21 Tot stof vergaan, geldt ook de door zure regen aangetaste ornamentiek. (Foto G. C. de Bruijn). De gerestaureerde lantaarn met burcht, adelaar, leeuw en vrijheidshoed in top. (Foto G. C. de Bruijn). duiven ontlokken monumentenwachters weinig vreedzame ontboezemingen. Dat plaatst restaurateurs voor een dilemma. Langer wachten doet de vormen verder vervagen en vervanging roept de vraag op: Voor hoe lang? Wat verloren dreigt te gaan aan rijk beeldhouwwerk, moge blijken uit de foto's. In hoeverre het 10-jarenplan deze problematiek zal kunnen oplossen en de anderhalf miljoen toereikend zal zijn, moet worden afgewacht. In ieder geval is de symboliek een bijzonder kenmerk van de Oostkerk. De uitbundige versieringen, waarin de symboliek is gegoten, vormt een tegenwicht tegenover de strakke klassieke eenvoud van het basisontwerp: de achtkantige vorm met binnen en buiten beneden Korinthische en boven Ionische zuilen en pilasters. Tijd voor een kijkje binnen. Het De Rijckere-orgel De Oostkerk was een der eerste specifiek voor de protestantse eredienst gebouwde kerken in ons land. Het Woord stond daarin centraal. Pas toen de nieuwe psalmberijming was ingevoerd ontstond er behoefte aan een vast orgel. Dat kwam er tussen 1779 en 1783. De Vlaamse gebroeders De Rijckere kregen de opdracht. Of het door de botsing tussen de Frans-katholieke orgelcultuur en het stugge Plollands-protestantse zanggeweld kwam, dat Joachim Reichner en Johannes van Overbeke tot in 1783 aan het orgel moesten sleutelen, weet ik niet, maar toen stond er dan ook een juweel 'in den Rij der Luisterrijkste Kerkorgelen dezer Republicq' In latere jaren werd er aan het orgel zodanig gesleuteld, dat tussen 1968 en 1973 een grondige restauratie plaats moest vinden. De oude luister werd daarmee grotendeels teruggehaald. Af was het karwei echter nog niet. In 1989 kon de firma Leeflang technisch de perfecte staat afronden. Ook het exterieur kreeg de aandacht. Meester-schilder Van Beest maakte het pronkstuk af. Interessant onderdeel daarbij vormde de preekstoel, die integraal deel uitmaakt van het orgelfront. Die kansel was ooit wit verguld. Om onduidelijke redenen is die wellicht aan het begin van deze eeuw in imitatie-eiken donker geschilderd. Was wit in reformatorische ogen in die tijd soms te rooms? De verklaring, dat fiscale redenen een rol hebben gespeeld - hardhout en eiken zou ooit belast zijn geweest, maar imitatie-geschilderd niet - komt mij weinig steekhoudend voor. De eiken kansel was immers al geschilderd. Hoe het ook zij, ook in dat opzicht is de oude luister teruggekeerd. Bij het feestelijke ingebruikname-concert op 2 juni 1989, liet orgelbouwer Jan Keizer zich de top-tien- kwalificatie ontvallen, die ik in de aanhef citeerde. Het valt destemeer te betreuren, dat het orgel zo weinig voor concerten wordt benut. De concert-traditie ligt thans vooral bij de Nieuwekerk en de Lutherse kerk van Middelburg. Verbreding naar het voor ons land unieke De Rijckere-orgel ligt voor de hand. Plannen voor een reeks concerten door aankomend orgeltalent Balusters met voet en top van kunsthars en nieuw verankerde vazen. (Foto G. C. de Bruijn).

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1991 | | pagina 21