De Ned. Herv. Kerk te Oost-Souburg
3
De oude burg
Souburg (oorspronkelijk
G.J. LEPOETER
't Heeft veel arbeid en zwoegen, veel
bidden en het bloed van Heiligen gekost,
om het eerste en voornaamste, het rijkste
en schoonste van Zeelands eilanden voor
het christendom te winnen. Omstreeks 704
landde de heilige Willlbrordus te
Westkapel, de voornaamste stad van
Walcheren, aan de Noordzee gelegen,
maar later door de golven vernield en
geheel verzwolgen. Daar vereerde men
een afgod, wiens afschuwelijk beeld als
heilig werd beschouwd, en wien men
menschenoffers slachtte. De heilige
bisschop, blakende van ijver voor het heil
der verdoolde zielen, wilde den heidenen
de onmacht doen zien van hunnen god van
steen; rukte hem daarom van het voetstuk,
smeet hem ter aarde en verbrijzelde hem
in het bijzijn der tempelwachters. Een kreet
van ontzetting en bloedige wraak ging uit
de scharen op, en een der tempelwachters
trok het zwaard en gaf een geweldigen
slag op het hoofd des koenen predikers.
Maar God beschermde zijn dienaar, en de
wonde kon hem niet deren noch
verhinderen dat hij het bekeeringswerk met
ijver voortzette
Maar de vroegere afgoderij en voorat de
ongebonden levenswijze van het
heidendom hadden nog te veel
aantrekkelijks voor de nieuw bekeerden, en
allengs vervielen de bewoners van
Walcheren, zoo niet tot het oude bijgeloof,
toch tot de oude zedeloosheid; en toen
omstreeks het jaar 800 de Noormannen
het eiland overrompelden, verdwenen tot
zelfs de laatste sporen der christelijke
zeden.
(J.J. van der Horst)
Heeft dit citaat, zo zal de lezer zich
afvragen, nu iets te maken met de kerk van
Oost-Souburg? In directe zin wellicht niet.
Maar als wij willen trachten het historisch
kader wat te verruimen en wat verder
willen kijken dan alleen naar de
bouwgeschiedenis van het kergebouw,
wordt het allemaal iets anders.
Sudburch
Zuidburg - dit in relatie tot Domburg in het
noorden en Middelburg in het midden van
het eiland) is één van de vroeg
middeleeuwse 'burg'plaatsen in de
Zeeuwse en Vlaamse kuststreken. Vooral
gedurende de laatste decennia zijn
omvangrijke archeologische
onderzoekingen gedaan, zowel in Souburg
als op verschillende andere vergelijkbare
plaatsen. Daarbij kwam vast te staan dat
de vluchtburchten van buiten naar binnen
zijn opgebouwd uit een gracht, een uit
plaggen opgeworpen wal en een
opgehoogd binnenterrein. De resultaten
hiervan geven tevens aan dat de in de
tweede helft van de 9e eeuw te dateren
ronde burg van Souburg, met een diameter
van circa 160 meter, in aanleg grote
gelijkenis vertoont met de uit een wat latere
tijd daterende burgen in Denemarken,
zoals te Fyrkat en te Trelleborg. Het
burgterrein te Souburg wordt eveneens
door twee kruislingse wegen in vieren
gedeeld. In de kwadranten zijn op vrij
regelmatige wijze behuizingen
gegroepeerd; de huizen zijn in Souburg
rechthoekig, in Denemarken daarentegen
scheepvormig. Voor de constructie van
wanden en vloeren is veelvuldig gebruik
gemaakt van op maat gestoken plaggen in
combinatie met houtconstructies en
vlechtwanden.
Kerk en toren, gezien vanuit de Ritthemsestraat. De opname is van omstreeks 1902.