7
gilde in Tholen was dat van Onze Lieve
Vrouwe in het Kinderbed, misschien een
toevluchtsoord voor kraamvrouwen. Of hier
overigens sprake is van een
bedevaartsoord is niet duidelijk.
De meeste pelgrims trok natuurlijk het
paneeltje van Onze Lieve Vrouw van de
Polder, dat al vanaf 1340 in de parochie
kerk van Vrouwepolder vereerd werd. De
lotgevallen van dit roemruchte schilderijtje
zullen we aan het slot van deze bijdrage
uitvoerig verhalen.
Maria van de Toren in Oost-Souburg
De eerste Chirstelijke kerk op Walcheren
werd al in de 10e eeuw in Souburg
gesticht. In 1250 werd op verzoek van een
Petrus Willemszoon een nieuwe parochie
kerk gebouwd. In die tijd werden ook al de
grenzen vastgesteld van het gebied dat tot
die kerk zou gaan behoren, waaronder
Rietem, 't tegenwoordige Ritthem. In een
nis van de toren van deze kerk, toegewijd
aan Maria, stond het al genoemde beeldje,
dat in de 15e eeuw in hoge ere was. Zoals
bekend begonnen in 1566
Beeldenstormers in Vlaanderen met hun
akties en al snel verschenen zij ook op
Walcheren. Eerst vergrepen ze zich aan de
kapel van 't Slot Popkensburg bij Sint-
Laurens, vervolgens sloegen ze letterlijk
hun slag in de kerken van Oostkapelle,
Poppendamme, Aagtekerke, Vlissingen en
Zoutelande, waarna ze hun schreden naar
Oost-Souburg richtten, 't Maria-beeld in de
torennis werd met touwen naar beneden
getakeld en met een moker aan
gruzelementen geslagen. Daarna kwam
het interieur van de kerk aan de beurt. De
schout en zijn gade, het echtpaar de
Deckere, gesteund door de dienstmaagd,
deden aan deze werken mee. Mevrouw
trok zelfs een pantoffel uit en sloeg de
Heilige Maagd daarmee in 't gelaat. Een en
ander kwam hun duur te staan, want
Walcheren was toen nog in Spaanse
handen. Hun straf bleef dan ook niet uit,
want beide echtelieden werden op 2 mei
1568 op de Markt in Middelburg
opgeknoopt. Neeltje Jansdochter, het
dienstmeisje, kwam er iets beter vanaf,
hoewel men gezien had, dat zij ook
beelden uit de kerk naar buiten had
gesjouwd. Maar die had haar smoes klaar:
ze had dit gedaan om deze kostbaarheden
in veiligheid te brengen. Niettemin werd ze
op 17 mei 1568 veroordeeld om in
lijnwaad, in haar hemd dus, in een
processie mee te lopen met een kaars in
haar hand. En bovendien moest zij een
kaars en een zilveren penning offeren in de
kerk van Vrouwepolder. In 1575 keerden
de kansen voor goed en werd de kerk van
Oost-Souburg voor de protestantse
eredienst in gebruik genomen.
Onze Lieve Vrouw met de inktpot in
Aardenburg
Omstreeks 175 na Chr. bouwden de
Romeinen ongeveer op de plaats van het
huidige Aardenburg een castellum (fort),
dat in de Frankische tijd Rodanborch
heette. Nadat de plaats, als zovele andere
in Zeeland, door vele overstromingen na
275 geteisterd was, leefde ze op in de loop
van de Middeleeuwen door scheepvaart,
visvangst, vlascultuur en wolhandel, vooral
met Engeland, er graasden veel schapen
op de schorren. Populaire volksheiligen als
St. Eligius en St. Bavo hebben deze
streken bezocht en ook de Noormannen
hielden er op de welbekende manier af en
toe huis. In de 13e eeuw beleefde de oude
stad, toen al Ardenborch geheten, een
bloeiperiode en werd er een aan Maria
gewijde kerk gebouwd, die lang een
trekpleister voor bedevaartgangers
geweest is vanwege het miraculeuse beeld
van Maria met de Inktpot, dat tegen een
muur stond. De legende is intrigerend. In
de nacht, voordat een weversknecht
onschuldig ter dood zou worden gebracht,
zo vertelt het verhaal, verscheen hem in
een visioen Jezus samen met Maria en
enige engelen. Maria hield een inktpot vast
en Jezus schreef op haar verzoek een paar
woordjes op een stuk perkament.
Vervolgens rolde Hij 't op en zei aan de
veroordeelde dit de volgende dag aan de
baljuw te geven. Wat erop stond, weet tot
de dag van vandaag niemand, maar de
terechtstelling ging in elk geval niet door.
Na 1273 is er in de oude documenten
sprake van voorrechten, aan de stad
verleend vanwege de verering van Onze
Lieve Vrouw met de Inktpot, een
voorstelling van Maria, die al spoedig
verspreid werd over een deel van Europa;
zelfs de Maastrichtse 'Sterre der Zee' was
De bedevaart van graaf Willem VI naar Vrouwepolder. (Les trés belles heures de due de Berry). Zijn dochter Jacoba
begroet haar vader op het strand.