In memoriam mr. J.
van Aartsen
De hervormde kerk te Kruiningen
3
M. P. DE BRUIN
Op 3 februari 1992 overleed onze oud
voorzitter mr. Johannes van Aartsen. Op
de overlijdenskaart wordt vermeld oud
commissaris der Koningin in Zeeland en
groot-officier in de orde van Oranje-
Nassau. Niet zijn wethouderschap in Den
Haag, niet zijn ministerschap van ver
schillende ministeries, niet zijn talrijke
voorzitterschappen, ook na zijn pensione
ring. Op de kaart staat ook een belijdenis:
"De Heer is uw bewaarder, de Heer is uw
schaduw aan uw rechterhand Mr. van
Aartsen werd te Amsterdam geboren op
15 september 1909. Geboren uit
Zeeuwse ouders hing zijn hart toch aan
zijn geboortestad. Te Amsterdam werd hij
begraven. Tijdens de dankdienst in de
Oostkerk te Middelburg werd gesproken
door de oud-gedeputeerde A.J. Kaland
en de heer J.J. van Aartsen, zoon van de
overledene. De zoon herdacht op waardi
ge en oprechte wijze zijn vader. Hij
bracht ook naar voren dat het beeld van
zijn vader als "lieve" man niet juist was.
Hij was goed en aardig, zeker voor zijn
gezin, maar kon naar buiten hoekig en
niet mals zijn als naar zijn oordeel zaken
verkeerd werden aangepakt.
Het eerste Bulletin van de Stichting Oude
Zeeuwse Kerken (dec. 1977) opent met
een bijdrage van voorzitter van Aartsen
over het doel van de stichting. Hij zegt
daarin onder meer dat de stichting, in
navolging van enkele andere provincies,
is opgericht (1 okt. 1976) om in brede
kring belangstelling voor deze monumen
ten te wekken en eventueel die gebou
wen in eigendom te verwerven.
Vervolgens kondigt de voorzitter aan dat
het in de bedoeling ligt op gezette tijden
een publicatie aan de donateurs te zen
den om de band onderling te bevorderen.
Die publicatie is ons Bulletin waarvan
nummer 28 binnenkort verschijnt.
Wanneer we thans de Bulletins doorbla
deren mogen we zeggen dat bestuur en
redactie er in zijn geslaagd aan de dona
teurs van een groot deel van de kerken in
Zeeland een goede beschrijving te heb
ben geleverd.
Wij zeggen met opzet bestuur en redac
tie. Vanaf het begin stonden de heer van
Aartsen en andere bestuursleden achter
de redactie, die alle ruimte kreeg om het
werk te doen. Het tijdschrift moest goede
artikelen leveren maar als het enigszins
kon er ook goed uitzien. De lezers kun
nen zelf het best beoordelen of dit gelukt
is. Ook stond de voorzitter achter de
excursies waaraan hij, als het maar even
kon, met plezier deelnam. Toen de heer
van Aartsen de zeventig gepasseerd was
vond hij het tijd worden zijn voorzitter
schap te beëindigen, maar op aandrang
van het bestuur is hij aangebleven tot 5
november 1983. Op die dag nam hij
afscheid in de kapel van Hoogelande. De
nieuwe voorzitter drs. H.W. Hietkamp
sprak de oud-voorzitter toe en gebruikte
de woorden dat "élan en leeftijd niet altijd
eikaars vijanden zijn". De zeven jaren die
mr. Van Aartsen heeft gediend zijn bewo
gen jaren geweest vooral als we denken
aan de restauratie van de Nieuwe Kerk te
Zierikzee. Bij zijn afscheid liet de oud
voorzitter zich de kans niet ontgaan er op
te wijzen dat het aantal donateurs van de
stichting te weinig is. "De stichting moet
de vertegenwoordiging van de Zeeuwse
bevolking zijn". Bewogen jaren heeft de
heer van Aartsen ook gekend in de perio
de dat hij commissaris der Koningin was
in onze provincie. (1965-1974). Zeeland
maakte toen een belangrijke industriële
ontwikkeling door, later gepaard met ster
ke protesten in verband met de milieupro
blematiek. Een belangrijk onderwerp was
ook het openhouden of sluiten van de
Oosterschelde. De heer van Aartsen ging
uiterlijk rustig zijn gang wat niet wil zeg
gen dat hij onbewogen de problemen
aan zich voorbij liet gaan. In tegendeel.
Hij was een man met een geheel eigen
stijl die een kring van goede vrienden
rond zich had. Van zijn vriendschap kun
nen wij ook getuigen. Mevrouw van
Aartsen wensen wij namens de Stichting
Oude Zeeuwse Kerken van harte sterkte
toe.
G.J. LEPOETER
Smallegange schrijft over Kruiningen:
"Het dorp is een groote seer aensienlijke
plaets; en daer in ligt een swaer en
machtig kasteel, hebbende rontom seer
wijde grachten, van oude tijden de
woonplaets der seer Hooge Edele
Heeren van desen Naem". 1) Bij
Smallegange ligt het voor de hand dat de
nadruk op het kasteel valt. Hiervan rest
sedert lang echter alleen de open ruimte
ten noordoosten van de kerk Kerk en
toren hebben tot nu toe de eeuwen
getrotseerd, al is de allure van het
gebouw door de amputatie van het koor
ernstig aangetast. De nauwe band tussen
het geslacht van de heren van Kruiningen
enerzijds en het dorp en daarmee tegelij
kertijd de parochie en het kerkgebouw
anderzijds, is duidelijk. Het kasteel en de
kerk lagen op nog geen steenworp
afstand van elkaar en dat kan geen toeval
zijn.
De stichting van de parochie Kruiningen
moet met een grote mate van waarschijn
lijkheid in de 12de eeuw worden gesitu
eerd. 2) Omstreeks dezelfde tijd is het
adellijk geslacht van de heren van
Kruiningen afgesplitst van het Vlaamse
geslacht Van de Maalstede. Dit geslacht
had ook in Zuid-Beveland aanzienlijke
bezittingen. Reeds in 1203 wordt in een
officieel stuk melding gemaakt van de
heren van Kruiningen- de cisterciënzer
abdij Ter Doest koopt dan van Wouter
van Kruiningen het goed Morlodenesse.3)
In de jaren daarna schonk Wouter van
Kruiningen uit boete voor zijn zonden en
die van zijn overleden echtgenotes
Herkenrade en Immeine, 25 gemeten
moerland aan de adbij. De abt deed hem
in ruil hiervoor de toezegging, dat zijn lijk
na zijn dood naar de abdij gevoerd en
daar begraven zou worden als was hij
één van de monniken. Naderhand deed
Wouter opnieuw schenkingen, waardoor
hij de belofte kreeg dat ook zijn derde
echtgenote Bele na haar dood eenzelfde
begrafenis zou krijgen. 4)
Na de dood van Wouter van Kruiningen
schonk zijn zoon Govert omstreeks 1240
nog eens 153 gemeten moerland aan de
abdij. Trouwens, gedurende de verdere
13de eeuw waren de heren van
Kruiningen de voornaamste begunstigers
en krachtigste beschermers van de adbij
in deze streken. Hieruit mag duidelijk zijn
dat deze machtige wereldlijke heren die