26 De gewelfsluiting van de kerk. (Vermeersch) Molenmeers lopend, komen we langs nr. 30, een pand met twee bakstenen trapgevels gedateerd 1660 en 1657. Aan de linkergevel vindt men hoogvelden met reliëf-voorstellingen van de zeven werken van barmhartigheid, een bewijs temeer dat in Brugge overal de devotie 'op straat' getoond wordt. We laten ons verder niet afleiden want we willen in de Onze Lieve Vrouwekerk de vijfde beuk, de meest zuidelijke, nog eens bekijken, van omstreeks 1450. Uit de tweede helft van de eeuw dateren, volgens Vermeersch, de kapellen van Van Overvelt, Lanchals, de Heilige Margareta en het Heilig Kruis alsmede het tegen de noordelijke torenflank opgetrokken Paradijsportaal. Vermeersch (p. 115): 'Deze sierlijk laat-gotische constructie, die volgens de trend van de tijd in rijpe Brabantse stijl en in een decoratief bewerkte, doch zeer poreuse zandsteen werd uitgevoerd en aldus sedert lange tijd in een dramatisch vervallen toestand was geraakt, kan dankzij een grondige restauratie opnieuw als één van de architecturale wonderen van het 15de- eeuwse Brugge gelden.' Die Brabantse gotiek, door bouwmeesters als de Layens en de Keldermansen gepraktiseerd, bracht ook mee dat zandsteensoorten, gewonnen uit de heuvels van Brabant en Oost-Vlaanderen, II Van sommige leden van Italiaanse families te Brugge bezitten wij de geschilderde portretten maar van Anselmus Adornes niet. Toch vinden wij een beeltenis van hem en zijn vrouw Margareta van der Banck terug op het grafmonument, dat omstreeks 1483 in de Jeruzalemkerk werd opgesteld. Overigens, en weer citeren wij hier Vermeersch, 'is dit de enige in steen verheven tombe van het 15de-eeuwse Brugge die in zijn volledigheid de tand des tijds én de beeldenstorm doorstond'. Een De 15e eeuwse spits van de Onze Lieve Vrouwekerk. (Vermeersch) in combinatie met de lokale baksteen in de 15e eeuw te Brugge werd verwerkt. U zult ongetwijfeld de namen van de zandsteen: Gobertange, Balegem en Lede in de vorige Bulletins zijn tegengekomen. Met het noemen van de Onze Lieve Vrouwekerk moeten wij ook denken aan de toestemming die Lodewijk van Gruuthuuse in 1472 kreeg van het kerkbestuur om zijn paleis via een brugvormige bidtribune met het koor van de kerk te verbinden. Het huis van de Heer - de kerk - werd hierdoor verbonden met het herenhuis van vorstelijke allure. Deze bidtribune of huiskapel is volgens Vermeersch 'een zeldzaam gaaf bewaard voorbeeld van laat-gotische binnenhuis- of kamerarchitectuur. De houten betimmering van deze intieme, met een spitsbogig tongewelf afgedekte ruimte is nog zo goed als oorspronkelijk en volledig. De gewelfribben rusten op houten consoletjes, die in de vorm van fijne vergulde engeltjes zijn uitgevoerd.' Lodewijk van Gruuthuuse, een prins gelijk, voerde het devies: 'plus est en vous' - er is meer in u - en liet het blijkbaar ook slaan op de kostelijke uitvoering van zijn woning. Wij besluiten het eerste gedeelte van ons verhaal met de vermelding, dat de monumentale romp van de toren van de Onze Lieve Vrouwekerk in de 15e eeuw met een elegante bakstenen spits bekroond werd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1989 | | pagina 26