee voorgangers, want koorafsluitingen zijn er in grote kerken altijd geweest, al treft men op deze plaats ook doxalen aan. Tot 1916 was er een eenvoudig hek, daarna een eiken afsluiting met pilaartjes en engelenfiguurtjes, totdat het glorieuze geschenk van Heer Philippe al het voorgaande in de schaduw stelde. Want een sierlijker hek zal nauwelijks ergens te vinden zijn. De eerste Preekstoel, door Jan Terwen gesneden, werd om onbekende reden in 1597 door een andere vervangen, die nu in de kerk van Oudewaterstaat. De marmeren kuip, die aan de noordkant van het kerkschip is neergezet dichtbij het transept, heeft een mooi rococo klankbord van mahonie-hout. Preekstoel, kap en doophek dateren uit 1756 en zijn bekostigd uit een legaat van Hendrikus van Vught; 's mans wapen is dan ook aan de voorzijde van de kap te zien. 't Ontwerp van dit alles is voortgekomen uit het brein van J. Cresant; Asmus Frauen wist diens luisterrijke idee te realiseren. De laatste was afkomstig uit Scandinavië en Op de zuiderbank: nonnen in een processi Afbeeldingen op de zijkant van de noorder koorbank, links het offer van Abraham.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1988 | | pagina 6