35 architect was Neugebauer en de aannemer C. Roose voor 2046,-. De stenen van de oude consistorie zijn afgebikt voor de fundering. Aan de eerste steenlegging op 29 augustus 1928 door A. Francke, president kerkvoogd, herinnert een gedenksteen geplaatst in de noordmuur. De bouw en de inrichting van de kerk zijn voorspoedig verlopen. Op 1 januari 1645 is deze zover gereed dat er voor de eerste keer in gepreekt kan worden. Uit de notulen van de vergadering van 14 februari blijkt dat de kerk tot volle tevredenheid is opgeleverd. De totale bouwkosten hebben £1395:6:2 (ca 8400,-) bedragen. Om deze te voldoen kon de kerkeraad over de volgende gelden beschikken: - £500 van de stad Middelburg - £522:15:5 van de intekenlijst. Walterus Fourmenois, eigenaar van het kasteel Popkensburg, is met £100 de hoogste intekenaar - £26:2:4 van de extra belasting, ingesteld vanwege de bouw, op bier - £268:1:5 van de diaconie. Bovendien heeft de diaconie nog gelden voorgeschoten om rekeningen van Frans Snickers te voldoen. De boeren uit Sint Laurens hebben een bijdrage geleverd door het kosteloos vervoer (waarvoor ze opgeroepen waren) van de materialen. De stad Middelburg heeft, afgezien van geld, nog een gebrandschilderd raam geschonken. Op dit raam, voor £9 vervaardigd door de Middelburgse glasschilder Cornelis Barlaer (zie Bulletin nr. 18 pag. 20), stond het stadswapen. Waar het raam was geplaatst is niet bekend, evenmin wanneer het uit de kerk is verwijderd. Tevens heeft Middelburg op kosten van de stad een luidklok laten gieten bij Johan Burgerhuis te Middelburg. Op de klok stonden de namen van de burgemeesters en thesauriers van Middelburg en de spreuk 'Soli Deo Gloria Johannes Burgehuis me fecit 1646'. Ze heeft tot 1934 dienst gedaan. Op verzoek van B W van Sint Laurens is de klok, die toen reeds enige tijd gebarsten was, vervangen door een nieuwe, gegoten bij de firma Bergen te Midwolda. Daarop stond 'Soli Deo Gloria' en werden ook de namen van de predikant en de kerkvoogden vermeld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd deze klok op 28 juli 1942 gevorderd. De kerkeraad ontving 30 november 1947 een schrijven van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg met het bericht dat de luidbel naar Duitsland was vervoerd en aldaar versmolten. Ten gevolge hiervan wordt op 31 oktober 1948 besloten een nieuwe luidklok te bestellen bij de Gebr. Bergen te Midwolda. Daarop komt het opschrift 'Sint Laurens 1949 Soli Deo Gloria'. De Staten van Zeeland schenken in 1644 op verzoek van de kerkeraad van Sint Laurens een ijzeren klok (uurwerk). Deze is geleverd door Jan Andriessen voor de som van £28:11:9. Tegelijkertijd met de kerk laat de predikant een huis bouwen, kosten £1192:11:7. Deze pastorie is tot 1758 eigendom geweest van de opeenvolgende predikanten. Dan wordt zij door de diaconie gekocht en aan de predikanten verhuurd. In 1872 wordt de pastorie overgedragen aan de kerkelijke administratie. De kerkeraad besluit in 1934 de pastorie af te stoten en een nieuwe te bouwen. Galerij Uit de archiefstukken blijkt dat het aantal zitplaatsten in 1681 niet meer toereikend is. De kerkeraad richt zich dan tot de Gecommitteerde Raden van Zeeland met het verzoek een galerij te mogen bouwen nu er toch onderhoudswerkzaamheden aan de kerk worden verricht, waardoor de kosten niet te hoog zullen worden. De Gecommitteerde Raden beschikken negatief. De behoefte aan ruimte is kennelijk zo groot, dat besloten wordt de galerij op kosten van de kerk te laten bouwen. Johan Boudaen Courten, sinds 1679 heer van Sint Laurens en Popkensburg, besteedt op 16 september 1682 een galerij aan voor £70. In de rekening van de diaconie van het jaar 1683 komt een post voor van £74:16 voor het 'opmaken van een galderle' in de kerk. Uit het bestek blijkt dat de galerij, tegenover de preekstoel langs de oostmuur, en de wenteltrap geheel van eikenhout moeten worden vervaardigd. Op de galerij moet langs de muur een vaste bank worden gemaakt en moeten ook zeven zitbanken worden geplaatst. De vier nu nog aanwezige wapens bij het orgel herinneren aan Johan Boudaen Courten, heer van Sint Laurens en Popkensburg. Van links naar rechts zijn het de wapens van: Hoeufft (Anna Maria Hoeufft, echtgenote van Johan Boudaen Courten), Sint Laurens, Popkensburg en Boudaen Courten. Bochten (kerkbanken) Al direct na de ingebruikneming van de kerk in 1645 besluit de kerkeraad, dat zowel de vrouw van de heer Fourmenois (heer van Popkensburg) naast haar man, als de vrouw van de predikant over een eigen zitplaats binnen de tuin moeten kunnen beschikken. Verder zijn alle banken eigendom van de kerk. Op 11 april 1745 verzoekt de heer d'Assonville, heer van Brigdamme (Brigdamme behoort kerkelijk bij Sint Laurens) of hij een vrouwenbocht van vier plaatsen met daarnaast een stoel voor een dienstmaagd tegen het doophek aan mag laten plaatsen. De kerkeraad staat dit toe onder voorwaarde, dat het bocht van achteren niet hoger zal zijn dan een gewone stoel in de kerk en dat het tegen het doophek aan de noordzijde van de kerk Het rouwbord van Catharina Fourmenois, echtgenote van Pieter Boudaen Courten, overleden 21 februari 1665. Zij werd in 1653 door het overlijden van haar broer Walter Fourmenois vrouwe van Popkensburg. (foto: J. Griep, Sint-Laurens).

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1989 | | pagina 35