8 oorspronkelijk een Lieve Vrouwke met de Inktpot. Nadat Paus Bonifatius VIII in 1296 de Maria-kerk in Aardenburg tot kapittelkerk had verheven, stroomden alle soorten van pelgrms toe. In de Pinksterweek vonden officiële bedevaarten plaats, tijdens de Heilige Bloedprocessie werd het beeld rondgedragen, waarbij vooraanstaande mensen uit Vlaanderen, afgevaardigden van de hoofdkerken van Brugge en van kloosters en abdijen in de omtrek, de vele plechtigheden door hun aanwezigheid opluisterden. In de periode 1273-1573 zag men te midden van de bonte menigte pelgrims ook de Franse koning Philips de Schone, de Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre (1278), Edward I van Engeland (1296), gevolgd door Edward III in 1340. Later verschenen daar ook Philips de Goede (1425) en Karei de Stoute (1466), terwijl de Engelse koning Edward IV in 1470 door zijn aanwezigheid de goede relaties tussen Engeland en de bewoners van Aardenburg onderstreepte. In de 15e en 16e eeuw werd zelfs de handel met de bedevaartsgangers de hoofdbron van Aardenburgs welvaart; in de winter van 1523/1524 werden b.v. aan de pelgrims 297 zilveren en vergulde en 120 dozijn loden medailles verkocht en 1120 pond was voor de kaarsen. Over de wederwaardigheden van het beeld na de Reformatie lopen de lezingen uiteen. De Zeeuwse Encyclopedie laat ons kort en goed weten, dat uit Vlissingen afkomstige Geuzen het mirakelbeeld in 1573 in barrels hebben geslagen. Maar Walter Dierick geeft ons in een artikel over 'Maria met de Inktpot' andere informatie. De traditie wil, zo laat hij ons weten, dat het beeld toen naar Brugge is overgebracht en daar in een nis van het stadhuis (hoek Blinde Ezelstraat) in een glazen kast met ijzeren rooster is neergezet. Hij vermeldt, dat nog in 1711 daar een dergelijk beeld stond, maar dat het op 30 december 1792, tijdens de Franse Revolutie dus, is vernield. In 1853 hebben de Brugse stadsbestuurders daar een nieuw beeld geplaatst. Wat Aardenburg betreft: de Maria-kerk werd tussen 1625-1626 tot de grond toe afgebroken. Pas in 1851 werd daar naar ontwerp van P. Soffers de Onze Lieve Vrouw Hemelvaart gebouwd, een neo gotische kerk. In 1871 liet de Maastrichtse pastoor Servatius Nuss een stenen beeld van Onze Lieve Vrouwe met de Inktpot in de voorgevel plaatsen, in 1875 werd eenzelfde beeld van hout in de kerk gezet. Na de Tweede Wereldoorlog, toen Jos Dierick daar pastoor was, werd deze kerk opgeluisterd met glas-in-loodramen in het koor o.a. met het visioen in de kerker en het al genoemde bezoek van de Engelse koning Edward IV. Onze Lieve Vrouwe van de Polder in Vrouwepolder 'Le Polder a fait grand miracle'. Aangespoord door een van onze donateurs belden we enige tijd geleden de secretarie van Veere op om de ambtenaren daar erop attent te maken, dat de letter n abusievelijk midden in de naam van 't dorp Vrouwe(n)polder geschreven wordt. Onze gesprekspartner reageerde verrassend: 'is u dat te feministisch, mevrouw?' daarmee blijk gevend van z'n totale onkunde betreffende de geschiedenis van dit roemrijke oord. Wij trachten u nu door ons Bulletin hieromtrent in te lichten en gaan terug tot 1299, toen Wolfert 1 van Borssele, sinds 1271 Heer van Veere en bouwheer van Kasteel Sandenburg, een gebied in het noorden van Walcheren liet bedijken, dat hij Nieupolre of Poire noemde. Door Wolfert II werd daar een kleine kapel gesticht, die in 1324 tot parochiekerk uitgroeide met Maria als

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1989 | | pagina 8