13 Het uit 1874 daterende Van Puffelen orgel. Van de klokkengieters Willem en Jaspar Moer is meer bekend. Zij waren leden van een gerenommeerd geslacht van gieters, gevestigd in 's Hertogenbosch en afstammelingen van Gobellinus Moer. Deze uit Keulen afkomstige gieter was in 1452 naar 's Hertogenbosch gekomen en na eerst meesterknecht geweest te zijn bij de gebroeders Hoerken, zelfstandig gieter vanaf omstreeks 1460. Vergeleken bij andere karweien moet het gieten van de klok te Souburg voor de gebroeders Moer kinderspel geweest zijn. Zo weten wij dat zij in 1507 op het kerkhof van de Onze Lieve Vrouwe kathedraal te Antwerpen de bijna 5.000 kg zware Carolusklok goten. Dit gebeurde onder grote publieke belangstelling en het zingen van het 'Te Deum laudamus', een wijd verbreide gewoonte. De bewaard gebleven stukken inzake deze gieting te Antwerpen tonen overigens ook nog aan dat deze plechtigheid voor de omstanders niet altijd zonder gevaar was. Kort voor de gieting werd namelijk een ordonnantie door de stad uitgegeven waarin men maatregelen leest 'datter nyemant gequest, verbrant oft anders beschaet oft zeer gedaen en soude werden'. Op straffe van een boete moest men daarom buiten de omheining blijven. Ook werd nog eens uitdrukkelijk gewaarschuwd om niet 'met steenen oft anderssins int werck te worpene'. Het was ook gebruikelijk om bij de gietvorm een wachtpost te plaatsen. In 1541 goten Willem en Jaspar Moer de 6.350 kg wegende klok voor de Sint Servaaskerk te Maastricht. In datzelfde jaar zorgde Jaspar met zijn zoon Jan voor de 5.700 kg wegende klok voor de Sint Jacobstoren te Den Haag. Tot ver in de 16e eeuw werden door de leden van het geslacht Moer talloze klokken gegoten. Ook vestigden zij een grote naam in klokkenspelen. Zoals vele andere is de klok van Oost- Souburg tijdens de Tweede Wereldoorlog in opdracht van de Duitse bezetters weggehaald. Gelukkig is zij na de oorlog onbeschadigd teruggekomen en weer in de toren gehangen. Het zal duidelijk zijn dat het een klok is om zuinig op te zijn! Het interieur Niet alleen het kerkgebouw heeft grote veranderingen ondergaan tijdens de vele ingrijpende verbouwingen in de loop der eeuwen. Het interieur is wellicht nog veel drastischer gewijzigd. Van het oorspronkelijke meubilair is eigenlijk niets meer over. Dat is allemaal verwijderd tijdens de restauratie van 1950. Alleen het orgel en de preekstoel zijn toen intact gelaten. De eenvoudig uitgevoerde preekstoel is afkomstig uit de kerk van West-Souburg en is geplaatst nadat in 1832 de Hervormde gemeenten van Oost- en West-Souburg waren samengevoegd. Duidelijk is te zien, dat de deur vroeger aan de andere kant van de preekstoel heeft gezeten en

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1990 | | pagina 13