r
i
3'A
15
Zeer veel heil
Voor de weledele en zeer aanzienlijke
heer WILLEM DE JONGE VAN BRUINIS
SE, toen hij leefde heer van Bruinisse,
Botland enz., driemaal burgemeester van
de stad Zierikzee, schepen en raadslid,
opperdijkgraaf van het eiland Schouwen,
en van dezelfde stad bij name gedele
geerde bij het college dat de rekeningen
van het graafschap Zeeland beheert [=de
Rekenkamer] toen zijn oom gestorven
was, juist op de eerste juni 1705, op de
leeftijd van 67. Dit gedenkteken plaatsten
zijn bedroefde verwanten. 6)
Mr. Willem de Jonge van Bruinisse lega
teerde de heerlijkheid Bruinisse aan zijn
neef Anthonie Nollens (1668-1745). Hij
was de zoon van de medicus dr. Dignus
Nollens, schepen en burgemeester van
Goes en later rekenmeester van Zeeland,
en van Catharina de Jonge, een zuster
van Willem. Anthonie Nollens werd sche
pen, raad en burgemeester van Goes en
lid van Gecommitteerde Raden van de
Staten van Zeeland en van de
Admiraliteit. Kort voor zijn overlijden
maakte hij zijn laatste testament Hij lag
toen ziek te bed in Bruinisse. Hierin gaf hij
opdracht aan zijn neef Cornelis de Witte
om zijn "dood lichaam op een honorable
en fatzoenlijke wijze alhier op Brunisse ter
aarde te bestellen, en in de kerke te doen
oprichten zodanigen monument, even en
in manieren als hetzelve voor wijlen mij
nen oom, den Hrde Jonge van
Brunisse is gedaan en geschiedt" 7).
Deze opdracht werd geheel overeenkom
stig de wens van de overledene uitge
voerd want de epitaaf was vrijwel geheel
identiek aan die van de vorige ambachts
heer. In het wapen van Anthonie Nollens
Wapen van Mr. Willem de Jonge van Bruinisse, aanwe
zig in het gemeentehuis van Bruinisse.
(Coll.Streekarchivanaat Schouwen-Duiveland en Sint
Philipsland, Zierikzee).
werd ook het wapen van Bruinisse als
hartschild opgenomen. Links boven het
wapen Nollens. Rechts boven het wapen
De Witte (grootmoeder vaderszijde) en
rechtsonder het wapen Hoffer (grootmoe
der moederzijde). Deze epitaaf werd aan
gebracht tegenover die van mr. Willem de
Jonge van Bruinisse. Het geschrift luidde:
Mortale Quod Habuit
Heic deposuit/ Vir Nobilissimus
Amplissimus ANTONIUS NOLLENS
Toparcha Brunissae, Botlandiae etc.
Urbis Goezae consul, scabinus senator/
Prius collegio quod Zelandiae A
Rationibus est Tandem lllustrium ac
Praepotentium Zelandiae Ordinum
Delegatis et Collegio Architallassico
adscriptus /Vixit annos LXXVIIM. VI D.
XXIX. Obiit XIII Kal. Nov. MDCCXLV.
Defundo B.D.S.M. /Hoe monum.
L.L.Q.H. Poss. /8)
Wat hij sterfelijk had
plaatste hier de weledele zeer aanzienlij
ke heer van Bruinisse, Botland enz. bur
gemeester van de stad Goes, schepen
en raadslid, tevoren toegevoegd aan het
college van Zeeland voor de rekeningen,
tenslotte aan de gedelegeerden van de
illustere en machtige orden
Gecommitteerde Raden van de Staten
van Zeeland] en aan de Admiraliteit. Hij
leefde 77 jaar, 6 maanden en 29 dagen.
Hij stierf 18 november 1745.
Dit monument hebben de erfgenamen zij
ner bezittingen laten plaatsen.
De vervaardigers
We weten niet wie de epitaaf van mr.
Willem de Jonge van Bruinisse vervaar
digde. Daarentegen wel die van de epi
taaf van Anthonie Nollens. Deze laatste
werd vervaardigd door de Zierikzeese
steenhouwer Matthijs van Nooijen. Hij
vestigde zich in 1745 vanuit zijn geboor
teplaats Dordrecht in Zierikzee. Daar
huwde hij drie jaar later met Neeltje van
Ekelen. Matthijs van Nooijen overleed in
1779. Behalve de epitaaf in de kerk van
Bruinisse, vervaardigde hij het grafmonu
ment voor mr. Pieter Mogge (overleden
1756), dat zich nog steeds bevindt in de
Hervormde Kerk van Dreischor9). Ook
hakte hij de fraaie omlijstingen rond de
toegangsdeuren van het stadhuis te
Zierikzee 10). Matthijs van Nooijen ver
diende aan de epitaaf voor Anthonie
Nollens 70 Vlaamse ponden (420 gul
den). Bij dit bedrag was inbegrepen het
leveren van het marmer voor het wapen
van Nollens en de vier kwartierwapens.
Deze wapens werden vervolgens gereed-
Wapens Van Hertsbeeke en De Cocq, aanwezig iri de
gevel van hei pand Kerkstraat 16 te Bruinisse
(foto J D C Berrevoets, Zierikzee)
(Coll. Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint
Philipsland, Zierikzee).
gemaakt door Pieter van Strijp, die daar
aan 58 dagen werkte (maart - juli 1746)
en daarmee 10 Vlaamse ponden (60 gul
den) verdiende. Nog in hetzelfde jaar
1746 werd hel monument geplaatst in de
kerk van Bruinisse. Omdat de kerk in
onderhoud was bij de Staten van Zeeland
werd toestemming gevraagd de epitaaf te
plaatsen. Gecommitteerde Raden ver
leenden deze vergunning op 26 mei
1746. Pieter Telle uit Zierikzee vervoerde
het monument naar Bruinisse. De metse
laar Frans Lemson en de timmerman
Cornelis van der Plas, beiden uit
Bruinisse, waren behulpzaam bij het
plaatsen van de epitaaf in de kerk. De
Bruinisser smid Cornelis Verhoek leverde
daarvoor het ijzerwerk De totale kosten
van de epitaaf bedroegen 113-1-4 pon
den Vlaams (fl. 678,40)11)