9
Geruime tijd is het een wijd verbreide
misvatting geweest dat de protes
tantisering een proces is geweest dat van
de ene op de andere dag zijn beslag
kreeg. Niets is minder waar. Ondertussen
is duidelijk dat het gereformeerd prote-
stantiseringsproces op Zuid-Beveland
gedurende de eerste decennia vanaf
1577 onderhevig is geweest aan stimule
rende èn aan vertragende krachten.
Stimulerend werkten diverse maatregelen
van de Staten van Zeeland, die de gere
formeerde kerk een bevoorrechte positie
gaven en katholieken en doopsgezinden
meer of minder beperkingen oplegden.
Activiteiten van de classis Zuid-Beveland
op het gebied van het onderwijs en op
specifiek kerkelijk terrein betekenden
eveneens een stimulans voor de protes
tantisering. Zuidnederlandse immigranten
leverden het kader voor kerk en onder
wijs, noodzakelijk voor een succesvolle
verspreiding van het calvinisme.
Vertraging ondervond de protes
tantisering door het verzet van de
ambachtsheren en de katholieke bevol
king op het eiland. Vooral de ambachts
heren van Zuid-Beveland hadden na de
Alteratie veel te kampen met aanpas
singsmoeilijkheden. In december 1578
schreef de Rentmeester van Bewester-
Schelde aan de Staten van Zeeland dat
"die van Cruinmgen aldaer ende d'heeren
insekere andere prochien wilden oprich
ten van nieuws die Catholijcke Religie".
De Rentmeester kreeg opdracht deze
heren de mogelijke gevolgen van hun
daad duidelijk onder ogen te brengen.
Nadat in 1581 de belangrijkste grieven
van de ambachtsheren door de
Gecommitteerde Raden tot tevredenheid
waren weggenomen, beperkte de weer
stand van deze heren zich tot de benoe
ming van katholieke personen in bepaal
de funkties in plaats van gereformeerden.
Ook het verzet van de katholieke bevol
king had een overwegend passief karak
ter.
De protestantisering had door de heime
lijke weerstand van de bevolking een
langzaam verloop. Na vele jaren was het
calvinisme er nog met in geslaagd in elk
dorp op het eiland de funktie van de
rooms-katholieke kerk over te nemen.
Slechts een minderheid had het calvinis
me als geloofsovertuiging aanvaard. Wel
was het aantal katholieken op het eiland
drastisch gedaald. Tussen beide gods
dienstige minderheidsgroeperingen was
een grote middengroep ontstaan, die op
godsdienstig gebied min of meer onver
schillig was.
Belangrijk is dat er bijna geen aanwijzin
gen zijn die op een spontane overgang
van de Zuidbevelandse bevolking naar
het calvinisme duiden. Het protestantise-
ringsproces kreeg om die reden iets
dwangmatigs over zich. 20)
Niet voor niets gaf Ds Hulsbergen zijn
uitvoerig artikel over het betreffende
onderwerp de titel "De opgelegde refor
matie van Zuid-Beveland in de 16e
eeuw". 21)
Vooral de beginjaren waren turbulent.
Een draagvlak ontbrak, vandaar dat het
lang grote moeite heeft gekost om redelijk
funktionerende kerkeraden te vormen. Zo
waren ook van de acht predikanten waar
mee in december 1578 de Reformatie op
Zuid-Beveland werd ingezet, er na enkele
jaren maar twee overgebleven. Voorwaar
geen hoopvol begin
De eerste predikant te Kruiningen was
Henricus Brandt, die de gemeente weinig
of geen voordeel heeft opgeleverd. Hij
was waarschijnlijk geleend van de kerk
van Middelburg, waaraan hij verbonden
was. Bij Te Water lezen we. "Hij was een
hoofdig en eenzinnig man, of ten minsten
hij stond te Kruiningen weinig tot genoe
gen en naar zijn zin, waarom hy alles
aanwendde om van den dienst dezer
kerke ontslagen te worden. Hy onttrok
zich der Classis, voor de eerste maal in
't eiland van Goes gehouden, zonder wet-
telyke oorzaken, hij nam voor een reize
naar Holland te doen en, niettegenstaan
de de Classis hem badt zulks uit te stel
len, opdat door zyne afwezigheid zyne
toehoorders niet verachteren zouden, vol
bracht hy evenwel zyn voornemen zonder
bewilliging en weten van de Classis, zon
der zynen dienst te bestellen, of iets aan
zyne kerke te schryven. Hierom, en om
de gedurige nalatigheid van zynen dienst
tegen alle vermaningen, is goedgevon
den denzelven, met advis der kerke van
Middelburg, af te zetten, op hope, dat hy
met meer naarstigheid en vrucht in ande
re plaatzen de kerk van God zoude
mogen dienen". 22) In 1579 werd hij ont
slagen. Terzijde merken wij nog op dat
Brandt later te Zierïkzee de primus inter
pares zou worden. Op 1 september 1579
wordt hij opgevolgd door Willem
Claessen ofwel in het Latijn Gulielmus
Nicolai. Deze vertrok reeds op 1 maart
1580 naar Goes.
Interieur van de kerk vóór de Tweede Wereldoorlog Op
de achtergrond het in 1899 in de kerk geplaatste Van
Dam orgel (foto uit de nalatenschap van wijlen M A
Francoiis)