20 binnen een door Ozinga en Meischke vastgestelde groep kerken uit de zogenaamde Brabantse gotiek'. Deze groep omvat de grote kerken van Haarlem, Dordrecht, Bergen op Zoom, Hulst, Den Briel, Veere en Tholen. De centrale figuur binnen deze groep was de bouwmeester Evert Spoorwater6. Hoewel zijn betrokkenheid bij de Thoolse kerk op geen enkele wijze kan worden aangetoond neem ik, op grond van overeenkomsten in plattegrond en architectonische detaillering met kerken die met zekerheid aan hem kunnen worden toegeschreven, toch aan dat hij degene moet zijn geweest die op zijn minst iets te maken moet hebben gehad (passief d.m.v. beïnvloeding of actief door persoonlijke bemoeienis) met het ontwerp van het totaalconcept van de kerk. Aangezien dit totaalconcept voor de kerk moet stammen uit de tijd rond 1458 komt Anthonis I Keldermans voor het ontwerp hiervan zeker niet in aanmerking. Zijn eerste zelfstandige architectonische werk komt pas na de dood van Spoorwater in 1474 tot stand. De figuur van de ook in dit verband genoemde Jan Sporrewater blijft te duister om het plan voor de kerk aan hem toe te schrijven. Op grond van de overeenkomsten in architectonische details met vooral de Sint Gertrudiskerk in het nabij gelegen Bergen op Zoom, waaraan in de tweede helft van de vijftiende eeuw ook gewerkt werd, is het aannemelijk dat in Tholen gewerkt is door mensen die ook bij de bouw in Bergen op Zoom betrokken waren. Of Anthonis I Keldermans echter bij het verdere verloop van de bouw in Tholen een rol gespeeld heeft is nog niet geheel duidelijk. Details, onder andere in de triforia, doen vermoeden dat dit inderdaad het geval moet zijn geweest. Zijn directe betrokkenheid kan echter niet met zekerheid worden aangetoond. Om een eventuele betrokkenheid van Evert Spoorwater of Anthonis I Keldermans met De triforiumlijst tegen de noordwand van het middenkoor; de verandering in decoratie geeft de plaats van de bouwnaad aan. (Foto 1989 door P. Ie Blanc). meer dan enige waarschijnlijkheid aan te tonen zal nog veel, vooral vergelijkend onderzoek in andere kerken nodig zijn. Verder lijkt het me wenselijk dat er op niet al te lange termijn onderzoek wordt gedaan naar de inventaris van de kerk; met name de grafzerken kunnen hierbij een boeiend onderwerp vormen.9. De kerk van Tholen heeft nog lang niet al haar geheimen prijsgegeven, veel zou duidelijk kunnen worden uit een onderzoek van de funderingen van zowel de oude als de nieuwe kerk. Misschien dat hieraan tijdens de komende, broodnodige maar o zo kostbare, restauratie iets gedaan kan worden. Slechts op deze wijze kunnen we ons een compleet beeld vormen van het prachtige monument dat de Grote of Onze-Lieve- Vrouwekerk van Tholen is. Noten: 1 Hollestelle, A, Geschiedkundige beschrijving van Tholen en omstreken, Middelburg 1897, pp 229-230 Hierin wordt een akte uit 1358 vermeld waarin staat dat de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Tholen 'haer gesangh verbeurt had'. Oorzaak en afloop van het conflict zijn verder onbekend. Voor dit verhaal is voornamelijk het tijdstip relevant. Abrahamsen, I, Korte en beknopte chronyk van de opkomste der zes stemmende steden van Zeeland..., Middelburg 1755, pp. 20-21. Hierin wordt melding gemaakt van een (inmiddels verdwenen) akte volgens welke de kerk van Tholen met de toren in het jaar 1361 vergroot en heerlijker opgemaakt zouden zijn. 2 De in de fundering en in de onderste geleding van de toren aangetroffen baksteenformaten variëren in lengte van 24 tot 26 cm. Hoewel een datering aan de hand van baksteenformaten aanvechtbaar is kunnen deze toch als een zeer bruikbaar hulpmiddel dienst doen. 3 Een kerktoren die los staat van het schip is in de middeleeuwen geen uitzondering, voorbeelden hiervan zijn onder andere de domkerk van Utrecht en de Sint- Lievens Monstertoren te Zierikzee. Een van de redenen hiervoor kan onder andere brandpreventie zijn. 4 Mieris, F. van, Groot Charterboek, deel IV, Leiden 1753-1756, p. 15. Voor het functioneren van kapittels in de middeleeuwen leze men; Nolet, W. en Boeren, P. C. Kerkelijke instellingen in de Middeleeuwen, Amsterdam 1951 5 Zie hiervoor Hollestelle, A, Geschiedkundige beschrijving van Tholen en omstreken. Middelburg 1897, pp. 233 e.v. Gemeentearchief Tholen te Sint Maartensdijk, Charterboek, pp. 113 en 179 6 In een akte van 12 januari schenkt ene Cornelis Adriaens zone 15 ponden ten behoeve van de overwelving van de kerk. Rijksarchief Zeeland te Middelburg, inv. nr. 152, folio LXXXI. 7 Ozinga, M. D. en Meischke, R, De Gothische Kerkelijke Bouwkunst, Amsterdam 1953, pp. 56-80. Recente studies over het gotische bouwbedrijf en bouwmeesters zijn onder andere: Meischke, R, de gotische bouwtraditie, Amersfoort 1988, en Meischke, R, Janse H, e.a. Keldermans, een architectonisch netwerk in de Nederlanden, 's-Gravenhage 1987. 8 Voor meer gegevens over Evert Spoorwater leze men; Kind, R, de. De plaats van de Sint-Gertrudiskerk in het werk van Evert Spoorwater, in; Bergen op Zoom gebouwd en beschouwd, Bergen op Zoom 1987, pp. 138-157. 9 De genealogische werkgroep Tholen, afdeling Zeeland is bezig met een uitgebreide studie over de grafstenen in de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Tholen. Het resultaat van dit onderzoek zal te zijner tijd worden gepubliceerd. Gezicht op het midden- en noordkoor. (Foto 1990 door H Bos). Gezicht op de kerk vanuit het zuidoosten, foto uit 1917. (Rijksdienst voor de Monumentenzorg).

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1990 | | pagina 20