Onze Lieve Vrouwe uit Gargons Arcardia, een 17e eeuwse gravure van F. Bleyswijk. Uit: Derks
patrones. Toen op die plaats de bevolking
toenam, werd in 1340 deze kerk vernieuwd
en uitgebreid.
Dat Vrouwepolder na 1400 een beroemd
bedevaartsoord werd, is te danken aan 't
miraculeuse schilderijtje, dat daar in die
kerk hing. De legende, verteld in Gargons
'Walcherse Arcadia' (Leiden 1715), luidt
aldus: Een vrome inwoner van
Vrouwepolder (of een toevallig passerende
reiziger, Heer Guy van Bornhem) vond de
nieuwe kerk te kaal. Hij ging met een
onbeschilderd paneeltje naar Middelburg,
naar kunstschilder Willem wonend in de
Gravenstraat en meester van het Sint-
Lucasgilde, met het verzoek er een
beeltenis van Maria op te schilderen. Korte
tijd later kreeg die schilder bezoek van een
jonge man uit Brugge, die werk zocht.
Eerst meende de schilder niets voor hem
te hebben, maar toen herinnerde hij zich
het nog onbeschilderde paneel boven in
een kast. Of hij daar misschien een Maria
op wilde schilderen?
De jonge man ging aan de slag. Toen
meester Willem in de middag eens ging
kijken, zag hij, dat 't schilderij klaar was,
maar bleek de schilder verdwenen. Dat
was niet normaal, dat was een mirakel. Dit
was geen mensenwerk meer, maar door
Gods wil, misschien wel door een engel, tot
stand gebracht.
De faam van dit paneeltje, opgehangen in
de kerk van Vrouwepolder, verspreidde
zich snel. Bekijken we even de situatie in
die tijd. Middelburgse kooplieden hadden in
de 14e en 15e eeuw veel contact met
Brugge en de daar gevestigde Spaanse en
Italiaanse kooplieden. In hun land werd
veel in wonderdadige schilderijtjes
gehandeld, 't Kan zijn, dat een
Middelburger van een Spanjaard of Italiaan
in Brugge zo'n Madonna-schilderijtje
gekocht of gekregen heeft, dat hij, weer
thuis, aan de kerk van Vrouwepolder heeft
geschonken. Arnemuiden en Middelburg
bemiddelden toen het handelsverkeer met
Frankrijk, Spanje en Portugal, op
Walcheren zaten dan ook veel Schotse,
Franse, Spaanse en Portugese handelaars
en ook Bretonse zeevaarders uit Quimper,
Penmarck, St. Pol en St. Malo, Bartoenen
genoemd, die een grote verering voor de I
Heilige Maagd hadden. Zij allen, in hoge
mate kwetsbaar en bang voor de zee en
haar gevaren, trokken samen met vele
Zeeuwse zeelieden naar Onze Lieve
Vrouwe van de Polder, haar smekend om
hulp en bewaring.
Maar zij niet alleen. In 1416 pelgrimeerde
ook, op aanraden van Philips van Borssele
van Cortgene, na een hachelijke overtocht
uit Engeland, volgens de toen afgelegde
gelofte, Sigismund, koning van Hongarije
en gekozen Rooms-koning, samen met
Willem VI, Graaf van Holland, Zeeland en
Henegouwen, naar de Zeeuwse Madonna.
Later zou Philips de Goede dezelfde
bedevaart ondernemen, nadat hij tijdens
zijn verblijf in Middelburg, de storm en
overstromingsramp van 1 november 1436
had meegemaakt; hij offerde daar toen een
vetkaars van 100 pond! Al vanaf 1340 werd
op 15 augustus, ter gelegenheid van het
feest van Maria Hemelvaart, het