16
„heiligdom van het oude bijgeloof" zoals in
een moderne vertaling achterin het werk
van Weiier staat, wordt zeer waarschijnlijk
een Nehalennia-altaar bedoeld. Zij was
een godin die in het deltagebied werd
vereerd.
Wij leerden op de lagere school dat
Willibrord de apostel der Friezen was. Een
indruk van de uitgestrektheid van het
gebied krijgen wij door de mededeling in de
lex Frisionum (wet der Friezen) van
omstreeks 800 dat de zuidgrens van hun
gebied het Sincfal was. Wij kennen deze
stroom als het Zwin bij Cadzand en Sluis.
Aan de noordoostelijke zijde werd het rijk
der Friezen begrensd door de Weser in
Duitsland. Wij mogen aannemen dat
behalve in de duingebieden in het
schorren- en slikkengebied van de delta
nauwelijks bewoning mogelijk was. Toch is
er sprake van een duidelijke
Willibrordverering in deze contreien.
Dekker zegt in zijn uitgebreid werk over
Zuid-Beveland zeer positief dat de activiteit
van de missionaris op het eind van de 7e
eeuw de definitieve kerstening van de
Zeeuwse kustbevolking ten gevolge heeft
gehad. In het kader van het missiewerk
past ook kerkstichting. Daarom is het
aannemelijk dat op de plaats bij Domburg
waar een oud Nehalennia heeft gestaan
een kerkje is gebouwd. Al in het oude
Rome werden kerken gebouwd op de
fundamenten van heidense tempels. Dat
houten kerkje in het gebied, Walacria
genoemd, stond er als een triomf op het
heidendom. Het was gelegen in de
nederzetting voor de kust bij Domburg en
is verdwenen door de gestaag oprukkende
stromingen.
Wie was deze Willibrord, die met elf
metgezellen aan zijn omzwerving
(peregrinatio) in het land der Friezen
begon. In het hart van Utrecht staat een
standbeeld van Willibrord te paard met in
zijn handen een kerkje. Het is zeer
aannemelijk hem op een paard voor te
stellen, een onmisbaar vervoermiddel in
die dagen, zeker voor zijn reizen naar
Rome.
Er is een andere voorstelling waarop hij als
aartsbisschop is afgebeeld tussen twee
diakenen. Het is een miniatuur uit een
'Graduale' van de 11 de eeuw, dat zich
bevindt in de Bibliothèque Nationale te
Parijs. Men zou het een statieportret
kunnen noemen. Hij draagt namelijk het
pallium, een lange smalle band van witte
wol waarop zwarte kruisjes zijn
aangebracht. De zendeling kreeg dit teken
in 695 toen hij door paus Sergius I tot
aartsbisschop van de Friezen werd gewijd.
De wijdingsplechtigheid vond plaats op
zondag 21 november in de St. Pieter ten
overstaan van bisschoppen, priesters en
volk. Het begin van de eedsformule luidde:
,,lk Clemens Willibrordus, door Gods
genade bisschop, beloof aan u, de heilige
Petrus, de vorst van de apostelen, en aan
uw plaatsbekleder, de heilige paus Sergius
en zijn opvolgers, bij de Vader en de Zoon
en de heilige Geest en bij dit uw heilig
lichaam het katholieke geloof in volle trouw
en reinheid te bevestigen en in de eenheid
van dit geloof, waarop alle heil van de
christenen zonder twijfel berust, met Gods
hulp te volharden
De wereld van Willibrord (Weiier, pag. 135).
BERN1C1Ê
Ij.irdmt,Aj Uore5f^
^ÏEOTERBAWT
TEXAN DR1Ë
SUSSEX