20 literatuurverwijzing. De invalshoek is de instandhoudingsproblematiek en het gebruik van de Oostkerk. Restauratie in fasen Dit jaar bestaat de Oostkerk. gerekend vanaf het gereedkomen, 325 jaar. Van een grootscheepse restauratie is in al die jaren geen sprake geweest. Gewoon onderhoud was kennelijk voldoende. Storm en bliksem hebben de kerk amper gedeerd. In tegenstelling tot de andere grote Middelburgse monumenten kwam de Oostkerk zonder schade de Tweede Wereldoorlog door. Zelfs de grote luidklok - diameter 117 cm - ontsnapte aan de grijpgrage vingers van de Rüstungsinspection, die een ton aan brons graag in minder welluidende vormen zag gegoten. Volgens L. W. de Bree ('Zeeland '40-'45) ontsprong de klok de wapendans, omdat verwijdering de sloop van de klokketoren nodig maakte. Heeft de Oostkerk de tijd, de elementen en de oorlogen tot dusverrre redelijk doorstaan, de bedreiging is van andere aard: van menselijke, dierlijke en Oostkerk: meesterwerk van classisistische barok. (Foto G. C. de Bruijn). chemische aard. Zoals al ons monumentale cultuurbezit wordt de Oostkerk flink aangetast door de zure regen. De zandstenen ornamentiek is er de laatste decennia sterker op achteruit gegaan dan in de voorgaande eeuwen. De verankering van spits - burcht, adelaar, keizerskroon, windvaan/leeuw en vrijheidshoed - als ook van de 16 vazen is aangevreten. Bij een storm in 1989 diende een superkraan de spits in veiligheid te brengen. Een grondige restauratie heeft inmiddels die spits in ere hersteld. Het milieubeleid zal echter te weinig effectief zijn om te mogen aannemen, dat de bekroning er weer 325 jaar tegen kan. Is de top dan weer glanzend op 45 meter hoogte gebracht, verder omlaag tekenen de zorgen van kerkvoogdij en monumentenzorg zich royaal af. Meer dan 1.500.000,- zal nodig zijn voor de instandhouding van dit pronkstuk van classicistische barok. Er is echter een lichtpunt: de Oostkerk is een 'troetelkind' van alle monumenten-specialisten. Niet alleen in Zeist bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, ook bij provincie en vooral de gemeente. Veel van de Middelburgse monumentenschat is immers grondig hernieuwd of compleet herbouwd. De Oostkerk staat er echter nog exact als in 1667. In het 10-jaren restauratieplan van de gemeente hoefde de plaatsing van de Oostkerkrestauratie dan ook niet bevochten te worden. Zo hoort dat ook bij troetelkinderen. Na de piek-fase is recentelijk de lantaarn- en balustrade-fase van het restauratieplan afgerond. Het lood- en leiwerk moet de zure regen weer een poosje kunnen weerstaan. De balustrade heeft met het oog daarop een zeer bijzondere aanpak gekregen. De eiken balusters in de balustrade hebben aan de uiteinden een kwetsbare pen- en gatverbinding. Met een nieuwe techniek, die 10 jaar geleden voor het eerst is beproefd in het Observantenklooster in Amersfoort, zijn die balusters van kunsthars-beëindigingen voorzien in de balustrade. Het rottingsproces moet zo worden tegengegaan. Een groter probleem vormt de zandstenen ornamentiek, waarmee de Oostkerk zo royaal is versierd. Wie aan de hand van de beschrijvingen van prof. Van Swigchem de rijke symboliek tracht te volgen, zal moeite hebben in de wegterende guirlandes en festoenen bijvoorbeeld de vier elementen te herkennen, afgebeeld als vogels, vruchten, vissen en de zon. Niet alleen de zure regen bedreigt de zandsteen. De

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1991 | | pagina 20