4 tot de grootste ambachtsbezitters in de regio behoorden, de stimulering van de ontwikkeling van het geestelijk leven hoog in hun vaandel hadden. Of het ini tiatief tot de stichting van de parochie Kruinmgen aan de Heren van Kruiningen moet worden toegeschreven is niet dui delijk en ook niet waarschijnlijk. Mogelijk moeten we dit zoeken bij de gemeen schappelijke voorvader van de Van de Maalstedes en de Van Kruiningens. 5) Ook de oorsprong van de langdurige band met de cisterciënzers moeten we waarschijnlijk zoeken bij de Van de Maalstedes. In de 13de eeuw hadden de leden van dit geslacht belangrijke goede ren in Vlaanderen, waren zij erfschouten van Hulst en waarschijnlijk burggraven van Zeeland bewesten Schelde namens de Vlaamse graaf. In het Hulster ambacht onderhielden zij nauwe relaties met de cisterciënzers. Zowel in Kattendijke als Kloetinge waren zij ambachtsheren. Dit waren ook de plaatsen waar de abdijen van Ter Duinen en Ter Doest in betrekke lijk korte tijd grote bezittingen verwierven, evenals in het gebied ten oosten van Kruiningen. De oudste kerk Kruiningen is éen van de oude dorpen in ons gebied, ontstaan op een hoogte van relatief grote allure op de meest oostelijk gelegen D-ll-kreekrug. Het ontstaan van een bewoningskern van enige omvang kunnen we ongeveer in de 11de eeuw plaatsen. 6) De naam, Cruninghe, houdt hier verband mee en is waarschijnlijk gevormd bij het woord kruin, "kruinachti- ge hoogte" 7) Enigszins merkwaardig en getuigend van het belang van het dorp is het, dat Kruiningen in de 14de eeuw door een gracht - en daarbij wellicht tegelijkertijd een omwalling - omringd was. In 1323 wordt namelijk Jan van Kruiningen, na opdracht, beleend met zijn steenhuis te Kruiningen met toebehoren, o.a. zijn ambacht, hofsteden en erven aldaar "bin nen der nuwer grafte" en verder "haer deel van der nuwer grafte, die omme torp lopet" Behalve in Kloetinge is in geen enkel ander dorp op Zuid-Beveland een analoog geval bekend 8) De stichting van de parochie in de 12de eeuw zal tegelijkertijd de bouw van een kerk met zich hebben meegebracht. Hoe deze kerk er heeft uitgezien weten we niet. Ook over de plaats van de kerk zijn we niet geïnformeerd omdat tot nu toe geen funderingsresten of dergelijke objecten zijn gevonden. Zolang het tegendeel niet is bewezen kunnen we er echter met een grote male van waar schijnlijkheid van uitgaan dat de plaats dezelfde was als die van het huidige gebouw Een eenmaal gewijde plaats - kerk èn kerkhof - gaf men bij ver- of nieuwbouw zelden prijs. Ook in ander opzicht zal de plaats van de kerk door de eeuwen heen steeds de meest strategi sche geweest zijn. Zeer goed mogelijk is het dat de eerste - waarschijnlijk houten - kerk na niet al te lange tijd vervangen is door een stenen gebouw, Deze zou in de 14de eeuw door een nieuwe dorpskerk met een toren opgevolgd kunnen zijn. Alles in nauwe relatie tot de belangrijk heid van de ambachtsheren en de parochie. Wij kunnen de veronderstelling over de opvolging van verschillende kerkgebou wen afleiden uit het feit dat de huidige kerk, gebouwd in de tweede helft van de 15de eeuw, er nu samen staat met de 14de eeuwse toren. Deze was namelijk bij de brand behouden gebleven. De kerk was gewijd aan Johannes de Doper. 9) Opmerkelijk is dat de oude naam van de kerk na eeuwen gesluimerd te hebben, weer nieuw leven is ingeblazen. In de gemeentegids van augustus 1990 lezen we namelijk het volgende: "Onze gemeente heeft sinds het voorjaar van 1988 een eigen cantorij. De naam Johannescantorij is afkomstig van de vroegere benaming van onze kerk, die gewijd was aan Johannes de Doper (St.Johanneskerk)". Dat de kerk van Kruiningen al vrij snel een relatief belangrijke dorpskerk geweest is, kunnen we uit een aantal zaken opmaken. In 1233 werd de kerk van Kruiningen - met die van Wemeldinge. Yerseke en Kouwerve - op verzoek van de kanunniken van het kapit tel van Oudmunster te Utrecht door de aartsbisschop van Keulen bij het kapittel geïnkoriDoreerd. Deze financieel interes sante kerken waren van belang voor de vergroting van de prebenden van de kanunniken. Ook was Kruiningen - waar schijnlijk al in de 13de eeuw - één van de kerken waarvan de cure in twee porties was verdeeld. Dit betekent dat er twee pastoors waren. 10) Interessant is het aantal altaren in de kerk. In Kruiningen waren er dat acht, gewijd aan SS Catharina en Barbara, S Eligius, S. Jacobus apostel, S Johannes de Doper, S. Laurentius, S. Nicolaas, de H. Maagd Maria en het H. Kruis. In het mid deleeuws dekanaat "Zuidbevelandia" met zijn 49 parochies had geen enkele ande re dorpskerk zoveel altaren. Alleen de stadskerken van Reimerswaal en Goes hadden respectievelijk 12 en 9 altaren. I1) De invloed van de kerk van Kruiningen strekte zich ook uit buiten het gebied van de eigen parochie: de kerk van Nieuwlande, dat ook Nieuw-Krumingen genoemd werd, was een dochterkerk van Kruiningen, evenals de in de 14de eeuw

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1992 | | pagina 4