12 Hel grote raam in de westgevel, inspiraliebron voor het ontwerp vai (fotoJ Biller, 1976 - Zeeuws Documental lecentrum, Middelburg), De plaats van het nieuwe orgel werd niet zoals het oude orgel boven de hoofdin gang van de kerk, maar vóór in de kerk boven de consistoriekamer, een helaas wat vreemde plaats voor een orgel van zo'n formaat. De oorspronkelijke plaats van het oude orgel tegen de westelijke gevel zou voor dit neo-barokke instrument een betere plaats zijn. aangezien de orgelklank dan beter zou "versmelten" in de ruimte van het schip van de kerk. De nieuwe plaats van het orgel werd geko zen op advies van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en/of de Synodale Orgelcommissie. Het orgel is opgebouwd uit hoofdwerk, rugwerk en pedaal (het zgn. werkenprin- cipe). De vormgeving van het orgel is erg strak, zoals bij de meeste instrumenten uit deze periode De kassen zijn gemaakt van Frans eiken. Het orgel bezit 22 stemmen, waaronder 4 tongwerken. Specifiek aan dit orgel is het horizontale trompet regis ter (Chamade genoemd). Belangrijke kenmerken van het orgel zijn: de ondiepe orgelkassen, strakke vormge ving (Deense stijl), typisch neo-barokke registratie, de helderheid van klank - voor sommigen wat te mager - veel bovento nen en veel bijspraak. De 22 stemmen die het orgel rijk is ge'^en de bespeler niettemin een ruime mogelijk heid tot het spelen van "grote" orgellitera tuur Het onderhoud van het instrument is nog steeds in handen van de Firma van Vulpen. Hoewel de klank al minder scherp is dan oorspronkelijk, tracht men de komende jaren deze door middel van jaarlijks onderhoud nog wat milder te maken, echter zonder het karakter van het orgel te veranderen. De dispositie van het orgel is als volgt: 25) Hoofdwerk. Quitadeen Prestant Octaaf Octaaf Roerfluit Ged.fluit Mixtuur 4 4-5st Trompet(Horz) 8 Rugwerk. Holpijp Prestant Roerfluit Gemshoorn Nasard Scherp Sesquialter Dulciaan 4' 4' 2' 11'3 4st. 2st. Pedaal. Bourdon Prestant Octaaf Mixtuur Bazuin Schalmei 16" 8' 4' 6st. 16' 4' Koppelingen: 1+2 Ped+1 Ped+2 Recente restauratie Kerk en toren zijn net goed en wel weer uit de steigers. Gedurende de tweede helft van 1991 en de eerste maanden van 1992 is een - hoofdzakelijk buitenwerkse - restauratie uitgevoerd, waardoor het gebouw er nu weer gaaf uitziet. Van de west- en zuidgevel van de kerk is het metselwerk ingeboet, terwijl het voeg werk vrijwel geheel is uitgehakt en opnieuw gevoegd De natuurstenen waterlijsten zijn gerepareerd. Van het dak is de totale leibedekking vernieuwd, van het houten dakbeschot moest ca. 200 m2 vervangen worden. De gootbekleding, regenwaterafvoeren en vergaarbakken zijn in koper vernieuwd. Verder zijn voor zieningen getroffen voor een betere kap- ventilatie en zijn diverse loodvoorzienin- gen vernieuwd. Het binnenwerk heeft zich beperkt tot het repareren van de basementen van de pilaren - die nog zeer duidelijke tekenen van de inwerking van het zoute water vertoonden - en het uit hakken en opnieuw voegen van het voeg werk van de gobertange vloertegels. Verder de reparatie van het stucwerk van de westgevel. Van de toren heeft vooral het metsel- en voegwerk veel aandacht gekregen, waarbij tevens natuurstenen hoekstenen, banden, waterlijsten en con soles zijn vernieuwd. Ook de diverse loodvoorzieningen, gootbekledingen en waterafvoeren zijn grondig onder handen genomen. Het houtwerk is geconserveerd en gedeeltelijk behandeld tegen de bonte knaagkever. De kosten van het werk aan de kerk heb ben ca. 600.000,- belopen, aan de toren ca. 450.000.-. Het geheel stond onder leiding van het architectenbureau Rothuizen en 't Hooft b.v. te Goes. Hoofdaannemer was bouwbedrijf Poley b.v. te Kruiningen. Het kerkzegel Het zegel van de Hervormde gemeente Kruiningen is ontworpen in 1986. Aanleiding was opname van de kerk in een kerkepad-route van de NCRV. Kerkepad deelnemers zijn kennelijk fer vente kerkzegel verzamelaars en aange zien, voor zover bekend, de gemeente geen zegel bezat, is toen een ontwerp gemaakt. Het zegel geeft de afbeelding weer van het rozet in het grote kerkraam boven de ingang in de westgevel. Binnen een cir kelvorm zijn drie in elkaar passende iden tieke figuren te zien. Deze vormen staan bekend als het zgn. visblaasmotief (vesi ca piscis), éen van de meest typerende uitingen van de flamboyante venster tracering van de gotiek op het eind van de 14de en de 15de eeuw. In kerkramen uit deze periode komt dit beeld vaak voor. In het onderhavige geval vormen ze een symbool (zoals vaak overigens) van de Heilige Drievuldigheid (Triniteits- Symbool). De cirkel, zonder begin en zonder eind, die de ineengesloten sym bolen omsluit, is op zich een veel voorko mend symbool van God De letters zijn geschreven Uncialen. Het

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1992 | | pagina 12